maandag 4 november 2024
Thailand: Over de bergen
Loei (Indigo Place) A3), maandag 4 november 2024
Na een prima nachtrust staan we rond acht uur klaar om te vertrekken. Er zijn wat problemen met onze GPS. De kaart die ik gebruik, de gratis Open Street Map uit 2020, laat me niet de route over de bergen gebruiken. Google Maps, de live versie op mijn MacBook stuurt me wel over die route. Eigenwijs zoals ik ben maak ik een route aan tot aan het punt dat mijn Garmin Oregon 400t GPS het toelaat. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de weg daar in het midden van de wildernis gewoon ophoud. We gaan het zien! Het leven is tenslotte een groot avontuur.
De tank wordt tot aan de dop gevuld en we zijn klaar voor de 183 kilometer die Google voorspelde. We zien nog steeds de weersverwachting dat we morgen 55% kans op neerslag hebben. Dat moet wel regen zijn want ik kan het me moeilijk voorstellen dat het bij 29 graden Celsius gaat sneeuwen. Waarschijnlijk blijven twee dagen in Loei, dat hangt van het hotel af. Het eerste stuk van de route van vandaag is bij mij bekend, we gaan via Tha Bo langs de Mekong rivier richting het westen.
Zodra we naar het zuiden afbuigen wordt het rustiger op de weg. We rijden een agrarisch gebied binnen met veel verschillende gewassen. Rijst, rubber, cassave, suikerriet, mais en nog veel meer groenten en fruit glijden veld na veld aan ons voorbij. Ik ben op het punt dat ik op de automatische piloot rij en mijn gedachten orden. Dit is een goed moment om na te denken. Natuurlijk blijf ik geconcentreerd kijken naar de gevaren van het wegdek en ongedisciplineerde weggebruikers. Hoe verder je van de bewoonde wereld komt des te minder verkeersregels er gelden. Kinderen van acht à negen jaar zonder helm op een brommer zijn geen uitzondering!
Een enorme witte staande Boeddha in een gouden gewaad op de top van een heuvel is de eerste bezienswaardigheid van de dag. Ik weet uit ervaring dat we deze Boeddha niet van dichtbij hoeven te bekijken. Hier is geen weg naar boven maar een trap. En dat is tegen onze regels van onze bagage op de motor.
Op veel plaatsen onderweg zijn er festiviteiten die met de plaatselijke tempel te maken hebben. Het lijkt er op dat vandaag veel jonge mannen aan hun periode in de tempel beginnen als monnik. Hele stukken weg door dorpen en kleinere stadjes zijn afgesloten. Veel omleidingen over onbekende, en soms onverharde, wegen zijn schering en inslag. Ik rijd blind op de paarse lijn op het kleine beeldscherm van mijn Garmin. We zijn op onbekend terrein.
‘Elk nadeel heeft zijn voordeel!’, sprak Johan ooit. Zo passeren we in “Nam Som” een Chinees gebouw midden is een kunstmatig reservoir of vijver. Later blijkt dit het “Pho Lak Muang” de “City Pillar Shrine”. Een altaar waar de bevolking vraagt om voorspoed voor de stad. Geloof en bijgeloof zijn nooit ver van elkaar verwijderd. Zonder de onverwachte omleiding hadden we dit nooit gezien.
Ik ontdek tijdens het rijden dat mijn richtingaanwijzer vreemd doet. De ene keer doet hij het wel en dan weer niet. Het maakt niet uit of het links of rechts is. Het lampje flikkert alsof er een los contact is. Daar moet ik toch maar eens snel naar laten kijken want ik wil de Thai om heen graag laten weten welke richting we opgaan.
Uit een ooghoek zie ik in een flits een houten Boeddhabeeld. Dat is heel opmerkelijk! Dat zie je niet vaak. De snelheid wordt verminderd en ik draai om om het beeld eens goed van dichtbij te bekijken. Het is een poort naar een groot terrein waar tussen de bomen weinig is te zien. Links staat een houten poortwachter en rechts een Boeddha met een Naga om zich heen gestrengeld.
Naga's nemen vaak de functie van bewaker op zich. In India bewaken naga's de poorten van heilige oorden. Op platforms rond Asvattha bomen wordt hun beeltenis gelegd; het zou de menselijke vruchtbaarheid bevorderen. Ze bewaken ook vaak heilige relikwieën van de Boeddha of zijn discipelen.
Ik kan er weinig van maken maar nu ik dit verhaal aan het schrijven ben blijkt op Google dat we bij de “Thep Bupha Tuin” hebben gestaan. Wat dan inhoud, daar heb ik geen idee van. Dat het heilig is en beschermd moet worden staat als een paal boven water. Anders staan die beelden niet naast de poort.
We beginnen langzaam maar zeker te klimmen naar een grotere hoogte. De eerste heuvels bieden zich aan en het verkeer wordt nog rustiger. De wegen blijven opvallend goed en ik zie op mijn GPS dat we langzaam richting het punt gaan waar de kaart het vertikte om de route verder te laten gaan. Ik begin me toch wel zorgen te maken want er komt ons helemaal geen verkeer tegemoet!
