
Singapore (Hotel Bencoolen) 3504), zaterdag 4 maart 2023
De hotelkamer mag dan klein zijn maar ze heeft een beetje daglicht, ’s nachts is het rustig en het is er pikkedonker. We slapen dus prima! Omdat het bed met een lange zijde, en een korte zijde, tegen de muur staat hebben we halverwege de nacht van ligplaats verwisseld. De pijn in mijn linker schouder was niet meer te houden en het lawaai van de ventilator in de airconditioning hield Lyka uit haar slaap. Dus die ging ook meteen uit.
De wekker van zeven uur bleef wat hij was en pas om acht uur ben ik opgestaan. Eerst koffie! Gelukkig is er voldoende water! Het water uit de kraan in Singapore kan gewoon worden gedronken en is dus meer dan geschikt om koffie van te zetten. De koffie smaakt me prima en met muziek uit mijn EarPods verwerk ik de foto’s van gisteren en begin met het schrijven van een verhaal over Malacca. Ik loop al aardig wat achter en mijn ervaring is dat ik dat onmogelijk nog ga inlopen. Ik zal waarschijnlijk nog steeds reisverhalen publiceren wanneer we alweer in Nederland zijn. Het is nu eenmaal zo!



De druppels beginnen weer te vallen en we schuilen onder de “Esplanade Bridge”. Ik heb nog steeds spijt dat ik voor de S$ 10,- geen simkaart heb gekocht. We zijn nu zonder een verbinding met Annelyn en we hebben geen idee wat de details van onze plannen voor vandaag zijn. De enige manier om met haar te kunnen communiceren is wanneer we toegang tot een “Wireless fidelity” netwerk hebben.
We sluipen tussen de buien door terug naar het hotel. Gelukkig hebben veel oudere, en ook de nieuwere moderne, gebouwen enorme luifels die de passanten beschermen tegen de veelvuldig vallende tropische regens. Singapore is een fantastische stad waar we heel graag permanent zouden wonen.
Dan komt bij de onwetende tv-slimmerik meteen de vraag op: ‘Waarom ga je daar dan niet wonen?’
Het antwoord is eenvoudig. Hier moet iedereen zijn eigen broek ophouden! En dat kost een vermogen. Gasten worden goed behandeld maar immigranten moeten het helemaal op eigen kracht doen. Zij hoeven niet op enige hulp van de overheid te rekenen. Zij hebben, en krijgen, nooit het recht op het Singaporese staatsburgerschap! Ook niet wanneer ze met een geboren Singaporees trouwen!
En hoe zit dat dan met illegalen? Die hebben ze hier niet! Het is eenvoudig, geen reis- of verblijfsdocumenten dan wordt je geacht te vertrekken. Mocht je dat niet willen dan kun je tot je (vrijwillige) vertrek naar een raamloze cel in de Changi-gevangenis. Onmenselijk? Misschien, maar het werkt wel! De criminaliteitscijfers van Singapore zijn duidelijk.








