
Op de bouwplaats, maandag 31 maart 2025
Om een uur gaan kort naar elkaar de telefoon en de wekker op mijn iPhone af.
Ik neem de hoorn van de haak en hoor een krakerige computerstem zeggen: ‘This is your wake-up call! It is one ‘o’ clock!’
Ik ben niet in de war maar wel enigszins gedesoriënteerd. Lyka draait zich onwennig op dit tijdstip nog eens op haar andere zijde maar dat mag ik niet laten gebeuren. We staan aan het begin van een hele lange (reis)dag waar we ons met een gezamelijk hoog moraal doorheen moeten slepen.
Ik neem eerst de tijd om een beker koffie te zetten want zonder de cafeïne kom ik ’s morgens maar moeilijk op gang. De kamer wordt voor de laatste keer gecontroleerd of we ècht niets zijn vergeten in te pakken en de koffers die moeten worden ingecheckt worden voorzien van enkele stroken gele ducttape als extra beveiliging. We kijken elkaar aan om onze energie gelijk te balanceren want we weten beiden donders goed wat er voor een dag voor ons ligt.
Iets over half twee arriveren we in de lobby van het “The Green View Hotel” waar al twee andere achtergebleven passagiers op de bus zitten te wachten. Met een rugzak bomvol met ervaringen in Thailand wist ik gisterenavond al te voorspellen dat er een minibusje voor de zeven passagiers is geregeld. Niemand, en dan ook helemaal niemand, heeft gedacht aan de mogelijkheid van de hoeveelheid bagage die hoogstwaarschijnlijk bestaat uit zeven grote koffers en ook nog eens zeven kleine koffers!
We zijn nog niet compleet wanneer de door mij voorspelde veel te kleine minibus arriveert. We gaan met z’n vijven naar buiten en ik zie de buschauffeur achter zijn oren krabben wanneer hij de enorme hoeveelheid bagage van ons vijven ziet. Hij begint met de grote koffers achterin de minibus te laden waarna de kleine cabine bagage er boven op gaat. Je hoeft niet te hebben gestudeerd om te zien dat dat niet gaat passen! Er moeten twee kleine koffers naast de passagiers op de stoelen. Dan is de bus is vol!
De achterklep van de minibus slaat met een klap dicht en precies op dat moment verschijnen de twee laatste passagiers. Er ontstaat een vurig argument tussen verschillende betrokkenen, zoals een medewerker van het hotel en de chauffeur van de minibus, maar zodra het woord “Bolt” valt weet ik dat het probleem is opgelost en dat er voor de laatste twee passagiers een taxi wordt geregeld om ze naar het “Suvarnabhumi International Airport” in Bangkok te brengen. Ze moeten alleen wel langer wachten totdat de taxi is gevonden!


Het grote voordeel van dit nachtelijke vertrek is natuurlijk dat er geen lange rijen staan bij de veiligheid inspectie en de immigratie. We kunnen zo doorlopen terwijl het Zwitserse echtpaar apart wordt genomen omdat ze de zestig dagen van het visum hebben overschreden. De beambten van de immigratie zijn druk aan het bellen met Turkish Airlines om de bevestiging dat de vlucht van vrijdagavond door de luchtvaartmaatschappij is geannuleerd en dat de passagiers daar geen schuld aan hebben. Misschien krijg ik nog wel te horen hoe het is afgelopen.
We zoeken een plaatsje aan een tafel in ons vaste koffie restaurant in de vertrekruimte van het “Suvarnabhumi International Airport”. Ook hier is het natuurlijk erg rustig en wij moeten nog meer dan drie uur wachten voordat we aan boort kunnen van onze eerste vlucht “Turkish Airlines TK 59” naar Istanbul. Er zit gelukkig nog voldoende Thaise baht in mijn broekzak. Ik schud met mijn hoofd wanneer ik meer dan negen euro moet aftikken voor een kartonnen beker hete zwarte koffie en een bekertje lauwe chocolademelk. Het meisje giet de hete koffie in mijn Japan koffiebeker. Daarna nog enkele blokjes ijs om de koffie snel op drinktemperatuur te brengen.
