dinsdag 5 november 2024
Thailand: Oordoppen!
Loei (Indigo Place) A3), dinsdag 5 november 2024
Het is een fantastisch hotel waar we zijn beland maar ik hink op twee gedachten over de beoordeling die ik ga schrijven. Uiteindelijk ben ik niet zo blij met de geluidsoverlast ’s nachts maar de noodzaak om een nachtje extra te boeken is in verband met de voorspelde regen wel slim.
‘Wat is er gebeurd?’
De heerlijke mooie grote rustige kamer blijkt een illusie! Gisteren om half tien ’s avonds begint de muziek the dreunen en dat gaat door tot half zeven in de ochtend. Precies het moment waarop de voorspelde regen uit de hemel begint neer te dalen. Uiteindelijk is het een onbewuste keuze geweest en het is niet anders. Het zag er op de website van Agoda erg goed uit. Twee nachten slapen met oordoppen in tegen de hoofdprijs voor de mooie zeer luidruchtige kamer!
Met de koffie binnen handbereik zie ik de regen neerdalen. En niet zo’n beetje ook! Een geluk bij een ongelijk, laten we het zo maar bekijken. Het is tenslotte beter om positief te blijven. Tussen twee buien door spoed ik me naar de 7-11 voor tosti’s, hard gekookte eieren en een banaan. Het smaakt ons goed en we hebben geaccepteerd dat we hoogstwaarschijnlijk nog een slechte nacht zullen hebben. De titel van mijn weblog is niet voor niets “Travels and Troubles”, dit valt onder de Troubles die gelukkig niet al teveel en te vaak hebben.
Tegen tienen is het droog en gaan we ons overgeven aan de wekelijkse verplichtingen die we bij voorkeur afhandelen tijdens een rustdag. De plastic tassen met vuil wasgoed zijn na een week alweer goed gevuld dus gaan we naar de “Otteri Wash & Dry” wasserette. De cyclus van wassen en drogen duurt iets meer dan een uur en blijkt hier iets goedkoper dan we gewend zijn. Mijn e-reader gaat ook mee. Ondanks dat het een slecht overgezet e-book is kan ik de verhaallijn van “Corpus Delicti” van Patricia D. Cornwell goed volgen.
Na zevenentwintig minuten verhuisd het wasgoed van de wasmachine naar de droogtrommel. Het is ondertussen erg druk geworden in de wasserette. Alle machines zijn bezet! Zodra de droogtrommel stopt staat er iemand op om ons te attenderen dat de was droog is. Ik vind dat erg vreemd omdat de snelste wasmachine nog zeker elf minuten bezig is met het wasprogramma. We besteden er maar geen aandacht aan en vouwen onze schone kleren op en verlaten de wasserette zonder gedag te zeggen.
Voor de lunch loop ik naar het Koreaans geïnspireerde restaurant dat we gisterenavond op de terugweg naar het hotel hebben gezien. Eenmaal binnen met de complete menukaart voor me ben ik aangenaam verrast. Het wordt nog beter wanneer er enkele gerechten worden geserveerd aan een meisje dat in het restaurant gaat zitten eten. De porties zijn ruim te noemen en de “Chamchi Gimbap”, Koreaanse rijstrol met tonijn, ziet er heerlijk uit. Dat gaat hem dus worden samen met Koreaanse Gyoza’s en een wrap met sla en kip. Een fantastische, heerlijke en gezonde lunch.
Ik heb genoeg van de foto’s verwerken, catalogiseren en het schrijven over onze belevenissen. Het is nog steeds droog en het wordt voor mij de hoogste tijd om een stukje te gaan wandelen om mijn hoofd weer leeg te maken. Onbewust steek ik de sleutels van mijn motor in mijn zak en begin aan mijn wandeling richting de rivier en het park in het centrum van Loei. Nog voordat ik aan het einde van de straat ben passeer ik strengen darm met varkensworstjes die hangen te drogen. Ze zien er heerlijk uit. Dit is echt Thais straateten dat wordt geroosterd op een houtskool vuurtje en geserveerd met grove stukken witte kool en ingelegde gember. Ik vraag me af of mijn gasten volgende week in Bangkok dit ook willen proberen. Wanneer je dit ruikt boven de gloeiende kooltjes loopt het water je in de mond.
Ik sla rechts af, steek de de straat over en sta onverwacht voor een enorme Honda motorwinkel met een grote werkplaats. Ik laat er geen gras over groeien en stap meteen naar binnen. Er valt een grote stilte! Zeker twintig grote ogen staren mij aan. Niemand spreekt ook maar een woord Engels.
Er worden een stuk of vijf telefoons tegen mijn borst geduwd terwijl er in koor klinkt: ‘Translate, translate!’
Ik vertel langzaam in beknopt Engels wat er aan de hand is. De ogen lezen de naar het Thais vertaalde tekst en knikken begrijpend en goedkeurend. nog voordat ik een bevredigend antwoord heb gekregen besluit ik om mijn motor op te gaan halen. Onderweg naar het hotel steek ik mijn hand in mijn zak en verbaasd voel ik dat ik de sleutels al bij me heb.
De aanwijzingen en diagnose die ik tegen de Google Translate heb gegeven zijn voldoende om binnen een minuut het probleem te hebben gelokaliseerd. De clignoteur is na zeventien jaar op de smeltlas uit elkaar getrild. De printplaats hangt los onder de tank. Een oudere vrouw verdwijnt, na aanwijzingen van de hoofdmonteur, en komt even later met een origineel Honda onderdeel terug. Nog geen minuut later knipperen mijn richtingaanwijzers weer als nieuw.
‘Wat is de schade?’, vraag ik in mijn beste Thais.
De vrouw kijkt me verbaasd aan en gaat verder met haar bezigheden op het beeldscherm en pakt er een rekenmachine bij. Ik schrik, want dat kan in Thailand twee dingen betekenen. Of het is een groter bedrag dan ik verwacht of ze denkt dat ik niet voldoende Thais begrijp. De totale kosten zijn precies 300 baht (€ 8,19), voor dat bedrag is het weer veilig. Opgelucht breng ik de motor weer terug naar het hotel en begin opnieuw aan de wandeling.
Veel is er niet te zien! Een enorme Naga om de stad te beschermen, een oude hangbrug over de rivier, een vijver om het park en een altaar voor de stad. De “City Pillar Shrine (Chao Por Kut Pong Shrine) or San Lak Mueang” doet wel heel erg chinees aan en dat is iets dat Lyka en ik al eerder hebben besproken. De gezichten in Loei zijn meer Chinees dan Laotiaans of Thai. Je hebt het gevoel dat je in een Chinese nederzetting bent gearriveerd.
De dag komt langzaam dichterbij haar einde en om vijf uur gaat de eerste grote Leo van de dag open. Morgen zijn we alweer vijf weken op reis! Het voelt voor mij persoonlijk dat ik nooit in Nederland ben geweest, zo snel pas ik me aan in Azië. De rust, het eten en het met volle teugen genieten van de mensen en de cultuur. We hebben voor ons met ideale mengsel van reizen in Azië en werken in Nederland gevonden.
In het “Phu Loei Restaurant” is het eten ook fantastisch. Wat dat betreft hebben we het in Loei getroffen. Niet alleen wij hebben het getroffen, Loei heeft een opvallend goede verzameling van eetgelegenheden en dat maakt het plezierig wonen in de heuvels. Lyka kiest deze keer voor de gevulde omelet en die is heerlijk. Het eten is wat luxer en duurder dan gewoonlijk maar dat kunnen we deze reis wel hebben. We gooien het niet over de balk maar we gaan ook niet bezuinigen.
‘Je moet geld uitgeven wanneer het moet en besparen wanneer het kan!’, dat is mijn wijsheid voor alle reizigers.