‘When a motorbike comes your way, it’s OK!’, is mijn lijfspreuk op onbekende en stille wegen.
We klimmen en klimmen, op de verkeersborden zien we percentages oplopen van 8% tot wel 14%. Steeds schakel ik een versnelling lager terwijl de weg slechter wordt. Onze oude Honda Phantom brult het uit van de pijn maar we moeten verder. We passeren het punt waar de weg zou ophouden zonder probleem en de Garmin berekend automatisch het vervolg van de route naar Loei. Gelukkig is er maar weinig verkeer want het wegdek eist al mijn aandacht op. Op een veilig overzichtelijk stuk weg nemen we een pauze en genieten van de relatieve koelte van de heuvels van de provincie Loei.
Later ontdek ik dat Lyka toch wel hele mooie foto’s heeft gemaakt terwijl we rijden door het Thaise oerwoud. Af en toe gaan mijn ogen van de weg naar mijn oude Garmin Oregon 400t. Dat is mijn gids in de wildernis! Ik kijk naar het banden plakkertje dat ik ruim vijf jaar geleden samen met John Hiscoe in Bua Yai heb geplaatst om de gps weer waterdicht te maken.
‘Verspilling is een misdaad!’, vergeet dat nooit.
Het relatief koele en stabiele weer op deze hoogte zorgt voor speciale gewassen op deze hoogte. Zo zien we langs de weg een enorme plantage van cactussen die “Dragon Fruit” voortbrengen. Wij vinden het altijd interessant om te zien waar het dagelijks voedsel vandaan komt.
Een stukje verder staat een enorme machine in een grote stofwolk en op het eerste gezicht is het moeilijk om te zien wat hier gebeurt. Is het rijst? Nee, het is mais! De machine verwijderd de maiskorrels van de kolf en transporteert de korrels naar een open vrachtwagen. Een graafmachine kiepert elke minuut of zo een grote bak maiskolven in de machine. Snel weg hier want de hoeveelheid stof in de lucht slaat op mijn luchtwegen.
Dan begint de afdaling over wegen die elke motor enthousiast zijn hart sneller laat kloppen. Het is ook oppassen dat je de remmen niet te warm laat worden zodat je remvloeistof gaat koken. Dan werkt je rem niet meer! Hele stukken rij ik geremd op de compressie van de 195cc eencilinder naar beneden.
Op de top van de heuvel rem ik steeds af en ga zo dicht mogelijk bij de berm rijden. Je weet namelijk nooit of een optimistische bestuurder een ander blind aan het inhalen is. Af en toe komt er een pick-up ons tegemoet dus we weten dat het wel goed zit. Het is al bijna twaalf uur en we hebben nog steeds geen eettentjes langs de weg gezien. Zo rustig is het hier in de hooglanden!
We rijden en rijden totdat onze billen toch wel echt pijn beginnen te doen. Nog steeds geen eetgelegenheid en er nog achtentwintig kilometer te gaan. We zijn het er snel over eens. Het zal wat later zijn dan gewoonlijk maar we lunchen in Loei. Eerst naar het hotel en dan eten.
Het “Indiego Place” blijkt een schot in de roos! En dan hebben ze ook nog een restaurant met dezelfde naam naast het hotel. De variatie van de Pad Krapow Moo is een hele mooie en ook een hele lekkere. De zeer luchtige en nog zachte omelet is op z’n Japans gebakken. De prijs ligt wat hoger in dit chique restaurant maar het gerecht is zijn Thaise baht meer dan waard.
Lyka besteld nog een Avocado smootie en we gaan samen naar onze kamer. We installeren ons in de kamer en we zijn het er samen al snel over eens dat we hier de voorspelde regen van morgen uitzitten. We gaan absoluut niet meer door de regen rijden en we kunnen ons nog een extra dag rust veroorloven.
Navraag aan de receptie geeft een bekend antwoord. Ik kan voor de 742 baht de extra nacht blijven. Dat klinkt interessant want volgens de vriendelijke juffrouw is de normale prijs wanneer je zonder boeking aan de receptie verschijnt 1.200 baht.
Ik laat het aanbod voor wat het is. Ik boek op Agoda en dan moet ik aan de receptie ook 742 baht afrekenen. Het verschil zit er in dat ik over zestig dagen van Agoda 136 baht op mijn kredietkaart krijg teruggestort! En dat telt toch aan, dat scheelt zomaar een lunch voor ons samen.
Voor het avondeten hoeven we ook niet ver te gaan! Aan het einde van de stille smalle straat is aan de overkant een foodcourt waar we voor 185 baht heerlijk Thais kunnen eten. Natuurlijk trekken we bekijks maar niet zoveel als in de kleinere steden. Het valt ons meteen op dat het heerlijk koel is in de avond en dat deze omgeving best plezierig zal zijn om te wonen. We hebben nog geen falang gezien maar die zullen hier ongetwijfeld wel zijn.
Op de terugweg zien we nog meer interessante eetgelegenheden voor morgen en we glimlachen naar elkaar dat het eten voor morgen ook al bijna een gedane zaak is.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand