maandag 7 juli 2025

Thailand: Tussen de rubber plantages

Ruwe rubber

Sakon Nakhon (L.P.Mansion) 114), zaterdag 2 november 2024

We hebben de afgelopen nacht in Mukdahan ook weer goed geslapen. We zijn in het uiterste noordoosten van Thailand en hier is het niet zo heel erg druk. Een verdwaalde toerist, zoals wijzelf, is al erg zeldzaam. Het is om acht uur in de ochtend heerlijk rustig in de stad en rondom ons hotel.
Riverfront Hotel Mukdahan ontbijtRiverfront Hotel Mukdahan ontbijt Het ontbijt, dat bij de prijs van de overnachting is inbegrepen, is in buffetvorm en ik moet eerlijk zijn dat de afwisseling van de gewoonlijke tosti’s van de 7-11 op deze rustige ochtend welkom is. Voordat we gaan opscheppen genieten we van het uitzicht over de Mekong rivier en zien een vliegtuig landen op de kleine luchthaven van “Savannakhet Airport” aan de andere kant van het langzaam stromende water.
Riverfront Hotel Mukdahan ontbijtRiverfront Hotel Mukdahan ontbijtRiverfront Hotel Mukdahan ontbijtRiverfront Hotel Mukdahan ontbijt Wij zijn onderweg met weinig tevreden en genieten van het eenvoudige ontbijt. De (kip)knakworstjes en het gebakken ei smaken me prima. Ik laat alleen de zoete gele Thaise margarine voor wat het is. De koffie in het hotel is zoals ik heb verwacht! Een grote ketel Nescafé oploskoffie die ze niet eens in een Thaise gevangenis aan de man kunnen brengen. Gelukkig heb ik zelf een drinkbeker verse Nederlandse koffie gezet voordat we gingen ontbijten.
We bepakken de motor samen. Dat nu een goed teamwork is want we weten beiden wat, en wanneer, we moeten doen om de twee rugzakken, en de rest, veilig vast te zetten op het bagagerek. Op weg naar de eerste stop voor vandaag gooi ik de branstoftank tot aan de rand vol waarna ik de aanwijzingen op mijn oude Garmin Oregon 400t volg.
Wat Roi Phra Phutthabat PhumanoromWat Roi Phra Phutthabat Phumanorom We hebben gisteren de enorme Boeddha van “Wat Roi Phra Phutthabat Phumanorom” al van verre gezien. Ook vanuit de hotelkamer konden we een glimp opvangen van het Boeddhabeeld op een heuvel.
Rond de Boeddha is een cordon van politie voertuigen gestationeerd. Dat ik een teken dat er vandaag een hoogwaardigheidsbekleder op bezoek komt. We zijn enigszins verbaasd dat wij mogen doorrijden naar de parkeerplaats terwijl enkele Thai worden gesommeerd hun pick-uptruck om te draaien en de heuvel weer te verlaten. Zou het zijn omdat ze verrast en blij zijn blanke toeristen hun witte Boeddha komt bezoeken?
We maken enkele foto’s op het tempelterrein maar de drukte laat ons ongemakkelijk voelen. Ik bedank bij de wegversperring uitgebreid de agent van politie die ons doorliet en mijn kennis van de Thaise taal maken hem zichtbaar blij. We gaan nu op weg naar Sakon Nakhon!
De Isaan, en zeker het uiterste noordoosten van Thailand, is berucht om haar lelijke en gevaarlijke wegen. In een opwelling om het overwegend agrarische noordoosten van Thailand ook mee te laten genieten van de economische voorspoed zijn er honderden miljoenen euro's in de infrastructuur geïnvesteerd. Niet dat de lokale bewoners daar iets aan hebben want in de Isaan betekend betere wegen harden rijden met de oude voertuigen met meer dodelijke verkeersongevallen als gevolg.
Ondanks mijn natuurlijke afkeer voor deze snelwegen in Thailand moeten we een pauze houden op de vluchtstrook. Het is zeker nog een uur rijden naar de afslag die ons over binnenwegen naar Sakon Nakhon zal brengen. Hopelijk rustige wegen want dat is in het noordoosten van Thailand geen zekerheid.
Overladen vrachtauto’s en pick-uptrucks passeren ons met duizelingwekkende snelheid terwijl we in de schaduw van een tamarindeboom onze billen wat rust geven. Mijn koffie smaakt niet en het is gewoonweg gevaarlijk om hier een pauze te houden. Sneller dan gewoonlijk klimmen we weer op het zadel om ze snel als mogelijk de AH12 te verlaten.
Zodra we op rustige binnenwegen komen, die ons door vaak half verlaten dorpen leiden, gaan we richting een provinciale weg genummerd 4001. En dan vult de zurige specifieke geur van ruwe rubber onze neuzen. Rubber is een populair gewas in het verlaten noordoosten van Thailand. Op de rubberplantages werken hoofdzakelijk goedkope arbeidskrachten uit Laos en Cambodja.
Ruwe rubberRuwe rubber Op een open veldje langs de weg wordt de ruwe rubber opgekocht voor een kiloprijs. De koper vervoert de ruwe rubber naar een verwerker die natuurlijk een hogere prijs betaald. Dat is het agrarische verdienmodel in Thailand waarin iedereen een graantje meepikt en elke avond rijst voor zijn gezin op tafel zet. Hier wordt niemand rijk van maar het is genoeg om van te leven.
Rubber bomenRubber bomenRubber bomen Niet zo erg veel verder passeren we een rubberplantage in gebruik. In de bast wordt door een rubbersnijder aan de onderkant van het litteken een smal stukje van de boomschors gesneden. De sappen uit de bodem op weg naar het bladerdak van de boom kunnen niet verder omhoog en vormen een stroom wit rubbersap. Dit sap werd vroeger in halve kokosnotenschalen opgevangen, tegenwoordig is er een plastic variant, na het opstijven worden de balletjes geoogst. Heel interessant om weer eens te zien hoe divers de natuur om ons heen is.
Plaspauze Na ruim drie kwartier na de laatste pauze zoeken we een plaatsje in de schaduw waar een tiental minuten onze billen kunnen laten rusten. Lyka heeft me onderweg al laten weten dat ze nodig een toilet wil bezoeken. We kiezen vaak voor een tempel langs de weg omdat die tegenwoordig vaak over nette toiletten beschikken.