De Google Chromecast HD is aangesloten op de grote TV in de hotelkamer en terwijl Lyka naar haar favoriete Aziatische soap opera’s kijkt luister ik naar muziek op AccuRadio en hou me weer bezig met schrijven.
Om half tien begint de luide muziek weer en ik geef Lyka ook een zakje met oordoppen. Het is verschrikkelijk jammer dat zo’n leuk en goed hotel midden in een lawaaierig gebied ligt. Er is ook geen hoop dat dat in de toekomst gaat veranderen. Nog een nachtje oordoppen en dan verder naar het zuiden.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
maandag 4 november 2024
Thailand: Over de bergen
Loei (Indigo Place) A3), maandag 4 november 2024
Na een prima nachtrust staan we rond acht uur klaar om te vertrekken. Er zijn wat problemen met onze GPS. De kaart die ik gebruik, de gratis Open Street Map uit 2020, laat me niet de route over de bergen gebruiken. Google Maps, de live versie op mijn MacBook stuurt me wel over die route. Eigenwijs zoals ik ben maak ik een route aan tot aan het punt dat mijn Garmin Oregon 400t GPS het toelaat. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de weg daar in het midden van de wildernis gewoon ophoud. We gaan het zien! Het leven is tenslotte een groot avontuur.
De tank wordt tot aan de dop gevuld en we zijn klaar voor de 183 kilometer die Google voorspelde. We zien nog steeds de weersverwachting dat we morgen 55% kans op neerslag hebben. Dat moet wel regen zijn want ik kan het me moeilijk voorstellen dat het bij 29 graden Celsius gaat sneeuwen. Waarschijnlijk blijven twee dagen in Loei, dat hangt van het hotel af. Het eerste stuk van de route van vandaag is bij mij bekend, we gaan via Tha Bo langs de Mekong rivier richting het westen.
Zodra we naar het zuiden afbuigen wordt het rustiger op de weg. We rijden een agrarisch gebied binnen met veel verschillende gewassen. Rijst, rubber, cassave, suikerriet, mais en nog veel meer groenten en fruit glijden veld na veld aan ons voorbij. Ik ben op het punt dat ik op de automatische piloot rij en mijn gedachten orden. Dit is een goed moment om na te denken. Natuurlijk blijf ik geconcentreerd kijken naar de gevaren van het wegdek en ongedisciplineerde weggebruikers. Hoe verder je van de bewoonde wereld komt des te minder verkeersregels er gelden. Kinderen van acht à negen jaar zonder helm op een brommer zijn geen uitzondering!
Een enorme witte staande Boeddha in een gouden gewaad op de top van een heuvel is de eerste bezienswaardigheid van de dag. Ik weet uit ervaring dat we deze Boeddha niet van dichtbij hoeven te bekijken. Hier is geen weg naar boven maar een trap. En dat is tegen onze regels van onze bagage op de motor.
Op veel plaatsen onderweg zijn er festiviteiten die met de plaatselijke tempel te maken hebben. Het lijkt er op dat vandaag veel jonge mannen aan hun periode in de tempel beginnen als monnik. Hele stukken weg door dorpen en kleinere stadjes zijn afgesloten. Veel omleidingen over onbekende, en soms onverharde, wegen zijn schering en inslag. Ik rijd blind op de paarse lijn op het kleine beeldscherm van mijn Garmin. We zijn op onbekend terrein.
‘Elk nadeel heeft zijn voordeel!’, sprak Johan ooit. Zo passeren we in “Nam Som” een Chinees gebouw midden is een kunstmatig reservoir of vijver. Later blijkt dit het “Pho Lak Muang” de “City Pillar Shrine”. Een altaar waar de bevolking vraagt om voorspoed voor de stad. Geloof en bijgeloof zijn nooit ver van elkaar verwijderd. Zonder de onverwachte omleiding hadden we dit nooit gezien.
Ik ontdek tijdens het rijden dat mijn richtingaanwijzer vreemd doet. De ene keer doet hij het wel en dan weer niet. Het maakt niet uit of het links of rechts is. Het lampje flikkert alsof er een los contact is. Daar moet ik toch maar eens snel naar laten kijken want ik wil de Thai om heen graag laten weten welke richting we opgaan.
