Vũng Tàu (Romeliess Hotel) 705), dinsdag 10 december 2024
Nog voordat de wekker om half zeven afloopt wordt ik gewekt door de karaoke op de straat voor ons hotel. ’s Avonds is het al hinderlijk maar wanneer de amateurzangers met stemmen als wilde katten nu ook al voor dag en dauw met hun gekrijs beginnen zal het toerisme er zeker onder gaan lijden.
Er schijnt een waterig zonnetje terwijl er buiten onder ons balkon tientallen mensen over het strand en in de branding lopen. Zouden ze speciaal vroeg opstaan om de zon te zien opkomen? Dat zou zo maar kunnen want voor de Boeddhisten is de opkomende zon iets heiligs.
Ik ben al helemaal geïnstalleerd in het “Romeliess Hotel” in “Vũng Tàu” voor mijn dagelijkse werkzaamheden en de vers gezette koffie geurt door de kleine kamer terwijl Lyka nog zachtjes ligt te snurken. Ik ben me meer dan bewust van de achterstand die ik heb opgelopen met de foto’s en verhalen die ik nog moet verwerken en schrijven.
Langzaam maar zeker dringt het tot me door dat me dat nooit gaat lukken. Ik kan die achterstand onmogelijk inhalen! Daar heb ik het veel te druk voor en ik ben koppig genoeg om geen extra dagen op te offeren terwijl we op reis zijn. Ik kom gewoonweg tijd te kort voor alles dat ik nog wil doen in de toekomst. Er zullen in de (nabije) toekomst best wel dagen aanbreken dat het slecht weer is. Maar het moet wel heel erg slecht weer zijn wil ik niet voor mijn ochtend- en/of middagwandeling de deur uit gaan.
Koffie en klassieke rockmuziek uit de jaren zeventig en tachtig. Voordat ik het in de gaten heb is het tijd voor het ontbijt. We krijgen hetzelfde velletje papier met het keuzemenu als gisteren voorgeschoteld. Er zitten vandaag meer vlekken op het papier dan gisteren. Deze keer kiezen voor de gebakken eieren. Zodra het ontbijt is geserveerd realiseer ik me dat een persoonlijk geserveerd ontbijt toch wel een luxe is waar je heel snel aan went.
Het rondje rond de heuvel is me bekend nu ik voor de tweede keer aan mijn ochtendwandeling begin in “Vũng Tàu”. Tijdens de tweede wandeling krijg ik andere prikkels en indrukken te verwerken dan gisteren. Het is ook vandaag heel rustig op de weg maar de weinige weggebruikers toeteren voortdurend wanneer er een andere weggebruiker bij hun in de buurt komt. Vandaag vallen ook de betonnen geraamtes op van gebouwen die wachten om te worden afgebouwd. Ook ongetwijfeld van voor de Covid-19 samenzwering! Of van een overschatting van het toekomstige toerisme.
Vol bewondering kijk ik naar een eenzame visser die vanaf de rotsen, of een oude betonnen kaderand, zijn net uitwerpt en met een flinke vangst terug aan de muur van de boulevard komt. Het is een flinke vangst voor een keer je net uitwerpen. Zou dit alleen voor het avondeten van zijn gezin zijn of zou hij het net nog een paar keer uitwerpen voor de handel? Ik blijf niet wachten en wandel rustig verder. Achter me hoor ik steeds het toeteren terwijl ik slechts een verdwaalde brommer op de weg zie! Verbaasd kijk ik om en de reden voor dat toeteren blijft een raadsel.
Zodra ik de kustweg verlaat en door de “Phan Chu Trinh” straat richting het hotel loop beginnen me nieuwe dingen op te vallen. Er zijn hier links en rechts van de straat af en toe ook restaurants met westerse namen. Dat is natuurlijk een meevaller. Aziatisch eten is heerlijk maar af en toe een westerse maaltijd van een stukje vlees met patat en groenten is ook niet te versmaden. Morgen maar eens beter onderzoeken zodat we van een westerse maaltijd kunnen genieten.
