
Pattaya (Boxing Roo) 8), donderdag 13 maart 2025
Zodra om vijf uur de nieuwe IKEA (reis)wekker afgaat en enkele seconden later mijn iPhone bijspringt ben ik in een andere wereld. Ik heb niet lang nodig om me aan te passen aan de nieuwe omgeving die ons met een tijdmachine naar een andere wereld zal brengen. We hebben een klein uur om de resterende zaken in te pakken en alles in gereedheid te brengen om te vertrekken naar de “Kansai International Airport”. We hebben een kleine vier uur in totaal om aan de gate van de vertrekkende Airbus A321-200 van Philippine Airlines te geraken. Onze ervaring van vorig jaar is dat het onder normale omstandigheden geen probleem zal zijn.
Mijn gedachten zijn nog niet helemaal helder na de Asahi biertjes van gisterenavond om mijn korte slaap te verbeteren. Als een robot op automatische piloot schuifel ik door de kleine hotelkamer om systematisch de laatste spullen een plaatsje in de koffers te geven. Lyka is ondertussen ook al druk bezig en we nippen om beurten van de gloeiend hete koffie die ik als eerste vers heb gezet. Om kwart voor zes komen we beiden met het sein ‘Koffers ingepakt’ en kunnen we rustig nog even naar het toilet en de kamer aan een laatste inspectie onderwerpen.


Vanaf het metro station is het een korte ondergrondse wandeling naar het “Osaka Nankai Namba Station”. Een hele mond vol maar de Nankai spoorwegmaatschappij heeft tientallen stations in Osaka en Namba is de buurt waar dit grote station zich bevind. Treinkaartjes komen uit de automaat waar je alleen contant kan betalen. Je kunt ook je kredietkaart aan de poortjes gebruiken maat de VISA-kaart die WISE verstrekt is een debietkaart.
In de trein op perron 5 moeten we twintig minuten wachten tot het voertuig om precies 06:49 in beweging komt. Het is een “Limited Express” zodat er onderweg enkele stations worden overgeslagen maar we stoppen toch zeker nog bij zeven à acht stations om de passagiers te kunnen laten overstappen. Bij aankomst op de luchthaven hebben we nog een kleine twee uur om in het vliegtuig te geraken.
Eerst nog snel een bezoekje aan het toilet want je weet immers nooit of er lange rijen staan, of ander oponthoud is, bij de veiligheidscontrole of de immigratiedienst. De laatste handeling voor ons vertrek uit Japan is een aangename. Japan is uiterst efficiënt georganiseerd en binnen vijftien minuten zijn we beide controle’s zonder enige problemen gepasseerd. Dat gaat op Schiphol wel anders.
We slenteren langs de Tax-Free winkels, die niet interessant zijn de meeste toeristen, richting de Gate. Overal in Osaka kan je belastingvrij goederen kopen zolang het totaal boven de 5.000 yen is. Je hoeft de belasting op de gekochte goederen niet terug te vragen omdat je op vertoon van je paspoort met daarin een “sticker van aankomst” geen belasting meer hoef te betalen. De prijzen staan dan ook in de meeste winkels vermeld met en zonder de BTW die in Japan 10% is. Er zijn gelukkig nog enkele ouderen onder ons die het met hoofdrekenen de belasting kunnen bepalen.
Bij Gate 10 vraag ik meteen, met behulp van de iPhone, in het Japans of ouderen voorrang bij het aan boord gaan krijgen. Mijn vraag wordt positief beantwoord en twintig minuten later wenkt een vriendelijke baliemedewerkster dat het voor ons tijd is om aan boord te gaan. Hier heeft de jeugd en de overheid nog respect voor de ouderen die het land hebben opgebouwd dat ze erven.
We zitten bijna helemaal achterin op rij 71 omdat ik dat de fijnste plaatsen vind. Gisteren bij het inchecken op het internet heb ik een stoel tussen ons in leeg gelaten. Dit is een spannend moment! De stoel tussen ons blijft gelukkig leeg en wij hebben een aangename vlucht naar Manilla voor de boeg.