Uit een ooghoek zie ik in een flits een houten Boeddhabeeld. Dat is heel opmerkelijk! Dat zie je niet vaak. De snelheid wordt verminderd en ik draai om om het beeld eens goed van dichtbij te bekijken. Het is een poort naar een groot terrein waar tussen de bomen weinig is te zien. Links staat een houten poortwachter en rechts een Boeddha met een Naga om zich heen gestrengeld.
Naga's nemen vaak de functie van bewaker op zich. In India bewaken naga's de poorten van heilige oorden. Op platforms rond Asvattha bomen wordt hun beeltenis gelegd; het zou de menselijke vruchtbaarheid bevorderen. Ze bewaken ook vaak heilige relikwieën van de Boeddha of zijn discipelen.
Ik kan er weinig van maken maar nu ik dit verhaal aan het schrijven ben blijkt op Google dat we bij de “Thep Bupha Tuin” hebben gestaan. Wat dan inhoud, daar heb ik geen idee van. Dat het heilig is en beschermd moet worden staat als een paal boven water. Anders staan die beelden niet naast de poort.
We beginnen langzaam maar zeker te klimmen naar een grotere hoogte. De eerste heuvels bieden zich aan en het verkeer wordt nog rustiger. De wegen blijven opvallend goed en ik zie op mijn GPS dat we langzaam richting het punt gaan waar de kaart het vertikte om de route verder te laten gaan. Ik begin me toch wel zorgen te maken want er komt ons helemaal geen verkeer tegemoet!
‘When a motorbike comes your way, it’s OK!’, is mijn lijfspreuk op onbekende en stille wegen.
We klimmen en klimmen, op de verkeersborden zien we percentages oplopen van 8% tot wel 14%. Steeds schakel ik een versnelling lager terwijl de weg slechter wordt. Onze oude Honda Phantom brult het uit van de pijn maar we moeten verder. We passeren het punt waar de weg zou ophouden zonder probleem en de Garmin berekend automatisch het vervolg van de route naar Loei. Gelukkig is er maar weinig verkeer want het wegdek eist al mijn aandacht op. Op een veilig overzichtelijk stuk weg nemen we een pauze en genieten van de relatieve koelte van de heuvels van de provincie Loei.
Later ontdek ik dat Lyka toch wel hele mooie foto’s heeft gemaakt terwijl we rijden door het Thaise oerwoud. Af en toe gaan mijn ogen van de weg naar mijn oude Garmin Oregon 400t. Dat is mijn gids in de wildernis! Ik kijk naar het banden plakkertje dat ik ruim vijf jaar geleden samen met John Hiscoe in Bua Yai heb geplaatst om de gps weer waterdicht te maken.
‘Verspilling is een misdaad!’, vergeet dat nooit.
Het relatief koele en stabiele weer op deze hoogte zorgt voor speciale gewassen op deze hoogte. Zo zien we langs de weg een enorme plantage van cactussen die “Dragon Fruit” voortbrengen. Wij vinden het altijd interessant om te zien waar het dagelijks voedsel vandaan komt.
Een stukje verder staat een enorme machine in een grote stofwolk en op het eerste gezicht is het moeilijk om te zien wat hier gebeurt. Is het rijst? Nee, het is mais! De machine verwijderd de maiskorrels van de kolf en transporteert de korrels naar een open vrachtwagen. Een graafmachine kiepert elke minuut of zo een grote bak maiskolven in de machine. Snel weg hier want de hoeveelheid stof in de lucht slaat op mijn luchtwegen.
Dan begint de afdaling over wegen die elke motor enthousiast zijn hart sneller laat kloppen. Het is ook oppassen dat je de remmen niet te warm laat worden zodat je remvloeistof gaat koken. Dan werkt je rem niet meer! Hele stukken rij ik geremd op de compressie van de 195cc eencilinder naar beneden.