Voor de lunch gaan we in dezelfde richting als gisteren. Net voor het restaurant waar we gisteren hebben gegeten is een ander klein restaurant dat ook weer helemaal leeg is. Laten we dit restaurant maar eens proberen. Deze keer hebben we trek in een noedelsoep. Vietnam is wereldberoemd om haar noedelsoep die meestal rijstnoedels bevatten en dat is niet al te best voor mijn diabetes. Gelukkig staat er een soep met noedels op basis van tarwe op het menu dus ik ben voor deze lunch gered. Tenminste, dat denk ik. Zodra de soep wordt geserveerd kijk ik verbaasd in de kom voor me op tafel en dan verbaasd op naar de serveerster.
Ik vraag om de menukaart en zij kijkt mij verbaasd aan. Er gebeurt niets! Ik kijk over mijn schouder naar de man die onze bestelling heeft opgenomen. Hij zit op zijn mobiele telefoon te staren. Hij houdt zich duidelijk van de domme en heeft mijn vraag zeker verstaan! Totdat ik hem persoonlijk roep en nogmaals nadrukkelijk om de menukaart vraag. Zonder enige emotie haalt hij de menukaart en legt die voor me neer.
Ik kijk nog eens goed op de menukaart, er is duidelijk een verschil gemaakt tussen de rijstnoedels en de noedels op basis van tarwe! Nu wordt hij nog dommer dan dat hij al speelde.
‘Dit heb ik besteld!’, en wijs op de beschrijving en de foto.
‘No have!’, zegt hij resoluut met veel volume en woede in zijn stem.
En laat dit nu het moment zijn dat ik mijn vakantiegevoel niet wil laten verpesten door de eigenaar van een onbekend leeg restaurant. Zijn restaurant is vanaf nu van de lijst geschrapt, voorgoed. Geen wonder dat zijn restaurant altijd leeg is.
Na de lunch is het voor ons tijd voor de vakantiefoto’s op het strand van “Vũng Tàu”. Het weer is niet helemaal perfect maar het is droog en het is goed genoeg voor de gebruikelijke strandfoto’s. Het strand is bijna helemaal verlaten dus nemen we onze kans.
We laten onze fantasie en creativiteit op het natte zand de vrije loop. We zijn blij met het resultaat en kunnen deze foto’s onderbrengen in de groep vakantiekiekjes.
Het kan de rustige omgeving zijn maar er is ook een rust over mij heen gekomen. Dat vakantie gevoel, waar ik zelf niet zo bekend mee ben, geeft me tijd voor andere zaken. Ik ben weer aan het lezen geslagen in plaats van dat ik zelf achter mijn toetsenbord zit te schrijven. De middag vliegt om en rond kwart voor vier ben ik klaar voor mijn tweede rondje rond de heuvel.
Ik ga nu wandelen met een opdracht! Ten eerste is het natuurlijk gezond om minimaal vijftien kilometer per dag te wandelen. Zeker voor iemand van mijn leeftijd. Ten tweede kom rond de beste tijd aan in de “Phan Chu Trinh” straat om ergens op een terras een koud biertje te drinken.
Onderweg valt me een kerstboom op die er vanochtend tijdens mijn wandeling nog niet stond. Een kerstboom gemaakt van flessen en blikken “Bia Saigon”! Ik wandel verder en mijmer over het kerstfeest dat mij persoonlijk helemaal niets doet. Wie heeft er nog meer twee verjaardagen achter elkaar, alleen Jezus zover ik weet. ‘Gezelligheid en saamhorigheid’, sla de krant maar eens open en je ziet door alle oorlogen en ellende dat het een grote illusie is.
Marketing op zijn best overgewaaid uit de Verenigde Staten van Amerika. Geld, geld en nog meer geld. 2,4 miljard mensen, 30 procent van de wereldbevolking, is Christen en toch wordt er over bijna de gehele wereld de geboorte van de Joodse profeet gevierd. Geef mij maar het Chinese Nieuwjaar of het Hindoestaanse Divali, dat zijn pas mooie feestjes.
