zaterdag 11 januari 2025
Vietnam: Ik hoop dat we vanavond weer geen noedelsoep…
Vũng Tàu (Romeliess Hotel) 705), donderdag 12 december 2024
‘Ik hoop dat we vanavond weer geen noedelsoep voorgeschoteld krijgen!’
Deze zin gonst door mijn hoofd zodra ik om half zeven mijn ogen open. De violist is weer druk met zijn huilerige deuntjes en het weer is ook veranderd. Wat gaan we doen vandaag? Dat is de grote vraag.
De zin die ik niet uit mijn hoofd krijg is als een liedje dat je als eerste op de radio hoorde toen je opstond in de ochtend en dat je het deuntje de hele dag niet uit je hoofd kan krijgen. Wat is er gebeurd?
Voordat we gisteren aan de beklimming naar de “Christus van Vũng Tàu” begonnen stopte er een minibus gevuld met Amerikaanse toeristen.
Het eerste dat we hoorden toen de schuifdeur opende was: ‘Ik hoop dat we vanavond weer geen noedelsoep voorgeschoteld krijgen!’
Lyka en ik moesten er samen hard om lachen. Vietnam is het land van de noedelsoep bij uitstek in een astronomisch aantal verschillende variaties. Je moet er maar van houden. Voor de lunch kan ik er nog wel mee leven maar als ontbijt of avondeten sla ik de noedelsoep liever over.
Ik geniet van de rust en doe mijn eigen ding. Ik voel dat ik lui begin te worden. Dat vakantiegevoel in “Vũng Tàu” remt me op de een of andere manier af. Het is geen negatieve luiheid maar eerder een ontspannende luiheid.
Het ontbijt is weer goed verzorgd zoals elke ochtend. Daar zijn we nu wel aan gewend. We hoeven nu ook niet meer om extra brood te vragen. Ze zijn in Vietnam slim genoeg om dat te onthouden en de volgende ochtend uit eigen beweging een paar extra schijfjes stokbrood aan het ontbijt toe te voegen. Er blijft tenslotte niets op mijn bord achter.
Tijdens het ontbijt bespreken we wat we vandaag samen gaan doen. Lyka is het nu zelf ook een beetje zat om op de kamer te verblijven en TV te kijken. Aziaten houden niet zoveel van de zon als westerlingen. Ze wil vandaag graag een winkelcentrum bezoeken in “Vũng Tàu”.
Eenmaal terug in onze hotelkamer Google ik winkelcentrum in verschillende talen en er verschijnt een lijstje van winkelcentra naast het kaartje van het schiereiland van “Vũng Tàu”. Ik sla de verschillende locaties, en looprichting, op in mijn geheugen en we zijn klaar om naar de winkelcentra van “Vũng Tàu” te wandelen.
Op de parkeerplaats aan de boulevard blijf ik vol verbazing bij een minibus staan met een ingebouwde karaoke, althans, volgens de reclame op de zijkant. God vergeve me maar ik hoop het nooit mee te maken dat ik uren in zo’n busje moet zitten terwijl mijn medepassagiers zich vol passie overgeven aan de ouderwetse meezingers.
De zee is vandaag ook weer anders. Woeste golven rollen weer richting het smalle zandstrand en breken in een oorverdovend geraas. Het is hoog water maar het is me ook duidelijk dat de wind het zeewater richting de kust heeft gestuwd. Er is weer slecht weer op komst!
Het “Hồ Bàu Sen” meer, of reservoir, in Vũng Tàu is een mikpunt op weg naar een van de vele busstations waar ik eens wil kijken of ik een bus kan vinden die ons volgende week naar het “Tân Sơn Nhất International Airport” in Saigon kan brengen. Vanaf het waterlichaam gaan we de “Đường Xô Viết Nghệ Tĩnh” straat op waaraan de winkelcentra zouden liggen.
Ook het busstation ligt aan die straat en dat hebben we snel gevonden. Helaas is het geen busstation maar een remise van een busmaatschappij. Er is geen plaats waar je informatie kan krijgen of kaartjes kopen. We zijn in ieder geval uit onze droom geholpen. Er zit niets anders op dan de receptie van het “Romeliess Hotel” voor het vervoer naar de luchthaven in Saigon te laten verzorgen.
Zoals overal in Zuidoost-Azië ligt het verse voedsel overal langs de straat uitgestald. Mooie verse producten die zonder enige twijfel tot de heerlijkste gerechten worden bereid. Lyka begint het al vroeg zat te worden want we hebben nog geen enkel winkelcentrum gezien. Een korte blik op het scherm van mijn iPhone maakt me duidelijk dat we al twee winkelcentra zijn gepasseerd! Dat is onmogelijk want ik ben niet blind. Lyka’s moed zakt in de schoenen en ze wil het liefst zo snel als mogelijk terug naar het hotel. Dat lijkt mij niet zo’n goed idee, ik maar er liever een mooie wandeling van. Je weet nooit wat je onderweg allemaal nog tegen kan komen.