De maaltijd wordt geserveerd in hetzelfde schattige “Bento” dienblad als op de heenweg. De hoeveelheid plastic is geminimaliseerd en het bestek is tegenwoordig gemaakt van hout. Voor het milieu zorgen kan dus ook zonder hoge milieu belastingen! Waarom gaan ambtenaren zich nooit in het buitenland oriënteren en proberen ze altijd zelf het wiel opnieuw uit te vinden? Een soort werkverschaffing?
De dienbladen met de resten van de maaltijden zijn door het cabinepersoneel opgehaald en opgeborgen wanneer de eerste schokken van turbulentie zich aankondigen. We vliegen het grootste gedeelte van de reis over de “Filipijnen Zee” die berucht is om haar stormwinden uit het noorden en de tyfoons uit het zuiden en westen. De bel in de cabine klinkt twee keer als teken dat het cabine personeel op hun hoede moet zijn bij alle bewegingen in de cabine. De twee lampjes boven ons, verboden de roken en veiligheidsgordels vast, zijn sinds on vertrek uit Osaka nog niet uit geweest!
De luidsprekers kraken en de stem van de kapitein klinkt: ‘We naderen een gebied met zware turbulentie! Blijf op uw plaatsen zitten met de veiligheidsgordels vast! Maak geen gebruik van het toilet totdat het lampje “veiligheidsgordels vast” is gedoofd!’
Er gaat een zware zucht door de cabine van voor naar achter. Iedere passagier weet hoe sterk en hoe veilig een vliegtuig is maar elk ongemak wordt in het kwadraat versterkt en gevoeld. Vliegangst bestaat nog steeds!
Ruim twee uur worden we door elkaar geschud! We slingeren van links naar recht en vallen soms tientallen meters in een luchtzak. Dan weer worden we als door een enorme onzichtbare hand tientallen meters omhoog getild en in onze zetels gedrukt. Er heerst een onaangename stilte in de cabine die af en toe wordt onderbroken door een schreeuw of een zucht. Er lijkt geen einde aan de turbulentie te komen! Iedereen aan boord is zichtbaar verblijd zodra het vliegtuig veilig aan de grond staat in Manilla.


De kip heeft ook deze vlucht de voorkeur van de passagiers voor ons in het vliegtuig waardoor wij zijn veroordeeld tot de rijst met rundvlees in oestersaus. Het is opnieuw een smakelijke maaltijd. Alleen had de broccoli wel wat minder gaar mogen zijn.
De vermoeidheid van het zitten in een vliegtuig en het uren achtereen niets doen slaat toe wanneer ik een pagina of veertig gelezen heb in het e-book “De Cock en de ontluisterende dood”. De boeken van Appie Baantjer zijn interessant leesvoer voor onderweg. Ze zijn onderhoudend en tegelijkertijd niet te ingewikkeld. Mijn ogen vallen dicht tot de krakende stem van de kapitein, die meld dat we de daling naar “Suvarnabhumi International Airport” hebben ingezet, mij weer wekt.



Onzichtbare zijwaartse krachten geven me het gevoel dat we rondjes vliegen? Eerst maar eens kijken! En ja hoor, we zijn door de verkeersleiding in Bangkok in een circuit gezet op ongeveer tien kilometer hoogte. Dat is niet iets om je ongerust over te maken want zowel de piloten als de verkeersleiding weten precies hoeveel brandstof de Airbus A321-200 van Philippine Airlines nog aan boord heeft!
Het is nu wachten op het bericht van de kapitein wat er precies aan de hand is. Dat bericht laat langer op zich wachten dan verwacht en de ondertussen beginnen de passagiers in de cabine zich te roeren. Het overgrote deel van de passagiers beseft nu dat er wat mis is en een onzichtbare angst verspreid zich snel door de cabine. Niet voor mij. Op mijn iPhone staan de twee belangrijkste indicatoren die ik rechtstreeks uit de cockpit van het vliegtuig krijg, de luchtsnelheid en de hoogte. Deze twee indicatoren geven aan dat alles in orde is en dat we wachten op een nieuwe opdracht van de verkeersleiding in Bangkok.