Op de top van de heuvel rem ik steeds af en ga zo dicht mogelijk bij de berm rijden. Je weet namelijk nooit of een optimistische bestuurder een ander blind aan het inhalen is. Af en toe komt er een pick-up ons tegemoet dus we weten dat het wel goed zit. Het is al bijna twaalf uur en we hebben nog steeds geen eettentjes langs de weg gezien. Zo rustig is het hier in de hooglanden!
We rijden en rijden totdat onze billen toch wel echt pijn beginnen te doen. Nog steeds geen eetgelegenheid en er nog achtentwintig kilometer te gaan. We zijn het er snel over eens. Het zal wat later zijn dan gewoonlijk maar we lunchen in Loei. Eerst naar het hotel en dan eten.
Het “Indiego Place” blijkt een schot in de roos! En dan hebben ze ook nog een restaurant met dezelfde naam naast het hotel. De variatie van de Pad Krapow Moo is een hele mooie en ook een hele lekkere. De zeer luchtige en nog zachte omelet is op z’n Japans gebakken. De prijs ligt wat hoger in dit chique restaurant maar het gerecht is zijn Thaise baht meer dan waard.
Lyka besteld nog een Avocado smootie en we gaan samen naar onze kamer. We installeren ons in de kamer en we zijn het er samen al snel over eens dat we hier de voorspelde regen van morgen uitzitten. We gaan absoluut niet meer door de regen rijden en we kunnen ons nog een extra dag rust veroorloven.
Navraag aan de receptie geeft een bekend antwoord. Ik kan voor de 742 baht de extra nacht blijven. Dat klinkt interessant want volgens de vriendelijke juffrouw is de normale prijs wanneer je zonder boeking aan de receptie verschijnt 1.200 baht.
Ik laat het aanbod voor wat het is. Ik boek op Agoda en dan moet ik aan de receptie ook 742 baht afrekenen. Het verschil zit er in dat ik over zestig dagen van Agoda 136 baht op mijn kredietkaart krijg teruggestort! En dat telt toch aan, dat scheelt zomaar een lunch voor ons samen.
Voor het avondeten hoeven we ook niet ver te gaan! Aan het einde van de stille smalle straat is aan de overkant een foodcourt waar we voor 185 baht heerlijk Thais kunnen eten. Natuurlijk trekken we bekijks maar niet zoveel als in de kleinere steden. Het valt ons meteen op dat het heerlijk koel is in de avond en dat deze omgeving best plezierig zal zijn om te wonen. We hebben nog geen falang gezien maar die zullen hier ongetwijfeld wel zijn.
Op de terugweg zien we nog meer interessante eetgelegenheden voor morgen en we glimlachen naar elkaar dat het eten voor morgen ook al bijna een gedane zaak is.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
zondag 3 november 2024
Thailand: Een kilometer per minuut
Nong Khai (Pikul Apartment Hotel) 26), zondag 3 november 2024
Ondanks het harde matras heb ik toch prima geslapen. Gelukkig is het in alle hotels waar we hebben geslapen tot nu toe ’s nachts rustig. Mijn biologisch uurwerk loopt een kwartier voor waardoor ik weer om kwart voor zes naast het bed sta. De koffie zetten is een routine die ik ondertussen met mijn ogen dicht kan doen. Het eerste slokje smaakt altijd uitstekend en is opwekkend.
Daarna duik ik in mijn foto’s en verhalen om te concluderen dat ik alweer aardig achter begin te lopen. Ik heb nog steeds de beste voornemens maar na enkele drukke dagen met meer dan 150 foto’s per dag geeft we veel werk. Ondanks alle goede voornemens wil ik niet elke dag alleen maar motorrijden en daarna achter mijn MacBook kruipen. Af en toe wil ik ook wat ontspannen met een stukje TV, wandelen in de omgeving van het hotel of even ontspannen lezen.