Aan het begin van de “Phan Chu Trinh” straat ontdek ik een klein terras met twee tafeltjes waaraan enkele oudere westerlingen achter een flesje, ongetwijfeld koud, bier zitten. Heb ik mijn “Billabong” in “Vũng Tàu” gevonden? Ik vraag of het goed is dat ik aanschuif en dat is voor de verbaasde westerlingen geen probleem. Voor 25.000 dong (€ 0,95) krijg ik een ijskoude “Bia Saigon” van 0,4 liter geserveerd.
“Mai’s Coffee - Bar” is een prima plaatsje waar de gepensioneerden westerlingen komen en gaan. Er zijn degelijke en goede gesprekken tussen de gasten. Dit is heel andere koek dan in Pattaya waar de gesprekken meestal leiden naar het kruis van een dame. Dat gebeurt hier gelukkig niet!
Bij het bestellen van mijn tweede biertje vraagt de serveerster op ik een kaart wil of per fles wil afrekenen. Verbaasd kijk ik haar aan. Dennis schiet me te hulp en verteld me dat je voor 100.000 dong een kaart kan kopen. Die geeft je recht op vijf flessen bier. Dat brengt de prijs voor een fles bier naar 20.000 dong (€ 0,75)! Elke keer wanneer er een fles wordt geserveerd knippen ze een gaatje in je kaartje. Wanneer alle flessen zijn besteld schrijf je je naam achter op het kaartje en dat geeft je kans op een prijs bij de maandelijkse trekking.
Het is al donker wanneer ik afscheid neem en terug loop naar het hotel. Lyka en ik hebben strikte afspraken over het tijdstip voor het avondeten. Tussen zeven uur en half acht gaan we altijd aan tafel. Onderweg vallen de (westerse) restaurants nog meer op. Mede omdat de westerse restaurants veel beter gevuld zijn dan de Vietnamese restaurants.
We zijn het er al snel over eens dat we niet over de boulevard gaan zwerven op zoek naar een restaurant. We blijven vanavond weer dicht bij het hotel en gaan naar hetzelfde restaurant als gisteren. We bestellen ook dezelfde gerechten als gisteren. Deze keer weten we hoe we de “Bánh Khọt” moeten eten en ik mag zelfs foto’s maken hoe ze worden gebakken. Het is opnieuw een koningsmaal voor deze twee Nederlandse toeristen op vakantie in “Vũng Tàu”!
Er schijnt een waterig zonnetje terwijl er buiten onder ons balkon tientallen mensen over het strand en in de branding lopen. Zouden ze speciaal vroeg opstaan om de zon te zien opkomen? Dat zou zo maar kunnen want voor de Boeddhisten is de opkomende zon iets heiligs.
Ik ben al helemaal geïnstalleerd in het “Romeliess Hotel” in “Vũng Tàu” voor mijn dagelijkse werkzaamheden en de vers gezette koffie geurt door de kleine kamer terwijl Lyka nog zachtjes ligt te snurken. Ik ben me meer dan bewust van de achterstand die ik heb opgelopen met de foto’s en verhalen die ik nog moet verwerken en schrijven.
Langzaam maar zeker dringt het tot me door dat me dat nooit gaat lukken. Ik kan die achterstand onmogelijk inhalen! Daar heb ik het veel te druk voor en ik ben koppig genoeg om geen extra dagen op te offeren terwijl we op reis zijn. Ik kom gewoonweg tijd te kort voor alles dat ik nog wil doen in de toekomst. Er zullen in de (nabije) toekomst best wel dagen aanbreken dat het slecht weer is. Maar het moet wel heel erg slecht weer zijn wil ik niet voor mijn ochtend- en/of middagwandeling de deur uit gaan.
Koffie en klassieke rockmuziek uit de jaren zeventig en tachtig. Voordat ik het in de gaten heb is het tijd voor het ontbijt. We krijgen hetzelfde velletje papier met het keuzemenu als gisteren voorgeschoteld. Er zitten vandaag meer vlekken op het papier dan gisteren. Deze keer kiezen voor de gebakken eieren. Zodra het ontbijt is geserveerd realiseer ik me dat een persoonlijk geserveerd ontbijt toch wel een luxe is waar je heel snel aan went.