De minuten kruipen (te) langzaam voorbij en zodra Lyka haar verveling gaat verdringen met een kijkje in de veel te dure “Tax-Free” winkels sla ik mijn Kobo e-reader open om de tijd te doden. Gelukkig werkt het! Lyka komt terug met twee pakken wafels die gevuld zijn met lokale tropische vruchten. Nog twee uur te gaan en ik speel voor een moment met de gedachte om mijn MacBoek tevoorschijn te halen om verhalen te schrijven. Verder dan het spelen met de gedachte komt het niet. Mijn koffie is bijna op na anderhalf uur en dan wordt het tijd om onze zitplaatsen en tafel te verlaten en naar de Gate te gaan. Het begint langzaam drukker te worden op de luchthaven.
Bij de Gate hebben we gelukkig meteen zitplaatsen waar we een uur moeten luisteren naar een computerstem die om de tien seconden waarschuwt dat de loopband voor onze neus eindigt. Ik haal mijn e-reader maar weer tevoorschijn en lees in het boek van Inez Weski “Het geluid van de stilte : Een jaar leven in een voortrazende orkaan”. Een verslag over hoe onbetrouwbaar onze overheid is. De waarheid is nog veel ongelooflijker dan de ingewikkeldste verzinsels! We zijn allemaal slachtoffer van het systeem dat “de Overheid” heet! Net als in China en andere totalitaire regimes.
Dan kunnen we eindelijk naar het aquarium een verdieping lager en moeten we wachten op ons vliegtuig dat nog niet aan de slurf staat. Ik kijk op mijn horloge en realiseer me dat we al zes uur wakker zijn en het vliegtuig nog niet hebben gezien. Dit zijn van die momenten dat we niet teveel moeten nadenken maar alles gelaten over ons heen moeten laten komen. Gelukkig mogen we als een van de eersten aan boord omdat het personeel weet dat we meer dan zestig uur vertraging hebben. Eindelijk rust!
De Airbus “A330-300“ heeft maar twee stoelen aan de raamzijde en dat betekend dat we een relatief comfortabele vlucht in het verschiet hebben. Voor zover je kan spreken van een comfortabele vlucht! Intercontinentale vluchten richting Europa vanuit Thailand zijn ècht een drama!


Er zijn nog tien lange uren te gaan! In de hoop dat het ontbijt me rozig zal maken doe ik mijn oordoppen in en probeer te slapen. Gelukkig lukt dat voor enkele uren. Totdat mijn lichaam genoeg rust heeft gehad en mijn interne klok, die nog steeds op GMT +8 staat, mij wekt en ik voor me uit in een cabine staar waar veel mensen TV zitten te kijken. Dat is ook iets dat ik nooit heb kunnen begrijpen! Passagiers die acht uur achter elkaar film zitten te kijken. Nog ruim zes uur te gaan!
Het boek van Inez Weski is mij op dit moment wat te zwaar dus begin ik aan “Alistair MacLean's Rode Brigade”. Een boek over een dodelijk virus dat uit een laboratorium wordt gestolen en de hele mensheid in gevaar brengt. Waar heb ik dat eerder gelezen of gehoord?


De laatste vier uur van de reis naar Istanbul kan je het beste vergelijken met het oneindige ronddraaien in je bed wanneer je niet in slaap kan komen. Ik probeer van alles en nog wat om de seconden en minuten sneller te laten passeren. Tevergeefs! Zodra ik mijn e-reader open en probeer te lezen vallen mijn ogen voor enkele momenten dicht. Mijn gedachten houden me daarna meteen weer wakker. Mijn hersenen zoeken naar oplossingen voor de problemen die ons op dit moment in Nederland teisteren. Problemen die zo snel als mogelijk moeten worden opgelost.
