donderdag 24 oktober 2024

Thailand: Een mooie route met lelijk verkeer

Een hartje van zwanen
Chokchai (Chan Place Hotel) 019), donderdag 24 oktober 2024

Het was zonder enige twijfel de slechtste nachtrust zolang ik me kan herinneren. Het keiharde matras in combinatie met een zijslaper, ik slaap altijd op mijn rechter zijde, is absoluut een recept voor een ramp. Ik heb geen idee hoe vaak ik wakker ben geworden van de pijn in mijn linkerheup om daarna op mijn rug te gaan liggen om te proberen om opnieuw in slaap te komen. Ik kan gerust stellen dat het daglicht dat om tien voor zes tussen de gordijnen naar binnen kroop zeer welkom was.
Eerst maar koffie zetten om tot de conclusie te komen dat er nog maar heel weinig drinkwater in de kamer aanwezig is om in de waterkoker te doen. Zodra de koffie, na twee keer opschenken, in mijn drinkbeker kom ik tot de ontdekking dat het vriesvak in de kleine koelkast niet van de kwaliteit is die ik had verwacht of gehoopt. Het water in de ijsklontjesvorm is nog steeds vloeibaar met als direct gevolg dat de koffie veel te heet is om te drinken.
Ik loop door mijn mogelijkheden en kom al snel tot de conclusie dat ik beter een zak ijsklontjes kan gaan kopen. Voor twee of drie baht meer dan een flesje met een halve liter drinkwater heb ik een grote zak ijsklontjes die ik kan gebruiken om de kokend hete koffie af te koelen en in gesmolten vorm als drinkwater kan gebruiken om de tweede beker koffie te zetten. Zo gezegd, ze gedaan. Snel op pad naar de 7-11. Ik maak van de gelegenheid ook meteen gebruik om een gesneden krentenbol te kopen. Dan hebben we in ieder geval een begin van een ontbijt en een doel voor het stukje oud Amsterdam dat ik nog over heb.
Dat is het echte reizen! Problemen oplossen en niet bij de pakken neer gaan zitten. Roeien met de riemen die je hebt en vooral positief blijven. Om half zeven sip ik van mijn heerlijke Hollandse koffie en controleer het verhaal van gisteren. Lyka ligt nog te slapen. Aziaten zijn een wonder van de natuur, zij kunnen altijd en overal slapen.
We hoeven ons vandaag niet te haasten want we hebben maar 160 kilometer voor de wielen. Na uitgebreid tegen elkaar te hebben geklaagd over het keiharde bed en de lawaaierige airconditioning doen we ons te goed aan het krentenbrood met oud Amsterdam. De kaasolie is door de koelte in de koelkast gestold maar dat deert me niet. Ook de kaasolie gaat op het brood en ik kijk hoe de olie langzaam vloeibaar wordt en in het brood verdwijnt. Kleine dingen van het leven kunnen bijzonder mooi zijn.
Klaar om te vertrekken Het inpakken van de rugzakken en het bepakken van de motor gaat in ieder geval beter dan gisteren. Om iets voor negen zijn we klaar om aan de rit van vandaag te beginnen. Elke ochtend gaan we eerst tanken en dat kost me vandaag 250 baht. De benzine kost in Thailand nu ook ongeveer een euro per liter. Het loopt nog niet in de papieren maar het is wel stevig duurder geworden na de Covid-19 samenzwering en de Russische inval van de Oekraïne.
We komen meteen op de snelweg met het nummer 304 en we zullen daar ook een dikke 120 kilometer op blijven. Het is de enige weg in de wijde omtrek en iedereen, en ook echt iedereen, moet over die enige noord-zuid verbinding.
In het begin valt de drukte van het verkeer gelukkig mee maar het wegdek is nog steeds zeer wisselvallig. De meeste wegen in Thailand worden onderhouden door het district. Dan kan het zo maar gebeuren dat er enkele kilometers van een belangrijke verkeersader om te janken zijn en dat die dan een stukje verder weer een van de beste asfaltwegen van Thailand word. Ik ben er aan gewend, goed opletten en om je heen blijven kijken is zeer belangrijk op de Thaise snelwegen. Het gevaar in het verkeer komt het vaakst van achter je! Op de binnenwegen kijkt iedereen uit en is het voorrang geven de regel.
Thaise aardbeienThaise aardbeien Na een eerste korte stop bij een benzinestation langs de snelweg, waar we alleen een tosti eten, ziet Lyka een kleurrijke bezienswaardigheid en maant me tot stoppen. Het is op het eerste gezicht een aardbeien tuinderij. We zijn de afgelopen kilometers naar een flinke hoogte geklommen en hebben de warmte van de laaglanden achter ons gelaten. Het is hier niet koud maar het is wel koeler en een ideaal klimaat voor het telen van aardbeien die dan weer gretig aftrek vinden door de passerende Thaise toeristen.
Fuji FujiJaFuji FujiJaFuji FujiJa Maar er is meer! Er is een heel park met veel bloemen en tuinen met een thema. Helaas kan ik niet mee de heuvel op om de eenvoudige reden dat ik de motor met al onze bagage niet onbewaakt wil achterlaten op de parkeerplaats onder aan de heuvel.
Lyka beklimt de heuvel en maakt foto’s van het “Fuji FujiJa Park”. Ik moet er later in de middag wanneer ik het verhaal zit beschrijven erg om lachen. Hoe krijg je het in hemelsnaam verzonnen, het is kitsch in het kwadraat.