Gelukkig is hij aanwezig in zijn winkel en ook nog helemaal gezond de “Covid-19” samenzwering doorgekomen. Hij verteld me over de problemen tijdens de zogenaamde pandemie. Zelfs de altijd alerte regering van Singapore was door de misinformatie de weg helemaal kwijt. De berichten dat 1% van de bevolking zou kunnen sterven aan de complicaties van Covid-19 was de grootste oorzaak.
In het enorme winkelcentrum staat de helft van de beschikbare winkelruimte nog leeg. Maar erger is dat de verwachting is dat het nog heel lang gaat duren voordat er weer nieuwe ondernemers opstaan en de risico’s durven te nemen. Een nieuwe pandemie zou de economie en veel ondernemers in de afgrond kunnen storten. Zo is Gordon, samen met zijn zoon, een webshop begonnen. Dezelfde winst zonder een dure winkel en personeel! We zijn oprecht blij om elkaar weer te zien en ook de oude meneer Lee vraagt nog regelmatig naar me. Wat was dat een mooie en leuke reis naar Nepal in 2009.
Na een stevige kletspartij met veel herinneringen en lachen is het voor mij tijd om weer verder te gaan. We nemen afscheid en ik beloof dat het nu niet meer zo lang zal duren voordat ik weer terugkom.
Ik bevindt me recht boven de paarse lijn en dat is de lijn die ik vroeger altijd naar mijn vertrouwde hotel nam. “Farrer Park MRT Station” was toen nog een klein station naast een groene weide en een park. Tegenwoordig komen alle uitgangen uit in enorme winkelcentra die op de open ruimte zijn verrezen.
Ik kijk om me heen en herken het “Tai Hoe Hotel”, nu veel te duur voor de kamers die ze hebben. Het Chinese koffiehuis tegenover is er ook nog maar het Indiase Fastfood “Khomala’s Restaurant” is verdwenen. Dat ik jammer want daar had ik mijn zeer late lunch willen nuttigen!
Ik begin mijn terugweg langs “Serangoon Road” te slenteren en wordt overvallen door duizenden herinneringen. Plaatsen en gebouwen die zijn verdwenen maar ook plaatsen en bouwwerken die er na al die jaren nog steeds zijn. Het algehele gevoel van "Little India” is jammer genoeg ook echt veranderd. Stalletje na stalletje met goedkope Chinese rotzooi voor de ontbrekende toeristen. Ik zie armoede en wanhoop in de ogen van de geïmporteerde verkopers uit Bangladesh. ‘Namasté’. Gastarbeider voor een jaar, dan ben je klaar! Terug naar huis.
Op de bekende hoek van “Norris Road” is nog steeds het “Khansama Tandoori Restaurant” gevestigd. Een restaurant waar ik in het verleden minimaal een keer per bezoek ging eten. Het water loopt me in de mond wanneer ik aan die sappige lamsbout denk die de eigenaar speciaal voor me bereidde. Twee verbaasde ogen staren me aan. Er is een fonkeling van herkenning in de ogen van de dikke Indiase man die voor het restaurant staat.
‘Johnnie!’, schreeuwt hij met een bulderende zware stem over de straat.
Ik neem mijn hoed af en knik bevestigend. Helaas is de eigenaar enkele minuten geleden vertrokken naar een van zijn andere twee restaurants. Jammer! Ik had hem heel graag na al die jaren weer begroet. Ik moet het eten hier helaas laten voor wat het is want de prijs ligt hier hoger dan normaal, en eerlijk gezegd tijdens deze reis ook boven ons budget. Dus neem ik afscheid met een belofte en slenter weer verder.
Om de hoek aan “Sungei Road” blijf ik enkele minuten stil staan voor de grote ramen van de voormalige “Tekka Mall”. Ook hier wordt ik overspoeld met herinneringen aan het lekkere eten en de vele koude bieren die ik hier met mijn Singaporese vrienden, en een bekende uit Zaltbommel, heb gedronken. Alles is verdwenen! Ik denk voor een moment aan de overheerlijke “Mee Goreng” van de oude moslimvrouw. Een bord vol voor S$ 3,-, in die tijd iets minder dan twee euro.
Nu is er een school voor bijles gevestigd. Dat is de andere kant van Singapore. Net als in het westen wil niemand meer hun kinderen met hun handen laten werken. Gastarbeiders uit India en Bangladesh worden voor een jaar geïmporteerd, net als is Qatar. Er dreigt een overschot van hoogopgeleiden in Singapore maar dat weerhoud de ouders er niet van om het uiterste uit hun kroost te persen. Is het de ladder naar de armoede in de sterk gereguleerde samenleving van Singapore? Komt er een einde aan de overleg economie? Er moet tenslotte wel wat worden geproduceerd door handen, iets tastbaars.
Er wordt nog steeds overal om me heen gebouwd. Singapore lijkt een oneindige bouwplaats omdat de nieuwbouw en renovaties elkaar in een hoog tempo opvolgen. Net als elf jaar geleden. Ik passeer “Sim-Lim Tower”. Het verkeer rolt rustig verder en iedereen op straat wacht netjes tot het voetgangerslicht op groen staat. In “Bugis Junction” zie ik de McDonald’s waar ik vaak ging ontbijten en mijn dagelijkse krantje lezen. Wat lijkt dat oneindig lang geleden.

Ondertussen is het al aardig laat geworden maar ik kan nog steeds geen contact opnemen met de meiden omdat ik geen internet tot mijn beschikking heb. Hoe het avondeten er uit gaat zien blijft onbekend dus wijk ik uit naar het bekende en vertrouwde koffiehuis naast “Funan IT”. Ik heb tenslotte ook nog geen lunch gegeten.

Vanaf het terras, achter mijn bord eten, zie ik de voorbij rijdende auto’s met de langzaam heen en weer zwaaiende ruitenwissers. Het is en blijft jammer maar het weer heb je nu eenmaal nooit in je macht, net als het klimaat. Wat verwacht je in een land met een tropisch regenwoud? Het zelfde weer als in een woestijn in het Midden-Oosten?
Op het “Clarke Quay MRT Station” verdwijn ik weer onder de grond om daarna is een doolhof van gekleurde lijnen te verdwalen. Ik weet het echt niet meer en uiteindelijk helpt een medewerker van de SMRT me weer op weg. Overstappen naar de gele lijn en dan moet het allemaal goed komen. Eenmaal boven de grond in het “Bayfront MRT Station” is het nog een flink eind lopen naar de plaats waar ik met de meiden heb afgesproken.







Het doet me heel goed om de meiden zo gelukkig en blij te zien. Het was een uitstekende keuze om enkele dagen naar Singapore te gaan. Het is niet goedkoop, vergeleken bij de andere landen die we hebben bezocht, maar het bezoek is meer dan zeker de moeite waard gebleken! Uiteindelijk telt ook alleen maar de eindafrekening. Dus na het relatief goedkope Thailand mag een paar dagen in Singapore geen probleem zijn.
Afscheid nemen van een goede vriend valt altijd zwaar maar is tegelijkertijd ook onvermijdelijk. Nadat we elkaar plechtig hebben belooft dat het zeker weer geen elf jaar duurt voordat we elkaar weer zien gaan we richting ons hotel. Het was een lange dag en het is al veel later dan het gewoonlijke tijdstip dat ik mijn bed opzoek. Tijdens deze reis ben ik steeds om zeven uur opgestaan en ben rond tien uur gaan slapen. Het is me prima bevallen. Ik denk dat ik dat tijdschema in Nederland ook maar ga aanhouden.