Bij de “Sri Boon Reuang Temple” is er voldoende schaduw en schone toiletten voorhanden. Het is heerlijk weer en de weg met nummer 2287 waar we over rijden is heerlijk rustig. Er is weinig cultuur te zien maar het landschap is licht glooiend en hier en daar rijden we door de koele bossen. Ik geniet van de laatste slokken Hollandse koffie die ik al enkele uren eerder heb in het hotel heb gezet.
Brug bij Ban Na LakStille wegen Oud en nieuw ontmoeten elkaar over een smalle rivier. Een oude stalen hangbrug, net sterk genoeg voor voetgangers en mensen op een brommertje wordt vervangen door een betonnen hangbrug waar je met een niet al te zwaar beladen pick-uptruck overheen kan rijden. Het budget voor dit jaar zal wel op zijn want er is al lang geen “werk in uitvoering” meer!
Heerlijk rustige wegen in de Isaan en een stralend blauwe lucht. Wat kan een eenvoudig leven op de weg toch mooi zijn!
Pagode van Phrathat KET KaeoPagode van Phrathat KET KaeoPagode van Phrathat KET Kaeo De “Pagode van Phrathat KET Kaeo” presenteert zich precies op het juiste moment! We zijn weer aan een pauze toe. Het park rond de pagode is goed onderhouden maar toiletten ontbreken. In de reliëfs van het stucwerk van de pagode zijn taferelen van de natuur, en natuurlijk ook olifanten, gemaakt. De olifant is het nationale symbool van Thailand! De combinatie van verweekte kleuren verf en de taferelen zijn ontroerend. Ik noem dit altijd “decay beauty”!
Stille wegenWat Ban Na Oi De wegen blijven heerlijk rustig en het rijden op mijn oude motor is ook heel rustgevend. Dit zijn momenten die ik tot mijn laatste adem in mijn herinneringen zal koesteren. We zijn niet ver meer van onze bestemming voor vandaag wanneer we van een afstand al “Wat Ban Na Oi” kunnen zien.
De enorme witte Boeddha, met veel gouden ornamenten, torent hoog boven alle gebouwen rond het tempelterrein uit. We zijn vermoeid en willen graag naar ons hotel voor de nacht. Een korte stop op de parkeerplaats van het benzinestation naast de tempel is voldoende om enkele foto's te maken. We blijven zelfs in het zadel zitten, tijdens het maken van onze herinneringen, van mijn oude trouwe stalen ros!
L.P.MansionL.P.Mansion 114 De eerste aanblik van het “L.P. Mansion” is goed te noemen. Een typisch Thais hotel voor rond de vijftien euro per nacht. De kamer, het draadloze internet, is voldoende om ons door de avond te loodsen.
Nong HanNong Han Voor het douchen willen we nog wandelen naar het “Nong Han Lake” met daarin het “Don Sawan Sacred Island”. De weg er naar toe is eenvoudig, allemaal rechtdoor, helaas is het meer helemaal vol gegroeid met de “waterhyacint”! De plant komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komt maar is tegenwoordig ook een plaag in veel andere delen van de wereld!
We zijn blij dat we onze bilspieren kunnen masseren met een romantische wandeling aan de oever van het meer. We passeren wel enkele afsluitbare hekken tijdens onze wandeling langs het meer. Links is het water en rechts zijn er veelal droogstaande visvijvers waar zoetwatervis voor consumptie wordt gekweekt. Dit is het echte Thailand en een zoetwatervis van de grill is in Thailand nooit te versmaden.
VisvijversOver het hek klimmen We worden gepasseerd door een wandelende Thai die er een flink tempo in heeft. We maken enkele foto’s van de zonsondergang en de man is al uit het zicht verdwenen. We halen onze schouders op en slenteren rustig verder. We stoppen nog even bij de lege viskweekbakken en we realiseren ons dat dit niet zomaar een bedrijf is. Voor mij heeft het wat weg van een overheidsterrein waar we misschien helemaal niet welkom zijn in het weekend. Het hele terrein ligt er uitgestorven bij, er is geen andere levende ziel dan ons twee te bekennen!
Alle hekken van de uitgangen zijn afgesloten en er zit niets anders op dan uit te breken door over een hek te klimmen. We moeten er samen heel hard om lachen!
Op de terugweg naar het hotel passeren we een klein restaurant dat wat hipper lijkt dan de meeste restaurants in het noordoosten van Thailand. Ik glip naar binnen om naar de openingstijden te informeren en we moeten voor acht uur vanavond komen eten want dan gaat de deur op slot.
Taste RestaurantGebakken rijst bij Taste RestaurantVaekensvlees in sojasaus bij Taste Restaurant Het douchen voor het eten schiet erbij in en onze magen vullen heeft een grote prioriteit. Er is maar een tafel bezet wanneer we om kwart voor zeven het “Taste Restaurant” in Sakon Nakhon betreden. De kaart is hoofdzakelijk in het Thai met hier en daar een uitleg in het Engels.
Er staan wat gerechten op die niet typisch Thais zijn. Lyka gaat voor de bekende gebakken rijst “Khao Pad” en ik kies een “Varkensvlees in sojasaus”. Het belangrijkste is dat het bier ijskoud is. Beer Leo staat hier niet op het menu dus drinken en we het extra bittere “Singha Beer”. Het is wat duurder maar dat proef je ook!
Wat Roi Phra Phutthabat PhumanoromWat Ban Na Oi Tijdens het eten van het zeer smakelijke, en erg malse, varkensvlees dwalen mijn gedachten af naar de twee enorme witte Boeddha’s waar we de rit van vandaag zijn begonnen en hebben afgesloten. Enorme witte Boeddha’s die worden aanbeden door tienduizenden inwoners van Noord-Thailand.