Vandaag hebben we ruim 203 kilometer voor de wielen en ik wil op tijd in Nong Khai zijn zodat ik om twee uur de mogelijke ontknoping van de MotoGP in Sepang Maleisië kan zien. De ervaring van de afgelopen dagen heeft me geleerd dat we gemiddeld een kilometer per minuut rijden. Tel daar een uur of anderhalf aan pauze’s en de lunch bij op dan kom je uit op een kleine 300 minuten dus ongeveer vijf uur na ons vertrek uit Sakon Nakhon moeten we bij het Pikul Hotel in Nong Khai arriveren.
Lyka wordt om zeven uur gewekt en in alle rust genieten we samen van de koffie en het bezoek aan het toilet. Onze spijsvertering is weer goed en regelmatig, dat is ook geruststellend! Het lijkt dat onze bagage steeds minder wordt ondanks we niets kwijt raken. Het zal wel slimmer inpakken zijn!
Alles wordt vastgesjord op de bagagedrager achterop de motor en daarna wordt mijn neus ingesmeerd met zonnebrand, net als de bovenkant van mijn handen ontvangen die vandaag weer vijf uur brandend tropisch zonlicht. Dat zijn tropenuren zonlicht! Om iets voor acht rollen we de parkeerplaats af uitgezwaaid door de nachtwaker van het hotel die het toch wel heel bijzonder vind dat een Nederlander en een Filipijnse zijn land op de motor doorkruisen. Hij toont zijn respect voor onze onderneming.
Het PTT tankstation is snel gevonden. De tank wordt gevuld en betaald met een briefje van duizend baht. Dat is mijn eerste kleingeld dat ik terug krijg en dat ik echt nodig heb! Daarna naar de 7-11 voor twee tosti’s en een banaan, ook weer betaald met een biljet van duizend baht. Opnieuw stop ik een stapel kleine Bankbiljetten aan de buitenkant van de bundel. Ik zit weer goed in mijn kleingeld en dat is belangrijk op het platteland van Thailand. Ik kan me nog goed herinneren dat ik in een ver verleden op het platteland nog briefjes van tien baht kreeg terwijl heel Thailand al met muntjes van tien baht betaalde.
De eerste achtenzeventig kilometer gaan over een lelijke snelweg. Er is helaas geen andere weg in westelijke richting, er stromen in dit gebied teveel riviertjes en bruggen zijn kostbaar. De arme lokale bevolking laten omrijden is goedkoper. We zijn genoodzaakt om een keer te pauzeren langs deze lelijke en gevaarlijke weg. Het verkeer raast langs on heen en ik voel me hier niet echt op mijn gemak. We staan hier dan ook niet lang! Nog een klein uur en we gaan eindelijk de binnenwegen op.
Die binnenwegen zijn gelukkig minder druk maar er is nog iets aan de hand. We zitten nu hoog in het noorden tegen de grens met Laos aan en daar gebeurt weinig tot niets. In de geschiedenis van Thailand komt er dan ook weinig of helemaal niets uit deze hoek. Alles hier is redelijk nieuw en oude gebouwen of ruïnes ontbreken volledig. We stoppen langs de weg net voor een dorp en wij vangen veel bekijks. Een blanke in deze hoek is zeldzaam en dan ook nog op een motor uit Chonburi is wel heel bijzonder.
We passeren een van de weinige tempels die wat foto’s waard zijn en nemen meteen maar een drinkpauze. Nog voor mijn eerste slok water staat er al een man bij ons die in een onverstaanbare taal tegen ons begint te ratelen. Het Bangkok Thais kan ik met mijn beperkte kennis nog wel wat van maken maar van dit Laotiaanse dialect heb ik geen kaas gegeten. Vriendelijk glimlachen, af en toe goedkeurend knikken en een ‘Uhh’ geluid maken. De man is zichtbaar op zijn gemak en tevreden gesteld. We kleden ons weer aan en vervolgen de rit naar Nong Khai en hopelijk een restaurant langs de weg. Het is tenslotte alweer half twaalf geweest.
