vrijdag 7 maart 2008

Sri Lanka, weer de tand gemist

Kandy, 07/03/2008

Depressief van het slechte weer werd ik wakker van de wekker. Hand op de knop, snel naar de wc en weer naar bed. De tand zou er morgen ook nog wel zijn. Een uurtje later werd ik op natuurlijke wijze wakker en het eerste wat ik zag was een helle zonnestraal die een harde lijn wierp op de deur van mijn hotelkamer.
Het weer zat mee vandaag! Vanaf de veranda waar ik mijn gebruikelijke ontbijt van geroosterd brood met roerei en een pot sterke koffie nuttigde zag de wereld in de zon er een stuk beter uit. Mijn stemming was ook meteen beter en de depressiviteit als sneeuw voor de zon verdwenen.
Ik kon nu tenminste wat doen vandaag. Ik had nog maar twee onderdelen op mijn agenda staan en één van die twee was de “British Garrison Cemetery”. Een oude begraafplaats die haast onvindbaar was en ook niet op de gratis toeristenkaart van Kandy stond.
Ik bestudeerde de kaart in de Lonely Planet en legde de gratis kaart ernaast. Op de gratis kaart waren hele straten weggelaten, geen wonder dat het zo moeilijk was geweest om het één en ander te vinden. Met de kaart in mijn geheugen geprint ging ik onderweg en ontdekte haast onmiddellijk waarom mijn eerdere pogingen vruchteloos waren geweest.
De splitsing van de weg waar ik naar had gezocht lag binnen het politie/leger cordon dat om de tempel “Sri Dalada Maligawa” heen was gelegd. Dan blijf je zoeken niet waar? Een kort stijl pad leidde langs een publiek toilet, waar ik volgens de eigenaar voor moest betalen om het te passeren. Jammer maar helaas, ik ben dat geld uit mijn zak kloppen op Sri Lanka nu spuugzat en zal het weigeren zover het mogelijk is.
De begraafplaats lag er in alle stilte en eervol bij. In de verte was een oude man bezig met het onderhoud van de tuin. Geruisloos en zonder abrupte bewegingen betrad ik de kleine begraafplaats. Links en rechts las ik op de grafstenen de historie van Sri Lanka. Voordat ik het me realiseerde was de man dichterbij gekomen en sprak mij met een zachte stem, als vanuit het graf, aan.
“Where you come from, Sir?”, begon hij.
“Holland”, antwoordde ik met een nu bijna engels accent.
“Oh, you don’t sound like Holland”, grapte hij zachtjes.
Het ijs was gebroken en ik kon vragen stellen en hij zou mij vertellen over het leven van de personen die hier begraven liggen.
“Do you like to see a special grave?”, vroeg hij.
“Yes, the Captain who survived Waterloo and got killed by a mosquito”,
was mijn antwoord.
Hij nam mij mee naar de verre zijde achterin de begraafplaats en bleef stilstaan bij een grote zandstenen grafsteen. Als een bandopname begon hij met een monotone stem de tekst op de grafsteen voor te lezen. Het was niet echt meer te lezen maar de man had de tekst van buiten geleerd. Ik verstond hem maar half, maar ik wist wat er aan de hand was want ik had het verhaal gelezen voordat ik naar de begraafplaats ging. Hier lag een 24 jarige Kapitein van het Engelse leger. Hij had de slag van Waterloo overleeft en had meerdere medailles en erkenningen ontvangen voor zijn getoonde moed op deze gedenkwaardige dag. Bij aankomst in “Trincomalee”, een van de mooiste natuurlijke havens in de wereld, kreeg hij zijn orders en werd doorverwezen naar het regiment in Kandy. Hij ontving van zijn meerdere de regels en aanbevelingen voor de 150 kilometer lange mars van “Trincomalee” naar Kandy. Bij aankomst had hij al hoge koorts en op de tweede dag liet hij zijn commandant de dominee roepen.
“I am not gonna make it through the day”, zei hij.
Niet veel later slipte hij in een coma en werd nooit meer wakker. Hij had de aanbevelingen over de muggen in de jungle in de wind geslagen en dat had hem uiteindelijk zijn leven gekost. “Hoogmoed komt voor de val” in het best mogelijke voorbeeld.
Een ander graf bevatte vijf baby’s, een heel vroege vijfling die natuurlijk honderdvijftig jaar geleden helemaal geen kans hadden.
“Dertien kinderen had de familie in totaal”, vervolgde de begraafplaats medewerker op dezelfde monotone wijze.
Er moest hierna nog één graf worden getoond. Van een lafaard en een verrader! Het ging over een regeringsmedewerker in Matale die zijn post had verlaten tijdens een opstand. De opstandelingen brandden regeringsgebouwen plat en plunderden de voorraden
die eigendom waren van de kroon. Iedereen kwam om het leven behalve de gezant die bij het zien van de gewapende opstandelingen in de verte het hazenpad had gekozen en op de vlucht was geslagen. Hij had zich in het oerwoud verborgen en was de enige overlevende van de aanval. Het werd hem niet in dank afgenomen en in plaats van heldenroem kreeg hij het verraderschap opgespeld. Alle onderscheidingen en rangen werden hem afgenomen en hij werd oneervol ontslagen uit de dienst van onder de kroon. Hij heeft Kandy nooit verlaten en overleed op zestigjarige leeftijd. Het graf is bijzonder omdat het zijn vrouw werd geweigerd om haar lichaam na haar dood bij haar man te voegen. Zij ligt dan ook eenzaam in een graf naast haar gedeserteerde man begraven.
Mijn dag zat er alweer op en ik nam afscheid. Een briefje van honderd om de zaak in goede staat te bewaren en terug nar het hotel. Lekker rusten, een beetje lezen en thee drinken. Natuurlijk maakte een laatste wandeling langs het meer in Kandy een einde aan de middag en de avond werd doorgebracht in “The Pub”. De mixed grill was echt een verrassing en smaakte opperbest. Dat was het weer voor vandaag. Morgen moet ik echt naar de tand, het is mijn laatste kans.

Copyright/Disclaimer