zaterdag 28 juni 2025

Japan: Lichtjes in Osaka

Lichtjes in Namba Parks

Osaka (Cote House) 203), zondag 2 februari 2025

Gelukkig zit de weerman in Japan er ook wel eens naast! De straat voor het hotel is nog nat wanneer ik het kokende water in de vroegte van deze ochtend op de gemalen koffie giet. De hemel is nog grijs met hier en daar al een stukje blauw als voorteken dat het een mooie dag gaat worden. De geur van vers gezette koffie verspreid zich door de kleine keuken op de eerste verdieping van ons hotel.
Gebakken eieren op brood met een plakje blaasham en voor mij een extra plakje kaas, die van geen kanten smaakt maar die ik ook niet wil weggooien, staan als ontbijt op klaptafel in onze kamer. Het is nog steeds een wennen aan de rustige dagen dagen die we afwisselen met een excursiedag. Het is weekend dus het zal vandaag wel erg druk zijn in en rond het “Dotonbori” gebied aan het kanaal.
De klok is elf uur nog maar net gepasseerd wanneer ik afscheid neem van Lyka en aan mijn dagelijkse wandeling begin. Op deze ochtend verbaas ik mezelf weer. Bijna alle wandelingen die ik maak gaan met de klok mee. Deze keer maak ik een rondje tegen de klok in. Je zou denken dat dat niets uitmaakt maar het is een enorm verschil in de beelden die je van de omgeving opneemt. Ik heb het al eerder gezegd: ‘Ontdekken is niet naar nieuwe bestemmingen gaan maar met nieuwe ogen kijken naar dezelfde bestemmingen!’
Ingang Namba Walk De glazen piramide van de “Namba Walk” zal bij iedereen beelden oproepen van het “Louvre” in Parijs. Ik weet niet welke glazen piramide de oudste is maar het lijkt me niet dat het idee is gestolen of gekopieerd. Hoewel de Japanners daar in een ver verleden bekend om waren. Op een reistijden bord bij een bushalte zie ik enkele aankondigingen met het logo van IKEA. Het iconische geel/blauw van de Scandinavische meubelgigant is al van afstand goed te zien! Met de “Google Translate” app op mijn iPhone vertaal ik de Japanse tekens naar een beter begrijpbaar Engels.