We keren om en gaan weer in de richting waaruit we zijn gekomen. Een stukje terug ontrafel ik het raadsel van de verdwenen winkelcentra! Elke winkel met twee verdiepingen, hoe eenvoudig de handelswaar ook is, wordt in “Vũng Tàu” geclassificeerd als een winkelcentrum.
De brede rustige straten in “Vũng Tàu” zijn een openbaring na de drukke dodelijke wegen in Pattaya. Het is meteen duidelijk dat hier alles tot in de details wordt gepland. De weggebruikers in Vietnam houden ook goed rekening met de voetgangers, dat kun je van Thailand niet zeggen. Deze kleine dingen maken ons verblijf in Vietnam extra aangenaam.
We gaan langs de “Ba Cu” straat richting de baai want daar zou ook nog een winkelcentrum moeten zijn. Aan de “Ba Cu” straat liggen de wat luxere winkels waardoor Lyka wat meer vertrouwen krijgt in het winkelcentrum waar we naar op weg zijn. De luxe winkels worden af en toe afgewisseld door tempels en overheidsgebouwen. Hamers en sikkels, en ook de ondertussen vertrouwde ster, op rode vlaggen en wimpels. Consumeren vermengt met het herverdelen van de weelde in naam van de droom van het socialisme.
Helaas is het winkelcentrum ook een gebouw met twee verdiepingen waarvan de bovenste verdieping nog het meest op een slechte HEMA lijkt. De begane grond is helemaal ingericht voor de kleinste onder ons. Een speelgoedwinkel en twee onbekende fastfood restaurants met als belangrijkste trekpleister een open atelier waar je gipsen beeldjes kan beschilderen. De enige twee die daadwerkelijk beeldjes aan het schilderen zijn lijken verdacht veel op het personeel.
Aan het einde van de straat staan we in het “Khu tam giác bãi trước” park met verschillende moderne beelden. Ik sta altijd open voor moderne kunst maar de verbinding ontgaat me vandaag. We weten op dit moment dat we nog een een drie en een halve kilometer terug naar het hotel moeten lopen. Gelukkig is Lyka’s humeur alweer opgeklaard omdat ze beseft dat we niet in Thailand maar in Vietnam zijn, een land in ontwikkeling.
We zijn lui en ook een beetje vermoeid. We hebben allebei geen zin om op zoek te gaan naar een restaurant voor de lunch. Lyka moet er zelf hard om lachen wanneer ze om noedelsoep vraagt!
‘Ik hoop dat we vanavond weer geen noedelsoep voorgeschoteld krijgen!’, zeggen we in koor.
Een grote kom Koreaanse noedelsoep met een Koreaanse Gimbap uit de SG25 is onze eenvoudige lunch vandaag.
We nemen de rust vanmiddag en genieten van het vakantie gevoel. De manier waarop we (rond)reizen is veranderd en meer ontspannen. Het is goed vertoeven op ket mooie balkon met zicht op zee. Een beetje lezen, schrijven en vooral de foto’s verwerken want de verwerkte foto’s zijn de basis voor de verhalen die ik probeer te schrijven. Verhalen die nog steeds moeilijk uit mijn gedachten en herinneringen komen wegens de problemen in Nederland. Ik kan alleen maar hopen dat die, onnodige en onbegrijpelijke, problemen snel verholpen zijn.
Zoals gewoonlijk ga ik aan het einde van de middag weer bierdrinken met mijn nieuwe Australische vrienden bij “Mai’s Coffee - Bar”. Het is er aangenaam vertoeven en het bier is koud. Er schuiven vandaag wat nieuwe mensen aan die veel jonger zijn dan wij. Daar wringt de schoen! Het gewoonlijke gesprek wordt snel door de jongeren veranderd van onderwerp en gaat over zaken die wij als oudere jongere niet zo belangrijk vinden. We laten de drie jongemannen hun monoloog zonder enig weerwoord over ons uitstorten en dat lijkt ze te irriteren.
Zij voelen zich het middelpunt van het (Vietnamese) universum maar het kan ons absoluut niets schelen en dat laten we waarschijnlijk ook duidelijk doorschemeren. De sfeer wordt grimmig. Dennis drinkt zijn bier op en vertrekt. Brownie laat zich niet door de drie jonge kemphanen van zijn vaste stek wegjagen. Ik volg het voorbeeld van Dennis en vertrek zodra mijn fles leeg is. Morgen zien we wel weer.
Het Vietnamese restaurant drie deuren verderop vanaf ons hotel is vanavond ook de plaats voor het avondeten. We bestellen de bekende en overheerlijke “Bánh Khọt” met een gebakken knoflookrijst. Er is zelfs een tweede tafel bezet vanavond. Is dat een voorbode voor het weekend?
‘Waar wil je morgen eten?’, vraag ik aan Lyka.
‘Ik hoop dat we morgenavond weer geen noedelsoep voorgeschoteld krijgen!’, antwoord ze breed lachend.
Nog een paar biertjes uit de koelkast op de hotelkamer en dan slapen. Weer een mooie (vakantie)dag voorbij!
Meer verhalen over:
2024 Vietnam,
Vietnam