donderdag 14 november 2024
Thailand: Een dag vol tegenslagen
Bangkok (Siam-Champs Elyseesi Unique Hotel) 311), donderdag 14 november 2024
Zoals gewoonlijk ben ik al vroeg uit de veren en zet mijn verse beker koffie. Zodra ik in de koelkast duik is de eerste tegenvaller van vandaag een feit. Het water in mijn rode siliconen ijsblokjesvorm is nog vloeibaar. Een controle van de draaiknop van de thermostaat maakt meteen duidelijk dat dit probleem de komende dagen waarschijnlijk niet kan worden opgelost. De draaiknop zit muurvast en kan niet worden veranderd. Ook zit in het vriesvakje een bonk ijs, dat werkt ook tegen. De stekker gaat uit het stopcontact en de deur blijft openstaan. Een slokje van mijn sodawater geeft ook duidelijk aan dat de koelkast slecht koelt, ik kan niet zeggen dat het drankje waar ik ’s ochtends van geniet echt koud is!
Ik ga weer aan de gang met mijn dagelijkse bezigheden en drink de koffie uit mijn roze melamine kopje dat ik enkele jaren geleden als trofee heb meegenomen uit een hotel waar we jaarlijks meerdere nachten slapen. Gelukkig koelt de koffie snel genoeg af tot drinktemperatuur zodat ik kan genieten van het aromatische vocht zonder mijn mond te branden.
Na een uurtje valt de ijslaag van het kleine vriesvak met een klap op de opvangbak onder het vriesvak en dat is voor mij het teken om al het overbodige water weg te gooien en het vriesvak met een handdoek helemaal droog te maken. Mijn gevulde rode siliconen ijsblokjesvorm gaat weer in het vriesvakje en het deurtje gaat dicht. Ik kan alleen maar hopen dat het probleem nu is opgelost.
Vandaag is het dus de eerste dag met onze vrienden in Bangkok en het programma is niet al te vol. Er moet rekening worden gehouden met het restje vermoeidheid van de reis en op zo’n eerste dag in een compleet nieuwe wereld zit je hoofd snel vol met de nieuwe indrukken. Er is vanuit de vriendengroep geen informatie gekomen over wat ze wilden doen of wilden zien in Bangkok dus tast ik ook wat in het duister om wat te gaan doen. Een tussenoplossing voor vandaag is wat ik vorig jaar met Danny heb gedaan eventueel aangevuld met een andere tempel.
De ochtendwandeling van ons hotel naar het metrostation “Sam Yot”geeft aan mijn vrienden een goed beeld van het dagelijkse leven in Bangkok. Zelf probeer ik het ook weer voor de eerste keer te zien en de rijen gouden Boeddha beelden in de winkels rond de “Reuzen schommel” zijn indrukwekkend.
Niet minder indrukwekkend is de Metro in Bangkok! Een vernuftig systeem van enorme tunnels die in de drassige grond onder de stad zijn gegraven en waar nog steeds aan wordt gewerkt. Dat Bangkok zo verwesterd is verwachten er maar weinig bezoekers. Er zijn zelfs mensen die voor de eerste keer naar Thailand komen die denken dat er in Thailand geen toiletpapier te koop is! Die brengen zelf toiletpapier mee in hun koffer! Zodra we aan de overkant van de rivier boven de grond komen is de teleurstelling groot! De grootste zittende Boeddha van Thailand bij “Wat Paknam Phasi Charoen” in ingepakt en staat in de steigers. De afmetingen van het ingepakte beeld blijven indrukwekkend maar het blijft een grote teleurstelling en een tegenslag.
Voordat we de tempel betreden moeten de schoenen uit en dat is voor de dames onder onze gasten een hoge drempel. Ze zijn er niet blij mee. Op blote voeten lopen in Thailand is niet ongewoon. Gelukkig hebben ze sokken aan zodat ze toch met hun eigen ogen in de tempel alle rijkdom en pracht en praal van het Thaise Boeddhisme kunnen aanschouwen.
In de tempel zijn we al snel van elkaar gescheiden dus ze zullen te tempel bekijken zonder mijn uitleg. Ik breng mijn zegeningen aan de gouden kist waarin de resten van “Luang Pu Sodh” worden bewaard. Op de achtergrond zingen monniken gekleed in oranje gewaden. Om mij heen zitten biddende nonnen in witte gewaden.