In een moderner restaurant dan we gewend zijn laten we ons de zoveelste variatie op de Pad Krapow Moo goed smaken. Het (drink)water met ijsklontjes erbij blust de chilipepers niet. Mijn lippen gloeien nog wanneer mijn bordje leeg is. Morgenvroeg een “Burning Sensation!” Dit is wel belangrijk om te weten! In de Isaan gebruiken ze nog meer chilipepers dan in Bangkok. Het is niet aan te raden om te zeggen dat je goed pittig kan eten. Dat betekend hier dat het zo pittig is dat je vork en lepel er slap van gaan hangen.
Ik zwaai de deur van kamer 26 open en ik bespeur een spoor van een herinnering in mijn gedachten. De naam “Pikul Hotel” zegt me op het eerste gezicht niets maar ik denk dat ik hier in het verleden wel eens heb geslapen. De kamer is groot maar helaas is de TV erg oud, zonder HDMI, en het matras is weer harder dan verwacht. Jammer voor Lyka want die wil ’s avond graag wat TV kijken.
Ik ben echt moe, ik kan gerust zeggen ‘doodop’, maar ik wil zeker niet gaan slapen. Een middagdutje is lekker maar ik ben altijd bang dat dat ten koste van mijn nachtrust gaat. Onze contanten zijn bijna op en met de wetenschap dat er een ATM op loopafstand van ons hotel is besluit ik om een rondje te gaan lopen. De ATM is snel gevonden en de contanten in mijn portemonnee geven me ook weer rust en zekerheid. Hoewel ik vaker in Nong Khai ben geweest kan ik niet zeggen dat ik ook maar een klein ding herken. Zelfs de rivier en de boulevard zien er voor mijn gevoel anders uit dan tijdens mijn vorige bezoeken.
Ik heb vanmiddag de menukaart van “Macky's Riverside Kitchen” bekeken en de beslissing was snel gemaakt. We gaan heerlijk westers eten aan de rivier. Een mooiere omgeving kan het toch niet? Het eten smaakt ons uitstekend en we zijn het er samen over eens dat het de juiste beslissing is om hier te gaan eten. Vanaf morgen gaan we weer Thais eten tot er zaterdag of zondag weer pizza op het menu staat.
Dat het ook in Nong Khai erg rustig is mag blijken uit deze foto! Het is 19:52 en er loopt geen levende ziel op straat, laat staan een buitenlandse toerist. Links en rechts hoor je nu ook hier, ver van Bangkok, de geluiden dat de toeristenindustrie zelf ook niet meer kan geloven dat het hoogseizoen op het punt staat te beginnen. De boekingen blijven achter en de toeristen die gewoon binnenlopen en vragen naar een kamer ontbreken volledig.
Er is teveel oorlog, ellende en onzekerheid in de wereld! Geld wordt schaars en economisch gezien hoeven we ook geen feest de komende jaren te verwachten. Alle kosten stijgen en de man inde straat betaald meer en meer voor de dagelijkse dingen. Vakantie is een van de eerste uitgaven waar je op bezuinigd. Al deze onzekerheid bij elkaar opgeteld maakt dat het massatoerisme in het inzakken is. Nong Khai, de springplank naar Laos is letterlijk leeg!
Op de muur van de tempel aan de andere kant van de straat zijn mooie gekleurde kleitabletten aangebracht. Een heerlijk stukje kunst in dit van nature artistieke land. Of het nu om kunst of muziek gaat, de Thai zijn een heel artistiek volk.
Wanneer ik in de duisternis de parkeerplaats oploop van het Pikul Hotel weet ik het zeker. Ik heb hier in het verleden al een keer geslapen. Ik weet het nu echt honderd procent zeker maar ik heb alleen geen idee wanneer dat moet zijn geweest! Mijn dag zit er op en ik wil het liefst slapen. Ik ben doodvermoeid van het motorrijden. Het vergt het uiterste van mijn concentratie en daarom is het ook belangrijk dat ik voldoende slaap krijg. Welterusten.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
Abonneren op:
Posts (Atom)