De IKEA Bus rijdt elk half uur met een pendelbus tussen IKEA Tsuruhama en Namba. Een enkele reis kost 210 yen voor volwassenen, iedere passagier ontvangt een winkelbon van 500 yen die u kunt gebruiken voor aankopen van 2.000 yen of meer.

Met deze kennis in het achterhoofd zullen we voor ons vertrek naar Thailand zeker de “IKEA Tsuruhama” met een bezoekje vereren!
Zeer weinig straten in Japan hebben (bij)namen! Ik loop langs een gebouw genaamd “2 Chome-17-3 Nishishinsaibashi, Chuo Ward, Osaka, 542-0086” Het adres is een samenstelling van de wijk, het blok, het gebouwnummer, het appartement, het buurtschap, en de stad. Het mag ingewikkeld klinken maar het laat geen ruimte voor vergissingen. In Japan houden ze nu eenmaal van punctueel en duidelijk zijn!
Zou het voor Nederland ook een goed idee zijn om alleen de postcode en huisnummer te gaan gebruiken als adres? Dan hebben die WOKE-zeurpieten en de wappies ook hun zin! Geen “Nootmuskaatweg” meer omdat dat koloniale onderdrukking uitstraalt! Probeer je eens voor te stellen hoeveel geld dat zou besparen bij de overheid?
Tijdens mijn wandeling naar het noorden richting “Umeda” passeer ik een handvol metro ingangen naar de ondergrondse metro stations. Iedereen in de stad gebruikt de metro of de fiets. Zelf ben ik een rare eend in de bijt omdat ik met plezier hele afstanden wandel door Osaka. Helaas zijn de (elektrische) fietsen op de trottoirs een plaag, en een probleem, aan het worden omdat ze geen enkele rekening houden van de verkeersrichting op straat, dat ze links moeten rijden, en de voetgangers.
Er is een grote metamorfose van de inrichting van de publieke ruime in Osaka gaande om alle tweewielers van het trottoir naar de rijbaan te verplaatsen. Of dat gaat lukken gaan we in de toekomst wel zien.
Er rijden opvallend weinig auto’s op straat in Osaka. Waar de gemotoriseerde voertuigen in onze randstedelijke gehuchten voor enorme parkeer- en milieuproblemen zorgen zijn deze problemen in Japan geheel onbekend. Doen de Japanners iets verkeerd of zouden de overdag slapende ambtenaren in onze het Stadsgebouwen een dagje op het internet ideeën moeten opdoen hoe het in andere landen is geregeld?
Elektrisch rijden op z'n JapansJapanse Architectuur In een etalage onder een wolkenkrabber zie ik een elektrisch voertuig waar zelfs ik wel interesse voor zou kunnen ontwikkelen. Een leuke sportieve elektrische tweezitter voor in en om de stad. Het is een “Garaiya”, een automerk dat je ongetwijfeld nooit in de Europese Unie zal tegenkomen. Die Europese Unie heeft haar eigen regels die niemand anders in de ontwikkelde wereld begrijpt! De kaart naast de auto is verwarrend en onbegrijpelijk. Laat maar, in de EU weten ze alles beter!
Een stuk verder blijf ik wachten voor een rood verkeerslicht om over te steken en bekijk vol bewondering de moderne architectuur in Osaka. Let ook op de verkeersdruk midden in deze miljoenenstad? Er rijden veel grappige kleine autootjes rond in Japan. Dat zijn zogenaamde “Kei-auto’s”. Die kleine autootjes zouden veel problemen in Europa kunnen oplossen. Die elektrische sportauto voldoet hoogstwaarschijnlijk ook aan de eisen voor een “Kei-auto”!