In mijn eentje slenter ik door deze bijzondere gebouwen en er vallen me zaken op die ik tijdens ons vorige bezoek niet heb opgemerkt, of alweer ben vergeten. Jullie begrijpen dat Lyka en ik zoveel indrukken per jaar moeten verwerken dat het onmogelijk blijkt om ze allemaal te onthouden? Af en toe is de harde schijf in mijn hoofd gewoon vol!
De Boeddha onder het dak van de kleine tempel is niet minder indrukwekkend. Ook de schilderijen die langs de wanden van de tempel zijn opgehangen zijn schitterend om te zien. Deze keer een schilderij van de nog jonge “Luang Pu Sodh” en van de tempel aan de rivier zonder de wolkenkrabbers op de achtergrond, “Wat Arun”.
De dood is altijd en overal aanwezig in Thailand. In het Boeddhisme is de dood slechts een punt op de cirkel van het leven en geen afscheid van het wereldse! Vermeldingen van dode mensen op de muur achter een lange rij zittende Boeddha’s De oudste met alleen een vermelding in tekst en de nieuwste met een foto.
De schoenen zijn voor ons het verzamelpunt want zonder je schoenen willen de meesten niet verder wandelen over het tempelterrein. Zoals verwacht ontmoeten we elkaar weer bij het rek met de schoenen/sandalen om onder de ingepakte Boeddha onze teleurstelling een plaatsje te geven.
Gelukkig is de indrukwekkende “Phra Maha Chedi Maha Ratchamongkhon” wel gewoon open. Eenmaal binnen, met een tasje met mijn sandalen in de hand, ben ik mijn gasten ook meteen weer kwijt. Er is maar een uitgang dus het zal ook hier niet zo’n vaart lopen. Nog voor de bovenste verdieping worden we weer herenigd om later weer alleen naar de voet van de Chedi af te dalen. Maar niet zonder een foto van de ingepakte Boeddha te maken die ik onderaan dit verhaal naast de Boeddha heb geplaatst zoals we verwacht hadden het gouden beeld van de Boeddha te zien.
We maken al heel lang grapjes over de katoenen “olifantbroeken” waar veel toeristen, en tegenwoordig ook de Thai zelf, in lopen. Langs de weg van de tempel naar het metrostation passeren dit mooi staaltje van straatkunst: De Pink Panther in een olifantenbroek! Zelfspot is altijd goed en getuigd van een gezonde geest.
Ondertussen is er ook overleg geweest over wat de volgende stap is vandaag. De voorkeur gaat uit naar “Wat Pho”, met de grote liggende Boeddha, voor “Wat Arun” aan de rivier.
Het eerste metrostation aan de andere kant van de rivier is “Sanam Chai”. We zijn nu in het culturele hart van Bangkok en daar wordt veel extra aandacht besteed aan de vakantie-ervaring voor de toeristen. Het is ongetwijfeld het mooiste metrostation van heel Bangkok.
Nadat we alle Tuk-tuk chauffeurs naast de uitgang van het metrostation hebben weten te ontwijken sjokken we naar “Wat Pho” waar de toegang in het afgelopen jaar met 50% is gestegen.
‘Waarom ook niet?’
Er zijn weer voldoende toeristen in aantocht en de kas van de tempel moet nu eenmaal worden gespekt. De kosten voor het onderhoud zijn tenslotte ook stevig gestegen. Lyka loopt, wegens haar Thais uiterlijk, gewoon rustig door maar de witte gezichten worden op de kassa’s gewezen want zij zijn veroordeeld tot het kopen van een toegangsbewijs. De dames moeten hun benen bedekken en op zijn zachtst gezegd zijn de gekleurde motieven van de gratis in bruikleen gegeven lange rokken niet van de laatste mode. Ze zijn te lelijk om gestolen te worden. En dat zal dan ook wel waarschijnlijk de achterliggende gedachte zijn.
Het is verschrikkelijk druk in “Wat Pho”. Zo druk heb ik het hier in de afgelopen vijfentwintig jaar nog nooit gezien! Ik heb alle foto’s met AI binnen “Adobe Lightroom” gemanipuleerd en de storende mensenmenigte uitgegomd! Voor de hal met de grote liggende Boeddha staat een hele lange rij en onze gasten hebben geen zin om in de rij te wachten om naar binnen te gaan. Het zij zo, zelf ervaar ik het als een tegenslag. Onze gasten hebben genoeg tempels, Boeddha beelden en cultuur voor een dag gezien en ze willen richting het hotel om wat te rusten van deze dag en waarschijnlijk ook nog van de lange reis van Brussel naar Bangkok.
