Het is vandaag alweer precies elf weken geleden dat we onze ogen voor de eerste keer in Nederland openden. Zeven en zeventig dagen! Het klinkt langer dan het voelt! Na al die tijd in Zaltbommel kan ik zeggen dat de rust eindelijk in mijn lichaam is neergestreken en ook Lyka heeft zich naadloos aangepast aan de voor haar vreemde omgeving.
Vanaf de aankomst op Schiphol stond onze agenda in het teken van twee zaken. Ten eerste het afhandelen van de vervolgprocedure voor de verblijfsvergunning en ten tweede zo snel mogelijk het normale leven in Nederland op te pakken.
De eerste taak ging eigenlijk veel gemakkelijker dan ik zelf had verwacht. Inschrijven bij de gemeente ging zonder problemen, dat heet trouwens “bewijs van bekendmaking bij de GBA” van je woonplaats. Dan een afspraak maken bij de IND en wachten. Verzekeringen verlengen, formulieren invullen en afspraken bezoeken. Na een bijzonder geoliede verwerking door de betrokken instanties kregen we een uitnodiging om ons te melden bij de IND voor het aanvragen van de verblijfsvergunning.
Ruim een week later konden we het felbegeerde pasje in Den Bosch bij de IND gaan ophalen. Een high-five op straat en een foto naast het naambord van de IND. Een bankrekening geopend, de ziektekosten- en reisverzekering geregeld. Het waren drukke tijden maar tijden zonder de onzekerheid zoals we die in Bangkok hadden gevoeld.
Maar we zijn nòg niet klaar! Een brief van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) kondigt voor Lyka slecht nieuws aan. Ze heeft drie jaar de tijd om in te burgeren! Yep, na de twee maanden stress, school en examen in Bangkok moet er opnieuw worden ingeburgerd. Deze keer inburgering voor Nederland? Vijf onderdelen in drie jaar tijd. Voor de Toets Gesproken Nederlands is Lyka wegens de goede resultaten voor het examen in Bangkok vrijgesteld. Maar dan blijven er nog vier over.
De eerste over de Nederlandse samenleving lijkt me vrij pittig. Veel onzinnige en onbelangrijke informatie over de Nederlandse samenleving! Het luisteren en lezen moet ze zo kunnen doen. We hebben dan ook meteen een examen aangevraagd, we proberen het gewoon en we zien wel hoe ver ze komt. De laatste is de moeilijkste maar ook de meest begrijpelijke! De schrijfvaardigheid, opdrachten om je in woord en geschrift duidelijk te kunnen maken in de meest uiteenlopende situaties. Het invullen van formulieren. Het aanvragen van een uitkering!? Gewoon zelfstandig de dagelijkse papierwinkel afhandelen. Deze bewaren we dan ook tot het laatst.
De gevonden rust is geen luiheid maar een teruggekeerde bezinning en acceptatie van de terugkeer naar Nederland. Een dagelijks ritueel dat iedere dag hetzelfde is en elke afwijking stress veroorzaakt. Koffie in de ochtend, boodschappen doen bij Appie en lunchen. Wat lezen en dan wat werken op de MacBook, scannen en schrijven. Avondeten, een bakkie koffie en lekker tv kijken naar onbelangrijke programma’s zoals de rest van Nederland.
Aan de ene kant mis ik het reizen heel erg, maar aan de andere kant geniet ik van het nietsdoen. Vandaag werd het nietsdoen onderbroken door een klusje dat al een langere tijd op me lag te wachten. Het bed van mijn zuster verhogen zodat de instap en uitstap een stuk gemakkelijker zou worden.
Nadat ik de matrassen en andere verschillende, eeuwenoude, stukken textiel had verwijdert zag ik door de kieren van de lattenbodem door, een kleine vijftien jaar geleden er zelf ingeschroefd, een mengelmoes van oude schoenendozen, plastic tassen van de VIVO en een opgerold vloerkleed liggen. Oude mensen kunnen geen afscheid nemen van het verleden en veel onzinnige en zinnige zaken worden bewaard.