‘Hier is uw kapitein die spreekt!’, klinkt er krakend door de cabine.
‘Het is op dit ogenblik erg druk in de lucht boven Bangkok.’
‘We hebben instructies gekregen van de verkeerstoren om op deze hoogte rondjes te vliegen totdat we een plaatsje in de file krijgen om te landen.’
‘De verkeersleiding heeft een geprojecteerde landingstijd van 18:15 gegeven.’
‘Blijf op uw plaats met de veiligheidsgordels vast en maak geen gebruik meer van de toiletten.’
Een zucht van opluchting zweeft door de cabine en de wegtikkende seconden voelen aan als minuten. De stilte in de cabine verraad de angst onder de passagiers. Vliegen is voor velen nog steeds een ongemakkelijke, maar tegelijkertijd onontkoombare, manier van verplaatsen.
Rond zes uur hebben we ons circuit verlaten en zijn enkele kilometers lager, en dichterbij de luchthaven, in een nieuw circuit gezet. Buiten is er niets anders te zien dan dikke zware grijze wolken. Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg.
We verlaten ook dit circuit en gaan in noordelijke richting om Bangkok Airport op de meest bekende route aan te vliegen. Dan gebeurt het verwachtte! Het vliegtuig begint te schokken, motoren huilen en passagiers schreeuwen. De ware reden van het oponthoud waren zware onweersbuien met zware onberekenbare windstoten en valwinden. Vergeleken met deze turbulentie was de turbulentie tijdens de eerste etappe van Osaka naar Manilla een ritje in een draaimolen op de kermis!
De lichten in de cabine worden gedoofd en het beeld van mijn iPhone wordt donkergrijs. Ik krijg geen informatie over het vliegtuig meer vanuit de cockpit. De kapitein zet een ongewoon steile duikvlucht in zoals ik die nog nooit heb ervaren tijdens mijn hele leven. Ik staar gewoon in de diepte naar de deur van de cockpit!
Buiten raast de wind en dikke regendruppels trekken langs de plastic ramen. Een knal en een lichtflits ontaard in een schreeuwconcert. De duikvlucht duurt lang, veel te lang, kruizen worden geslagen en Boeddha amuletten gekust. En dan even plotseling als onverwacht stabiliseert de kapitein het vliegtuig op de gewoonlijke hoek voor de landing. Buiten zijn er nog steeds de dikke zware donkergrijze onweerswolken te zien.
Het schokken neemt wat af en we breken door het laaghangende wolkendek. Het regent hard en onder ons kruipt een lint van auto’s met wit en rood gekleurde lampen langzaam over de tolweg van Bangkok naar Pattaya. Door het ontbreken van goed zicht en het missen van het “ILS” landing systeem raken we te ver op de landingsbaan het asfalt! Zodra het neuswiel het asfalt raakt gaan de twee motoren in de achteruit om zo snel als mogelijk af te remmen. Goed werk van de twee mannen in de cockpit!
Het was een onaangenaam maar ook interessant einde aan onze vlucht naar Bangkok en onze reis naar Japan. Het is druk bij de toiletten in de terminal wanneer we het vliegtuig hebben verlaten. Ik denk dat er best wel enkele vuile onderbroeken zijn verschoond!
We zijn nog steeds elke keer blij wanneer onze koffers uit de kelders van een luchthaven omhoog komen! Het duurde veel langer dan gewoonlijk maar uiteindelijk kunnen we door de douane naar uitgang drie waar de agent van “Instyle Private Car Service” op ons staat te wachten. Gewapend met twee gekoelde halve liter blikken stappen we in de taxi die ons naar Pattaya gaat brengen.
De rit van de luchthaven in Bangkok is overdag al saai dus ’s avonds is het helemaal een saai drama. Ik nip van mijn biertje en zoek in mijn hoofd naar mogelijke oplossingen voor onze problemen in Nederland. In Pattaya heb ik ook nog een lijstje af te werken, een lijstje dat met de dag langer wordt. We hebben nog twee weken in Thailand om te ontspannen voordat ik me onder de koude douche stort die er in Nederland op ons wacht.

