
Tokyo (Sakura Hotel - Ikebukuro), woensdag 13 mei 2009
Na een onrustig begin van de nacht in het claustrofobische kleine kamertje waar we met zes personen slapen val ik rond drie uur in slaap. De onrust, de spanning of noem het de stress van deze reis glijd als een sjaal van me af. We zijn zonder problemen op de plaats van bestemming gearriveerd en zijn zonder problemen de eerste avond in Japan doorgekomen. Het volgende wat ik me herinner is het aflopen van mijn Chinese reiswekker.
Het is acht uur in de ochtend in een wereldstad die Tokio heet. 9.000.000 mensen maken zich op voor de tweede woensdag van mei 2009. Voor ons dan, voor de Japanners is het het jaar 21 van de “Heisei periode”. Japan begint bij elke nieuwe keizer die aan de macht komt opnieuw aan een jaartelling met het jaar 1.
Voor ons, Tettje en ik, is dit het het begin van alweer onze derde reis samen. Na Borneo en Indonesië is nu Japan aan de beurt. Nadat we ons uit het kleine kamertje met de drie stapelbedden hebben gewrongen gaan we in de keuken overleggen over het ontbijt. In het café dat bij het hostel hoort wordt er een ontbijt geserveerd van twee toast met jam en onbeperkt koffie. En daar zit hem nu juist de kneep. Ik hou niet van Jam en zelf hebben we voldoende oploskoffie bij ons voor de hele reis.
Terwijl Tettje in de (nog) lege keuken een kopje oploskoffie voor me maakt praten we over wat de mogelijkheden voor het ontbijt zijn. Tijdens de tocht van het treinstation naar het hostel had ik in ieder geval al een McDonald's gezien. Ik weet natuurlijk niet of ze daar ook het voor mij bekende en ò zo geliefde ontbijt van een broodje gebakken ei serveren.
We stoppen allebei ¥ 10.000 (€ 78,-) in de gezamenlijke pot en we zullen wel zien hoever we hiermee vandaag zullen komen. Japan heeft de naam een duur land te zijn. Terwijl Tettje onafgebroken praat over zijn positieve indrukken van Japan kijk ik nog eens goed naar de stapel bankbiljetten die ik in mijn handen heb.
Er zijn niet echt grote verschillen tussen de verschillende bankbiljetten. Wat me meteen opvalt is de vale donkergroene kleur. Ze lijken gewoonweg op de Amerikaanse Dollar en die horen ook niet bij de categorie van de meest kleurrijke bankbiljetten in de wereld.


Na het ontbijt geniet Tettje van een vers gerold sigaretje en we bespreken voorzichtig de eerste toeristische attractie van deze reis. De zon klimt langzaam omhoog aan een staalblauwe hemel en vandaag gaan we enkele toeristische attracties in het echte centrum van Tokio bezoeken.






De stilte in de stad!
Ja echt, het is hier zo stil dat je jezelf in een bos waant wanneer je je ogen sluit.
Ongelofelijk maar waar!
Er staat een lange rij taxi’s, alleen Japanse auto’s, te wachten op klandizie terwijl de motor stationair loopt om de airconditioning te voeden. Ik herken zelfs een “Datsun Laurel” waar we met Loekie van Bruchem mee naar ons werk reden in een ver verleden.
De stilte, de rust rondom het keizerlijk paleis is overweldigend, je hoort geen enkele claxon of sirene van de reddingsdiensten of de politie. Enkele weken geleden was ik nog in Amsterdam en Rotterdam, steden overgenomen door islamieten en Afrikanen, met chaos en luidruchtigheid als gevolg. Vluchtelingen brengen hun gebruiken en hun gewoonten mee met gevolg dat er langzaam een derde wereld land ontstaat waaruit ze zijn gevlucht en waar chaos regeert! We hebben nog geen enkele vluchteling op straat gezien.
‘Waarom dringen de opeenvolgende regeringen van Nederland ons het vluchtelingen probleem op?’
’Waarom?’
’Nederland is te klein om tienduizenden vluchtelingen per jaar op te vangen!’
Met enige treurigheid in mijn gedachten zet ik het van me af en geniet van het voorrecht dat ik heb om te mogen reizen en Azië te zien.
Ook het weinige aantal mensen op straat draagt hier natuurlijk aan bij. Mijn vooroordeel van een krioelende mensenmassa van negen miljoen inwoners is voorgoed omgebogen naar een rustige en vooral stille hoofdstad van Japan.









We genieten van de indrukwekkende omgeving en proberen onze indrukken een plaatsje te geven. Onze camera’s klikken en wij knikken naar elkaar als teken dat we het naar ons zin hebben en tevreden zijn over wat we zien.
De paleisgronden zijn eigenlijk een groep eilanden omringd door een gracht en alleen toegankelijk over een handvol goed bewaakte bruggen. Natuurlijk kan het paleis niet door toeristen worden bezocht want de keizer is een zoon van de zon en daar kun je niet zo maar even binnen lopen.
De oppervlakte van het hele complex is zeker groter dan Zaltbommel binnen de grachten en muren. Er zijn brede grachten, bewakers en veel verlichting om er maar zeker van te zijn dat er ‘s nachts niemand met kwade bedoelingen binnendringt.





Het wordt langzaam tijd voor de lunch en op een hoek, schuin tegenover de toegang naar de Yasukuni shrine, vinden we een klein Aziatisch restaurant. Het “Asian Café Siddique” ziet er aan de buitenkant vreemd uit maar we zijn in een vreemd land. Op de menukaart achter het raam staan gerechten uit verschillende Aziatische landen dus het moet gek worden dat we hier niets kunnen vinden dat we willen eten