De “Kei-auto” is de kleinste categorie van Japanse snelweg-legale motorvoertuigen. De term kei is een verkorting van kei-jidōsha, wat in het Engels vertaald wordt als “licht voertuig”.

Door zijn beperkte afmetingen en motorspecificaties genieten eigenaren van lagere belasting- en verzekeringstarieven, wat leidt tot lagere totale eigendomskosten. In de meeste landelijke gebieden zijn ze ook vrijgesteld van de algemene Japanse shako shōmeisho vereiste voor het bezitten van een parkeerplaats om überhaupt legaal een motorvoertuig te kunnen kopen. Aangezien parkeren op straat in Japan over het algemeen beperkt is.

Japanse autofabrikanten maken ook microvans en kei-trucks binnen deze wettelijke categorie. Kei-auto's zijn favoriet bij zowel de oudere als jongere demografie, inclusief jongeren en jonge gezinnen, vanwege hun betaalbaarheid en gebruiksgemak.

De kei- categorie werd in 1949 door de Japanse overheid gecreëerd om zowel het autobezit als de groei van de Japanse auto-industrie te stimuleren. De regelgeving werd tot 1998 meerdere keren herzien. Sinds oktober 1998 specificeert de wet consequent een maximale voertuiglengte van 3,40 meter, een breedte van 1,48 meter, een hoogte onder 2,0 meter en cilinderinhoud onder 660 cc. Een "gentleman's agreement" tussen Japanse autofabrikanten en de wetgevers stelde ook een maximaal vermogen van 63 pk (47 kW) vast.

Kei-auto's zijn sinds de jaren zestig erg succesvol in Japan. Ze vertegenwoordigden meer dan een derde van de binnenlandse verkoop van nieuwe auto's in het begrotingsjaar 2016, nadat ze in 2013 waren gedaald van een recordmarktaandeel van 40 procent. Om hun marktdominantie te verminderen, verhoogde Japan de belastingen op deze categorie in 2014 met 50%. In 2023 was de wegenbelasting bijvoorbeeld € 60,- per jaar voor een Kei-auto!

