donderdag 27 december 2012

Thailand: De kerst weer overleefd!

Pattaya (Boxing Roo (5)

De kerstdagen van overvloed liggen weer achter ons. Gelukkig wel want het had geen dag langer moeten duren net als een paar jaar geleden. Ik was al voor zes uur uit bed omdat ik gewoonweg niet kon slapen. Dan maar een koffie en mijn Kobo-reader op de bank en wachten dat het acht uur is.
Vandaag is het alweer bijna vijf jaar geleden dat ik mijn Thaise rijbewijzen heb vernieuwd en dus is het weer tijd voor een avontuur in de Thaise bureaucratie. De eerste stop is altijd de immigratiedienst waar je met paspoort - het gaat om het visum - en een rekening die bewijst waar je verblijft. Die twee - met een paar pasfoto’s - geven samen recht op een document dat je eeuwig en altijd nodig hebt als bewijs dat je recht hebt op een rijbewijs.
Het eerste document is in een klein uurtje geregeld waarna ik met de hele boedel naar de andere kant van Pattaya moet om bij de Thaise rijksdienst van wegverkeer de nieuwe rijbewijzen aan te vragen.
‘Rijbewijzen?’
‘Ja, het zijn twee! Eén voor de motor en één voor de auto.’
Een combinatie is hier nog niet mogelijk! Die rijbewijzen zijn in de afgelopen jaren veranderd van een sullig papiertje naar het bekende credit kaart formaat. Daarin zijn ze wel met de tijd meegegaan.
Voordat ik bij de inspectie van de documenten ben moet ik op de trap aansluiten in de rij. Het is drukker dan ik verwachtte. Iedereen wordt weggestuurd om fotokopieën van verschillende pagina’s uit het paspoort te laten maken. Ik luister naar de instructies van de vrouw en verlaat het gebouw om aan de overkant van de straat in een hutje de benodigde fotokopieën te laten maken.
Zodra ik weer op de trap aansluit - de wachtrij is langer dan de eerste keer - probeert een Duitser zeer luid onder de benodigde fotokopieën uit te komen.
‘Maar ik heb ze allemaal!’, roept hij terwijl hij demonstratief zijn armen in de lucht gooit en van een omstander bijval hoopt te krijgen.
De kleine vrouw is niet onder de indruk en schuift de stapel documenten weer naar de Duitser terug die op zijn beurt de stapel weer naar de kleine vrouw schuift. De vrouw gaat verder met de volgende klant en de Duitser is nu in alle staten en de stoom komt bijna uit zijn oren. Zodra de kleine vrouw klaar is met de klant begint start het kleine toneelstukje opnieuw.
‘Maar ik heb ze allemaal!’, roept hij terwijl hij demonstratief zijn armen in de lucht gooit en van een andere omstander bijval hoopt te krijgen.
De vrouw is niet onder de indruk en zegt: ’Ze zijn te licht, kopieer ze nog maar een keer aan de overkant van de straat!’
De tegenstribbelende bejaarde Duitser wordt - voordat het onaangenaam wordt - door zijn Thaise partner aan zijn arm mee de trap afgesleurd. Tijdens de afdaling hoor ik ze nog ruziën over het geval. Zij weet dat in Thailand de ambtenaar altijd gelijk heeft en schelden en ruzie maken een hele slechte oplossing zijn. Het kan je alleen maar moeilijker worden gemaakt.
Zodra ik aan de beurt ben kijkt de kleine vrouw me wantrouwend aan. Ik lach ontwapenend terug en ben op mijn allervriendelijkst. Ze begrijpt meteen dat ik geen problemen wil maken en nadat ik alle fotokopieën van een handtekening heb voorzien krijg ik een rood pasje met nummer 77. Ik zoek een plaats in de wachtruimte en begin op mijn Kobo-reader te lezen. Ik heb geen idee wat er nu gaat gebeuren dus ik moet de omgeving ook goed in de gaten houden.
Voordat ik het doorheb klopt de beambte in een bruin uniform me op de schouder als teken dat ik de verkeerstest moet doen. Ik zit op de stoelen voor de blauwe pasjes mar de beambte heeft het rode pasje uit mijn borstzakje zien steken. En dat had ik natuurlijk opzettelijk zo geplaatst in mijn agenda. In een groep van tien stappen we een met houten schotten afgebakend stuk van de wachtruimte binnen.
De eerste test is niet zo moeilijk! Je moet de kleur zeggen die de man aanwijst. Rood, geel en groen. Het zijn er zes of zeven die ik zonder fouten herken. Hoera! Het begin is goed. De tweede is wat moeilijker! Ik moet achteraan gaan staan want zijn engels is zo beperkt dat hij me niet kan uitleggen wat de bedoeling is.