Het rondje rond de heuvel is me bekend nu ik voor de tweede keer aan mijn ochtendwandeling begin in “Vũng Tàu”. Tijdens de tweede wandeling krijg ik andere prikkels en indrukken te verwerken dan gisteren. Het is ook vandaag heel rustig op de weg maar de weinige weggebruikers toeteren voortdurend wanneer er een andere weggebruiker bij hun in de buurt komt. Vandaag vallen ook de betonnen geraamtes op van gebouwen die wachten om te worden afgebouwd. Ook ongetwijfeld van voor de Covid-19 samenzwering! Of van een overschatting van het toekomstige toerisme.
Vol bewondering kijk ik naar een eenzame visser die vanaf de rotsen, of een oude betonnen kaderand, zijn net uitwerpt en met een flinke vangst terug aan de muur van de boulevard komt. Het is een flinke vangst voor een keer je net uitwerpen. Zou dit alleen voor het avondeten van zijn gezin zijn of zou hij het net nog een paar keer uitwerpen voor de handel? Ik blijf niet wachten en wandel rustig verder. Achter me hoor ik steeds het toeteren terwijl ik slechts een verdwaalde brommer op de weg zie! Verbaasd kijk ik om en de reden voor dat toeteren blijft een raadsel.
Zodra ik de kustweg verlaat en door de “Phan Chu Trinh” straat richting het hotel loop beginnen me nieuwe dingen op te vallen. Er zijn hier links en rechts van de straat af en toe ook restaurants met westerse namen. Dat is natuurlijk een meevaller. Aziatisch eten is heerlijk maar af en toe een westerse maaltijd van een stukje vlees met patat en groenten is ook niet te versmaden. Morgen maar eens beter onderzoeken zodat we van een westerse maaltijd kunnen genieten.
Voor de lunch gaan we in dezelfde richting als gisteren. Net voor het restaurant waar we gisteren hebben gegeten is een ander klein restaurant dat ook weer helemaal leeg is. Laten we dit restaurant maar eens proberen. Deze keer hebben we trek in een noedelsoep. Vietnam is wereldberoemd om haar noedelsoep die meestal rijstnoedels bevatten en dat is niet al te best voor mijn diabetes. Gelukkig staat er een soep met noedels op basis van tarwe op het menu dus ik ben voor deze lunch gered. Tenminste, dat denk ik. Zodra de soep wordt geserveerd kijk ik verbaasd in de kom voor me op tafel en dan verbaasd op naar de serveerster.
Ik vraag om de menukaart en zij kijkt mij verbaasd aan. Er gebeurt niets! Ik kijk over mijn schouder naar de man die onze bestelling heeft opgenomen. Hij zit op zijn mobiele telefoon te staren. Hij houdt zich duidelijk van de domme en heeft mijn vraag zeker verstaan! Totdat ik hem persoonlijk roep en nogmaals nadrukkelijk om de menukaart vraag. Zonder enige emotie haalt hij de menukaart en legt die voor me neer.
Ik kijk nog eens goed op de menukaart, er is duidelijk een verschil gemaakt tussen de rijstnoedels en de noedels op basis van tarwe! Nu wordt hij nog dommer dan dat hij al speelde.
‘Dit heb ik besteld!’, en wijs op de beschrijving en de foto.
‘No have!’, zegt hij resoluut met veel volume en woede in zijn stem.
En laat dit nu het moment zijn dat ik mijn vakantiegevoel niet wil laten verpesten door de eigenaar van een onbekend leeg restaurant. Zijn restaurant is vanaf nu van de lijst geschrapt, voorgoed. Geen wonder dat zijn restaurant altijd leeg is.
Na de lunch is het voor ons tijd voor de vakantiefoto’s op het strand van “Vũng Tàu”. Het weer is niet helemaal perfect maar het is droog en het is goed genoeg voor de gebruikelijke strandfoto’s. Het strand is bijna helemaal verlaten dus nemen we onze kans.
We laten onze fantasie en creativiteit op het natte zand de vrije loop. We zijn blij met het resultaat en kunnen deze foto’s onderbrengen in de groep vakantiekiekjes.