Hazenslaapjes afgewisseld met periodes van astronomische verveling, wat kan ik nog bedenken om de tijd te versnellen? Nog maar een stukje lezen totdat mijn ogen weer dichtvallen.
Eindelijk komt de verlossende mededeling van de kapitein vanuit de cockpit: ‘Goedemiddag, we gaan over enkele minuten de daling inzetten naar de “Istanbul Havalimanı” luchthaven.’
Precies op dat moment komt het cabine personeel langs om de schuifgordijnen in de patrijspoorten omhoog te doen waarna er een stroom oogverblindend zonlicht de cabine vult. Het voelt ongemakkelijk als in een bioscoop wanneer de noodverlichting plotseling aan gaat!
Het is nu of nooit! Er heb uren met de gedachten gespeeld en nu moet het dan maar gebeuren! Ik sta op en been naar de centrale keuken tussen de vleugels en vraag naar het hoofd van het cabine personeel.
Het cabine personeel kijkt me vreemd aan en de vraag: ‘Waarom?’, laat niet lang op zich wachten.
Het hele verhaal van de vertraging en annulering van onze vlucht drie dagen geleden opent alle monden van verbazing. Nu we ook nog een kleine zes uur op de luchthaven in Istanbul moeten wachten zouden we het zeker op prijs stellen wanneer Turkish Airlines ons een (gratis) verblijf in de lounge zou aanbieden zodat we in ieder geval kunnen ontspannen en wat uitrusten. Het hoofd van het cabine personeel verontschuldigd zich voor het ongemak en belooft zodra ze contact heeft met de luchthaven ons ongemak zal bespreken met de verantwoordelijke manager. Ik heb geen enkele zekerheid dat het gaat lukken maar niet geschoten is altijd mis!
Na de wat onhandige en hobbelige landing verlaten we als laatste passagiers het vliegtuig. Voordat we het toestel verlaten stapt het hoofd van het cabine personeel op ons af en verteld dat ze voor ons heeft geregeld dat we kunnen ontspannen in de lounge van Turkish Airlines. Ze weten ervan aan de balie voor de lounge en onze namen zijn in het systeem ingevoerd. Ik bedank haar uitgebreid en kan alleen maar hopen dat het allemaal goed komt. Zes uur wachten op een luchthaven is een heel lange tijd, zeker na een vertraging van meer dan zestig uur!
Halverwege de slurf worden we opgewacht door een lange magere man met een dikke zwarte snor in een net kostuum, met een portofoon op de heup, die ons nog een keer op de borst drukt dat we ons geen zorgen hoeven te maken. We kunnen naar de lounge gaan. Ze weten dat we onderweg zijn en wij kunnen gratis gebruik maken van de lounge. Het is in ieder geval een opluchting dat we de lange uren wachten kunnen doorbrengen op een comfortabele sofa.
Onze zoektocht naar de beloofde lounge brengt ons langs drie verschillende lounges verspreid over de enorme vertrekterminal. De nieuwe luchthaven van Istanbul moet het nieuwe knooppunt worden tussen oost en west. Overal laat ik met een verlegen glimlach onze instapkaarten zien. Ze worden gescand en geen enkele keer gaat er een groen licht branden dat we mogen worden toegelaten.
Bij een van de lounges is de medewerker van Turkish Airlines meer dan onbeschoft. Hij laat duidelijk merken dat hij weinig opheeft met een “Kafir” uit West-Europa. Zijn islamitische superioriteitsgevoel straalt van hem af en hij denkt dat hij echt de uitverkorene is! Welkom in de "Verenigde Europese Emiraten”, het continent van de toekomst.
Bij een andere lounge adviseren ze ons om naar de balie van de klantenservice te gaan. We zijn al een uur aan het zoeken en hebben nog geen slokje water gezien. Mag ik dat een slechte service van de luchtvaartmaatschappij noemen? Bij de klantenservice vinden we gelukkig een luisterend oor en in ieder geval en verifiëren ze onze meer dan 60 uur vertraging. De ogen van de medewerkers gaan wijd open en ook hun monden vallen open van verbazing.