‘Look’, zegt hij terwijl hij zijn vinger opsteekt als teken dat ik aandachtig moet opletten wat er allemaal gebeurd.
Aan weerszijden van een soort ogentest apparaat zijn een rode en groene lamp aangebracht. Een voor een moeten mijn cursusgenoten recht vooruit kijken en zien welke lamp er in hun ooghoeken brandt.
‘Rood’, een korte stilte, ‘groen’, volgens de eerste cursist.
‘Rood’, een korte stilte, ‘groen’.
‘Rood’, een korte stilte, ‘groen’.
‘Rood’, een korte stilte, ‘groen’.
Jullie begrijpen het al, wanneer ik aan de beurt ben wordt het: ‘Rood’, een korte stilte, ‘groen’.
Ik krijg een schouderklopje van de man in het bruine uniform voor mijn fantastische resultaten tot nu toe, en ook hij is aan gezichtsverlies - het nationale probleem in Thailand - ontsnapt. De derde is de moeilijkste! Je gaat op een kruk zitten voor een houten plaat met daarop twee pedalen. Je drukt het rechtse pedaal in - het gaspedaal - en een reeks groene led’s begint te lopen. Je moet met dezelfde voet op het naastgelegen pedaal - het rempedaal - trappen voordat de led’s rood zijn. Ik hoef bij deze test niet tot de laatste plaats te wachten en ook voor deze test slaag ik met vlag en wimpel. Een meisje presteert het tot op drie keer toe de rode led’s te bereiken. Een hoge pieptoon als gevolg. Maar de examinator heeft haast en spreekt het meisje wat troostende woorden toe. Ze probeert het voor de laatste keer en alle cursisten zijn voor dit belangrijke onderdeel voor het verkrijgen van het rijbewijs gelaagd.
De groep wordt uit elkaar getrokken en ik - als enige buitenlander - ga naar de videoruimte waar een voorlichtingsfilm in het Engels over verkeersveiligheid draait. Drie kwartier later komt een meisje me vertellen dat er problemen met de computer zijn en dat het wat langer gaat duren. Erg volgt nog een film die overigens nog saaier is dan de eerste.
Na anderhalf uur ga ik dan toch maar eens op onderzoek uit want het lijkt er op dat ze me zijn vergeten.
‘Vergeten?’
‘Rustig blijven en even navragen!’
‘Kom om 13:00 maar terug dan maken we de rijbewijzen’, mijn naam gaat in een dik boek als teken dat ik ben geslaagd voor de test en de film heb bekeken.
Anderhalf uur wachten! Gelukkig is er in Thailand altijd een 7-11 dichtbij voor een broodje en een flesje Pepsi Max. Om kwart over twaalf ben ik alweer terug bij het kantoor. Nog even lekker een halfuurtje lezen en dan naar boven.
Ik ben het boek “Kopgeld” aan het lezen. Een verbijsterend verslag van de Jodenjacht door puur op geld beluste mannen. Een groep sociale mislukkelingen uit de onderste laag van de bevolking die in Amsterdam door de roofbank van de Duitsers tot een groep moordlustige en op geld beluste wolven werd gesmeed. Waarvan de meesten bijna nooit langer dan 12 jaar vast hebben gezeten. Maar veel van de hele slechten zijn aan de vervolging ontsnapt en hebben na de oorlog van hun Jodenbuit als prinsen geleefd. In 1950 kwam er een algemeen koninklijk pardon die alle doodstraffen omzette naar levenslange straffen - 20 jaar - waarna ⅔ van de straf te hebben uitgezeten de gevreesde Jodenjagers weer oog in oog met hun slachtoffers stonden die de verschrikkingen van de kampen hebben overleefd.
Boven is het veel drukker dan vanochtend en de moed zakt me in de schoenen, totdat ik binnen vijf minuten mijn naam hoor roepen, ‘Mister Hendrik’.
Dat ben ik! 960 Baht afrekenen aan een andere balie en met een blauw kaartje - nummer 13 - kan ik wachten totdat de foto van me kan worden gemaakt. Nummer 13 doet me overigens niets want ik heb meer dan 25 jaar op nummer 13 aan de Omhoeken gewoond.
Zodra de foto’s gemaakt zijn print de ultramoderne rijbewijzen printer mijn nieuwe rijbewijzen. Even controleren of alles op de voorkant klopt en ik ben klaar!
Een reis van vijf en een half uur door de Thaise bureaucratie en deze n een succes worden genoemd. Nu lekker relaxen en nadenken over de volgende klus van morgen.
Copyright/Disclaimer