Zou hier voor de Nederlandse (r)overheid een milieuvoordeel zijn te behalen wanneer de Nederlandse “Kei-auto” in het Limburgse Born onder licentie van een Japanse autofabrikant zou kunnen worden gebouwd? Belasting verlagen in Nederland, vergeet het maar, dat gaat in ons kikkerlandje nooit gebeuren! Ze zijn dagelijks te druk met het zoeken naar nieuwe belastingen om (financiële) problemen op te lossen.
Japanse Architectuur10 liter Suntori biervaten Aan de overkant van deze smalle straat begint het “Oude Osaka”. Smalle straatjes gevuld met kleine woningen/appartementen, winkeltjes en restaurantjes. Een restaurant van twaalf vierkante meter is in deze wijk geen uitzondering! En toch wordt er elke dag een inkomen bij elkaar gescharreld. In Japan werken ze niet tot het middaguur voor de belastingdienst!
Misschien zijn jullie bekend met de Netflix serie “Midnight Diner”. Mocht je in de gelegenheid zijn om de serie te bekijken dan zou ik dat zeker doen. Het echte Japan ontvouwd zich voor je ogen op het beeldscherm!
Lege biervaten die op een richel voor een restaurant wachten om te worden omgewisseld voor volle biervaten vertellen hun eigen verhaal. Twee metalen biervaten van 10 liter van twee verschillende brouwerijen in het raam voor een klein restaurant! Bedenk er maar wat bij? Het zal in ieder geval een stevige omzet zijn vanavond.
Zwaardvis met rijstGebakken rijst met pittige kip Na een eenvoudige lunch van een Zwaardvis en kip met rijst uit de supermarkt brengen we de middag op de kamer door. Een heel rustige middag waarin ik de verrassing voor Lyka van vanavond langzaam moet brengen. Alles gaat zoals ik heb gehoopt.
Tonkatsu Kare (Handmade) bij CoCo IchibanyaTonkatsu Kare bij CoCo Ichibanya Het eerste dat ik moet doen is Lyka zo ver als mogelijk richting de verrassing te brengen voor het avondeten. Een Japanse kerrie met een varkens schnitzel van CoCo Ichiban is altijd lekker en Lyka stemt meteen in en vindt het een prima idee. Op deze avond kiest Lyka voor de op de linkse foto “Handmate” varkens schnitzel terwijl ik de oude bekende gewone varkens schnitzel neem. De handmate zie er op het eerste oog ook beter uit en smaakt verrassend ook beter dan de standaard schnitzel. Ik weet in ieder geval wat ik de volgende keer kies. Voor zeventien euro hebben we samen heerlijk zitten eten.
Takoyaki restaurantDotonburi Het is ’s avonds wat fris maar zeker niet koud in Osaka. Lyka is enthousiast wanneer ze in de verte de verlichting van “Dotonburi” ziet. Mijn plan loopt op rolletjes en wanneer ik haar vraag of ze misschien nog even naar “Don Quijote”, een reusachtige drogisterij, wil glinsteren haar ogen. Die drogisterij verkoopt alles voor lichamelijke verzorging wat een vrouw gelukkig maakt.
2025-02-02_191559flickr De afwisselende architectuur van moderne en klassieke gebouwen verbaasd me nog tijdens elke wandeling door het centrum van Osaka. Het is gezellig druk op straat vanavond. We komen niet vaak buiten wanneer het donker is omdat ik geen avondmens (meer) ben.
Voor het avondeten een paar biertjes en aan mijn foto’s en verhalen werken. Na het eten wat tv kijken op mijn MacBook en de de dag is om. Ik ga graag vroeg naar bed en sta ook elke dag van de week vroeg op.
Verbaasd lopen we door het Namba station. Zodra we aan de achterkant van het station weer in de openlucht komen vallen onze monden open van verbazing. Het is nog mooier dan ik me bij daglicht heb voorgesteld.
Lichtjes in Namba Parks Overal gloeien kleine lichtjes en Lyka is gelukkiger dan ooit! We zijn aangekomen bij “Namba Parks” waar de verlichting ’s avonds een toeristische attractie op zichzelf is.
Lichtjes in Namba ParksLichtjes in Namba Parks De verlichting geeft je de indruk dat je bij een waterval van blauw licht staat. Het park is op de daken van van een negen verdiepingen winkelcentrum. De daken zijn zo gebouwd dat het terrassen zijn die met elkaar zijn verbonden door trappen. Architectonische schoonheid in het kwadraat.
Lichtjes in Namba ParksLichtjes in Namba ParksLichtjes in Namba ParksLichtjes in Namba Parks De lichtjes wisselen regelmatig van kleur en dat maakt elke foto weer anders. Het is geen wonder dat honderden mensen elkaar staan te verdringen voor de perfecte foto van hun vrienden of partners.
2025-02-02_195513flickrGrote lantaarns We dalen weer af over de trappen waarover we naar de negende verdieping zijn geklommen. Een laatste foto bij de verlichte bomen en heesters. We zijn meer dan gelukkig aan het einde van deze gewone dag in Osaka. Japan is een bijzonder land waar ik zeker zou kunnen wonen. Lyka niet, ze neigt steeds meer naar de Filipijnen en een terugkeer naar haar thuisland. De Filipijnen is ook geen slecht land op zich maar de twintig tyfoon’s die jaarlijks voorbij komen zijn voor mij weer een grote ‘NEE’ in hoofdletters.
Hoe vaak we dit traditionele Japanse restaurant zijn gepasseerd is niet te tellen. Het is de eerste keer in de duisternis en dat maakt de laatste foto van vandaag dan toch weer extra bijzonder!
De selfie-stick werkt Een selfie in kamer 203 van “Cote House” die bijna twee maanden ons thuis is. Een kleine kamer, maar voldoende voor wat we dagelijks doen. Het gedeelde toilet en douche is voor ons ook geen enkel probleem. We zitten niet de hele dag in de badkamer! Kijk eens goed rond? Wij zijn op reis, niet met vakantie, het ontbreekt ons aan niets en we hebben bijna alles bij ons dat we dagelijks gebruiken.
Klaar voor AJAX - Feyenoord Het is vandaag zondag en de klassieker AJAX - Feyenoord staat op het programma! Dat is een van de grootste veranderingen sinds ik op reis ben gegaan. Internet heeft de wereld verkleind en reisboeken zoals de “Lonely Planet” overbodig gemaakt. Maar live naar Nederlands voetbal kijken op je MacBook in een hotelkamer in Osaka, Japan, blijft toch wel heel erg bijzonder en een klein wonder op zich! 
Copyright/Disclaimer