Omdat ik plaats moet maken om gemakkelijk te kunnen bewegen, en te werken, begin ik de rotzooi te verplaatsen onder een wakend oog van mijn zuster die in de deuropening van haar slaapkamer staat. Er mag absoluut niets worden weggegooid! Na enkele lege schoenendozen raap ik de eerste gevulde doos op en tot mijn grote verbazing is de doos gevuld met oude foto’s.
Goud! Echt een gouden ontdekking!
‘Dat wist ik niet meer!’, hoor ik mijn zuster op een verre achtergrond in haarzelf mompelen terwijl ik me in een andere wereld begeef.
De eerste zwartwit foto’s zeggen me genoeg en ik sluit de doos. De ogen van mijn zuster kijken me smeekend aan. Haar verloren jaren, haar verloren leven, haar dierbaarste herinneringen en grootste tegenslagen zijn opgeslagen in die oude schoenendoos. Weggestopt onder het hoofdeinde van haar bed. Zoals iedereen zijn nare herinneren diep weg stopt in de uiterste uithoeken van hun geheugen.
Oneindig veel gedachten schieten door me heen!
‘Hoeveel dozen met oude foto’s zullen er vandaag in de wereld op de vuilnisbelt terecht komen? Herinneringen die voor de fotograaf belangrijk genoeg waren om op het papier te vereeuwigen? Ongeïnteresseerde kinderen op zoek naar verstopt geld omdat rijkdom het nieuwe geloof van de 21ste eeuw is?’
Zelf voel ik me als een kleine moderne “Howard Carter”, een avonturier en ontdekkingsreiziger die net een onbekend graf heeft geopend. Ik voel mijn hart steeds sneller kloppen over deze belangrijke vondst uit een ver verleden terwijl het Nederland om me heen zich druk maakt over de financiële crisis en de toekomst.
Zonder haast meet ik de maten die belangrijk zijn voor het ophogen van het bed. Misschien iets sneller dan normaal haal ik de benodigde materialen bij de Formido en ga na thuiskomst weer aan het werk. Nu ben ik wel wat sneller dan normaal! Ik weet dat die doos op me staat te wachten. Die mysterieuze doos vol met foto’s.
Eenmaal geopend komt er een geest uit de schoenendoos, de geest van de jaren vijftig en zestig. De eerst foto’s zijn foto’s van mezelf en voor een moment ben ik in de veronderstelling dat ik mijn eigen jeugd op fotopapier weer heb teruggevonden. Maar nee, het is de jeugd van mijn zuster en gouden jaren van mijn ouders met hun vrienden en kennissen. Mijn eigen jeugd moet nog ergens rondzwerven. Ik kan oude foto’s van mezelf voor de geest halen maar de papieren versies zijn nog steeds zoek.
De foto’s in de doos zijn opgebonden of verpakt in pakketjes. Een onweerstaanbare drang om alle foto’s er uit te halen en te bekijken overvalt me. Maar toch ben ik sterker. Ik wil pakkettje voor pakketje openmaken en kijken wat er in zit. Scannen en catalogiseren zodat ze voor de eeuwigheid beschermd zijn tegen de tand des tijds.
Nu zullen er mensen denken: ‘Wat moeten ze over tweehonderd jaar met een jeugdfoto van Jielus Hendrik Kuijntjes?’
Terecht! Maar waarschijnlijk zal het tijdsbeeld achterachterkleinkinderen verbazen en een tipje van de sluier oplichten hoe hun voorouders hebben geleefd. Misschien wakkert het zelfs wel een nieuwsgierigheid op die ze dwingt om terug te gaan in de tijd en te onderzoeken waar ze zelf vandaan zijn gekomen.
Er zitten maar twee foto’s van mezelf bij en deze is een schitterend tijdsbeeld uit 1964/65!
Een patatje uit de frietkar van van Zanten, aan de hand van mijn moeder
op de zaterdagmarkt in Zaltbommel.