Het kan de rustige omgeving zijn maar er is ook een rust over mij heen gekomen. Dat vakantie gevoel, waar ik zelf niet zo bekend mee ben, geeft me tijd voor andere zaken. Ik ben weer aan het lezen geslagen in plaats van dat ik zelf achter mijn toetsenbord zit te schrijven. De middag vliegt om en rond kwart voor vier ben ik klaar voor mijn tweede rondje rond de heuvel.
Ik ga nu wandelen met een opdracht! Ten eerste is het natuurlijk gezond om minimaal vijftien kilometer per dag te wandelen. Zeker voor iemand van mijn leeftijd. Ten tweede kom rond de beste tijd aan in de “Phan Chu Trinh” straat om ergens op een terras een koud biertje te drinken.
Onderweg valt me een kerstboom op die er vanochtend tijdens mijn wandeling nog niet stond. Een kerstboom gemaakt van flessen en blikken “Bia Saigon”! Ik wandel verder en mijmer over het kerstfeest dat mij persoonlijk helemaal niets doet. Wie heeft er nog meer twee verjaardagen achter elkaar, alleen Jezus zover ik weet. ‘Gezelligheid en saamhorigheid’, sla de krant maar eens open en je ziet door alle oorlogen en ellende dat het een grote illusie is.
Marketing op zijn best overgewaaid uit de Verenigde Staten van Amerika. Geld, geld en nog meer geld. 2,4 miljard mensen, 30 procent van de wereldbevolking, is Christen en toch wordt er over bijna de gehele wereld de geboorte van de Joodse profeet gevierd. Geef mij maar het Chinese Nieuwjaar of het Hindoestaanse Divali, dat zijn pas mooie feestjes.
Aan het begin van de “Phan Chu Trinh” straat ontdek ik een klein terras met twee tafeltjes waaraan enkele oudere westerlingen achter een flesje, ongetwijfeld koud, bier zitten. Heb ik mijn “Billabong” in “Vũng Tàu” gevonden? Ik vraag of het goed is dat ik aanschuif en dat is voor de verbaasde westerlingen geen probleem. Voor 25.000 dong (€ 0,95) krijg ik een ijskoude “Bia Saigon” van 0,4 liter geserveerd.
“Mai’s Coffee - Bar” is een prima plaatsje waar de gepensioneerden westerlingen komen en gaan. Er zijn degelijke en goede gesprekken tussen de gasten. Dit is heel andere koek dan in Pattaya waar de gesprekken meestal leiden naar het kruis van een dame. Dat gebeurt hier gelukkig niet!
Bij het bestellen van mijn tweede biertje vraagt de serveerster op ik een kaart wil of per fles wil afrekenen. Verbaasd kijk ik haar aan. Dennis schiet me te hulp en verteld me dat je voor 100.000 dong een kaart kan kopen. Die geeft je recht op vijf flessen bier. Dat brengt de prijs voor een fles bier naar 20.000 dong (€ 0,75)! Elke keer wanneer er een fles wordt geserveerd knippen ze een gaatje in je kaartje. Wanneer alle flessen zijn besteld schrijf je je naam achter op het kaartje en dat geeft je kans op een prijs bij de maandelijkse trekking.
Het is al donker wanneer ik afscheid neem en terug loop naar het hotel. Lyka en ik hebben strikte afspraken over het tijdstip voor het avondeten. Tussen zeven uur en half acht gaan we altijd aan tafel. Onderweg vallen de (westerse) restaurants nog meer op. Mede omdat de westerse restaurants veel beter gevuld zijn dan de Vietnamese restaurants.
We zijn het er al snel over eens dat we niet over de boulevard gaan zwerven op zoek naar een restaurant. We blijven vanavond weer dicht bij het hotel en gaan naar hetzelfde restaurant als gisteren. We bestellen ook dezelfde gerechten als gisteren. Deze keer weten we hoe we de “Bánh Khọt” moeten eten en ik mag zelfs foto’s maken hoe ze worden gebakken. Het is opnieuw een koningsmaal voor deze twee Nederlandse toeristen op vakantie in “Vũng Tàu”!