Even rusten Ik heb dorst en Lyka heeft trek. Om eerlijk te zijn kan ik ook wel weer wat bloedsuiker gebruiken. Ik heb geen zin in zoetigheid en we vinden elkaar ergens in het midden om samen een banaan te eten. Langzame koolhydraten en ook nog eens goed tegen de poeperij. Een regelmatige stoelgang is welkom tijdens een lange tocht op de motor. Natuurlijk met een onafscheidelijk flesje sodawater voor mij erbij.
Lunch in Chok ChaiLunch in Chok ChaiLunch in Chok Chai Een half uurtje later is het dan echt tijd voor de lunch. We moeten wel even zoeken maar dan vinden een klein restaurantje in stad waar een stalen spatel in de wok tikt. Een fijn geluid om te horen. Hier wordt gebakken en niet alleen in bouillon gekookt! Natuurlijk gaan we weer voor de Pad Krapow maar deze keer met een gebakken ei. Het smaakt net zo goed als het er uitziet. Deze keer kost het me 110 baht omdat Lyka er een flesje water bij heeft genomen. Ik niet zeggen dat ik vol zit maar ik voel me wel verzadigd.
Twee kilometer verderop verlaten we eindelijk de ongeliefde 304 en komen in rustiger verkeer terecht. De weg loopt langs een irrigatiekanaal en is veel drukker dan ik zou verwachten. Hier spelen de opportunistische Thai de “kruipdoor sluipdoor”! Onverantwoordelijke inhaalpogingen die je nekharen elke keer weer recht overeind zetten. Ik kan er alleen maar het beste van hopen en moet voor me en achter me al het verkeer goed in de gaten houden. Een bumperklever voorbij laten en en een gek voor je voldoende afstand geven,
Een koe langs de wegRode zandwegTussen de rijstvelden Gelukkig leidt de Garmin Oregon 400t ons van de drukke weg af en krijgen we de kortste weg naar onze bestemming voorgeschoteld. Door kleine dorpen, kinderen en kippen schieten weg, langs velden vol met rijst, mais en suikerriet. Over rode onverharde wegen en betonnen wegen tussen het rijst. Het is ons nu duidelijk: We zijn in het echte Thailand aangekomen en laten het Thailand van de industrie en toeristen ver achter ons.
Chan PlaceEen hartje van zwanenChan Place 019 We hoeven niet lang te zoeken naar het Chan Place Hotel. We moeten wel al onze bagage de trap op sjouwen omdat we op de bovenste etage zitten. Het ziet er op het eerste oog prima uit en de kamer is ook beter dan die van gisteren. Lyka gaat op het bed zitten en krijgt een brede glimlach op haar gezicht.
‘Nog steeds hard maar zachter dan gisteren!’, roept ze blij.
UItzicht balkon Chan PlaceLezen op het balkon We maken kwartier in het hotel van de dag en ik ben in mijn nopjes met het mooie balkon dat straks geheel in de schaduw ligt. Ik hoef niet ver voor de koude Leo voor vandaag want in de receptie van het hotel staan er enkele in de koelkast. Het is zo’n typisch Thais hotel dat bijna elke avond wordt gebruikt door rondreizende werknemers van de grotere bedrijven. Dat heeft voor en nadelen maar gelukkig kan ik er goed mee leven.
‘Leef en laat leven!’, is een van mijn lijfspreuken.
Terwijl de zon ergens anders op de wereld opkomt gaat ze in Thailand onder.
‘Avondrood is mooi weer aan boord!’, is een oud gezegde.
Dat gezegde is een mooi vooruitzicht voor twee Nederlanders op reis met de motor in de Isaan van Thailand! Het koude gerstenat smaakt me goed en het boek van Appie Baantjer, “De Cock en moord in beeld”, komt rustig tot een verrassend einde. Ik heb zelfs nog tijd om aan een nieuw boek te beginnen, “Veertien” van Dean Koontz, het begin is zoals altijd veel belovend.
In een gehucht als Chokchai hoef je niet op een nachtleven te rekenen. De mensen staan hier op met de haan en gaan met de kippen op stok. Het is dus een noodzaak om niet te laat te gaan eten. We lopen wat rond maar de keuze van eetgelegenheden is zeer beperkt. Gelukkig horen we ergens een stalen spatel in een wok tikken en dan is de keuze snel gemaakt.
Eerst een biertjeDe trotse eigenaarsGebakken rijstEen heerlijke avond Het kleine restaurant verkoopt geen bier maar gelukkig mag ik in een klein winkeltje aan de overkant een fles bier halen terwijl de vrouw druk is met het bereiden van de gerechten die per telefoon zijn besteld. Zodra een gerecht klaar is wordt het ingepakt en op een klein tafeltje gelegd. Ze weet precies wie wat en wanneer heeft besteld en wij moeten wachten op onze beurt. Er lijken twee jonge jongens hun eigen bezorgdienst te hebben opgezet want ze af en aan. Dat is zeer bewonderenswaardig van de Thai, ze zijn altijd opportunistisch.
Daar is onze gebakken rijst en het smaakt uitstekend. Ook weer 100 baht voor twee bordjes geserveerd met een brede glimlach. Slokje na slokje koud bier glijd na een hap heerlijke rijst naar binnen en voordat we terug gaan naar het hotel wil ik graag nog even naar het toilet.
Een Thais toilet Ik kan begrijpen dat een westerling hiervan kan schrikken, ik kan er alleen maar om lachen. Zou er echt een tijd komen dat dit allemaal herinneringen zijn? Ik kan me ook nog een plank met een gat erin en een deksel erop herinneringen. De emmer onder het gat werd regelmatig geleegd in een klein huisje onder aan de dijk in Brakel.
‘Herinneringen, het zoete glazuur op een mooi leven!’
Copyright/Disclaimer