Na een vriendelijke knik met een blik vol medelijden pikt de man de telefoon op, in Islamitische landen is de vrouw nog steeds ondergeschikt en minderwaardig, en belt met het management. Het resultaat is dat we beiden een voucher ontvangen voor een gratis maaltijd omdat we niet tot de lounge kunnen worden toegelaten.


Zonder enige aanwijzing in welke richting wij de restaurants, waar we de voucher kunnen inwisselen, kunnen vinden worden we weggewuifd. Probleem opgelost!
Na een half uur zoeken naar een restaurant dat op de display staat gaan we met geluk een roltrap op naar een hoger gelegen promenade met enkele goedkopere fastfood restaurants. Het was de “Subway” broodjeswinkel die onze aandacht trok! Lyka bestudeerd haar voucher en ziet dat het “The Gang Food” restaurant ook op de voucher is vermeld. Dat wordt het dan! Een broodje gefrituurde kip zoals bij KFC met patat en een Coke Zero. Tijdens het wachten op ons eten bereken ik uit verveling wat onze maaltijd zou kosten, wanneer wij deze uit vrije wil zouden bestellen.
Het complete dienblad kost € 19,65 per stuk! Vol ongeloof staar ik naar het dienblad met het taaie broodje en lauwe friet. Voor dat bedrag konden we samen twee keer ’s avonds heerlijk gezond gaan eten in Japan. Maar Japan is een duur land!




Bij de gate aangekomen is het duidelijk dat we met bussen naar het vliegtuig op de parkeerplaats worden gebracht. Ik weet op dit moment niet meer of ik dat nog wel aankan. Alles doet me pijn en ik heb een barstende hoofdpijn. We zijn vanaf hier het punt gepasseerd dat het me allemaal geen moer meer kan schelen! Zodra de rijen zich gaan vormen om in te gaan stappen loop ik zelfverzekerd naar de voorkant van de rij “Business Class”, Lyka volgt mij ongemakkelijk.
Ik overhandig mijn instapkaart en zeg tegen de vriendelijke dame: ‘Zestig uur vertraging! Oudere passagier!’, ik wijs over mijn schouder naar Lyka, ‘My wife’.
Ze twijfelt enige momenten en scheurt daarna de instapkaart af. Lyka volgt mij naar de gereedstaande bus en we weten dat we nu aan de op een na laatste etappe van onze terugreis beginnen.
Naast ons, aan de andere kant van het gangpad, op de drie stoelen in het midden zitten drie Turken onafgebroken naar ons te staren afgewisseld met korte gesprekken. Ik vraag mezelf af of ik het me misschien inbeeld. Nee, ze zitten echt naar ons te staren en lachen ons uit. Ik vraag me af of ze naar mij of naar Lyka zitten te staren. Het voelt in ieder geval erg ongemakkelijk. Het vliegtuig stroomt langzaam vol en ik wacht vol verwachting af wie er op de lege stoel naast me zal plaatsnemen. Niet veel later wordt een van de Turken door het cabinepersoneel gesommeerd naar de lege stoel naast mij te verhuizen.
Het duurt niet lang voordat het staren en de oorzaak van het staren zich openbaart. De man zijgt neer op de smalle stoel in de “Boeing 787 Dreamliner” en maakt zich onmiddellijk zo breed dat hij bijna mijn ribben kneust. Zonder een woord te zeggen en met een brede glimlach op zijn stank verspreidende mond maakt hij duidelijk dat hij superieur aan ons is en wij ongelovigen zijn! Minder dan een hond!


De slechte pasta maaltijd breekt de reis maar het is zeer ongemakkelijk eten met een stoorzender naast je. Mijn trek is sowieso al verdwenen wanneer een vleugje van de slechte adem van mijn buurman mijn neus binnendringt. Na het eten verlaat ik mijn zitplaats om rust te krijgen in het overvolle vliegtuig. Ik loop naar de staart van het vliegtuig waar ik staande naast het toilet twee uur van de terugreis doorbreng. De slechte adem van de Turk kan ik missen als kiespijn. Het cabinepersoneel is verbaasd door mijn aanwezigheid maar verzorgd de vreemde staande passagier uitstekend.
De zon gaat ergens boven Duitsland langzaam onder, ik zie de zon onder de horizon verdwijnen. Onze lange vliegreis is bijna ten einde en mijn blijdschap over onze thuiskomst is minimaal. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer in West-Europa zijn. Het continent van eindeloos lullen en tegelijkertijd de zakken van de ongekozen socialistische politici vullen.
Problemen stapelen zich ook op In Hollandistan! De ene (energie)crisis is nog niet opgelost en de volgende (pensioen)crisis biedt zich alweer aan. Er is een file van onoplosbare crisissen gevormd die in de moderne geschiedenis niet meer door een megalomane overheid kan worden opgelost. Een alles verzengende vuurbal in de vorm van een paddenstoel is wellicht nog de enige oplossing voor een nieuw begin met een schone lei. Een einde aan het ontkennen en de struisvogelpolitiek van de geldverslindende overheden!
Een steward maand me vriendelijk om te gaan zitten omdat de landing naar Schiphol is ingezet en de lampjes “Gordels vastmaken” zijn gaan branden. De laatste twintig minuten naast de ruikende Turk lijken uren te duren! Ik ben blij dat ik verlost ben van mijn buurman zodra de wielen de grond raken.
Het vliegtuig rolt in een slakkengang naar de terminal wanneer mijn lastige buurman in het andere gangpad zijn cabinebagage uit het bagage compartiment boven de passagiers haalt. Zelfs het mannelijke cabinepersoneel maakt geen enkele indruk op hem! Turks haantjes gedrag! Samen met zijn twee kompanen gaat hij gewoon richting de uitgang terwijl de andere passagiers verbaasd naar hun verrichtingen kijken!
Immigratie is elektronisch en de koffers verschijnen al snel op de band. Het gaat zelfs zo snel dat we de intercity naar Den Bosch een half uur eerder dan gepland kunnen nemen. Vandaag koop ik fysieke vervoersbewijzen omdat het de vorige keer het elektronisch inchecken was misgegaan. Onze beloning is € 1,50 toeslag per persoon! Goede bedoelingen kosten nu eenmaal extra in Nederland!
Met vier koffers komen we niet verder dan het balkon van het treinstel. Ik schaam me kapot voor het land en de toestand van het treinstel! De trein is smerig en het toilet is te smerig voor woorden en de wanden staan vol met graffiti. Wat zou een toerist uit een ontwikkeld land denken wanneer hij arriveert op de grootste luchthaven van de lage landen?
Vanaf het station “Amsterdam-Zuid” en “Amsterdam Bijlmer ArenA” trekken er roedels jongeren met hoodies en dunne baardjes, als hongerige wolven op jacht, door de trein. Observerend, concluderend en intimiderend, naar de weinige passagiers. Wij voelen ons niet op ons gemak en blijven in stilte naar de grond staren zodra er weer een roedel Noord-Afrikanen passeert! Dit is hun met urine afgebakend terrein! Oogcontact kan dodelijk zijn in de trein!
Ik vraag de passerende conducteur of hij bij ons kan blijven omdat we bang zijn. In de ogen van de conducteur staat dezelfde angst te lezen die wij voelen. Waarom zou er niemand meer conducteur willen worden, of politieagent? Het is duidelijk wie de baas zijn in de samenleving. Welkom in Hollandistan!
Ik heb nu al heimwee naar de eerste wereld landen in het verre oosten…