Maar niet zonder eerst wat te eten. De beste plaats om te eten is net buiten het toeristengebied. Daar zijn de prijzen lager en de porties groter. Ze kunnen het maar moeilijk geloven dat we maar een kwartiertje lopen van ons hotel zijn. Ze zien er een beetje tegenop om in deze drukkende warmte nog verder te wandelen.
We gaan zitten in het “Yong Seng Lee Restaurant” aan de overkant van de klong en bestellen de alom gewaardeerde “Pas Krapow Moo”. Het is voor Lyka en mij de zoveelste variatie met stukjes (vet) varkensvlees in plaats van gehakt varkensvlees. Het smaakt goed maar het is even wennen voor de nieuwkomers in Thailand. De saus is in ieder geval een oud familierecept van het restaurant!
Ik laat onze gasten achter in het hotel en ook Lyka gaat vanmiddag haar eigen dingen doen. Het is nog geen twee uur en dat ik voor mij te vroeg om op het bed te gaan liggen. Er zijn nog wat dingen die ik wil bekijken dus loop ik verder en ga met mijn eigen agenda aan de slag. Tussen de drukke werkzaamheden voor de metro zoek ik naar het “Ratchadamnoen Residence”. Het blijkt een prima hotel voor een paar dagen. Over de prijs kan ik op dit moment weinig zeggen want die schommelt nogal.
Na een extra grote ronde langs de gezellige plaatsen van weleer kan ik alleen maar zeggen dat niet alle veranderingen verbeteringen blijken. Ik blijf een moment voor het oude Sawadee Hotel in het steegje achter Khao San Road staan, alle ramen en deuren zijn dichtgetimmerd en het vervallen hotel ligt er verlaten bij. Waarschijnlijk ook een slachtoffer van de wereldwijde Covid-19 samenzwering! Wat hebben we vroeger hier veel plezier gehad en wat was het eten goed en goedkoop!
‘Om een uur of zeven beneden op het terras.’, dat was de afspraak vanmiddag toen ik in een zonnig Bangkok afscheid nam van mijn gasten. Om zeven uur komt de regen met bakken naar beneden. Opnieuw een tegenslag want we moeten door de regen op zoek naar een restaurant.
Vanmiddag op de terugweg hebben we even naar de foto’s voor de deur van een restaurant staan te kijken. Het zag er allemaal goed uit en er is voor iedereen wat wils. Het is ook niet al te ver weg en tussen twee buien door komen we bijna droog aan in het eethuis. Noem het eenvoudig, de porties zijn in ieder geval ruim en de smaak is ook voldoende. De Japanse kerrie is wat aan de waterige kant maar de honger maakt de rauwe bonen zoet. Onze eerste dag zit er in ieder geval op.
Wat we te zien kregen en wat we hadden gehoopt om te zien, Jammer.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
woensdag 13 november 2024
Thailand: Welkom in Bangkok
Bangkok (Siam-Champs Elyseesi Unique Hotel) 311), woensdag 13 november 2024
Het was gisteren een drukke dag voor ons. Ik had fantastisch geslapen maar het probleem met die lilliputter zat me wel dwars. Eerst nog acht dagen op pad en dan haal ik alle koffers op en kan hij voor mij doodvallen. Hij zal het thuis niet gemakkelijk krijgen wanneer de kapster hem erop zal aanspreken dat zijn dwarsheid haar 5.200 baht per jaar kost. Dat is voldoende geld om een heel jaar rijst van te kopen voor twee personen!
Na het eenvoudige bekende ontbijt ben ik eerst naar het busstation in Noord-Pattaya gegaan om de buskaartjes voor vandaag te kopen. Het wandelen, na bijna drie weken in het zadel te hebben gezeten, was zeer ontspannend. Het was gewoonweg heerlijk om weer een eind te kunnen lopen. Toch stemde een gedeelte van de wandeling mij droevig. Er staan weer meer winkels en bedrijfspanden leeg dan enkele weken geleden. Het hoogseizoen moet nog beginnen en vanochtend was een van de dertig strandstoelen bezet! Wordt dat beter de komende weken?
Lunch bij de BigC en meteen maar simkaarten halen voor onze vrienden die vanmiddag met “Hainan Airlines” in Bangkok landen. € 8,11 voor dertig dagen snel 5G internet inclusief een nieuwe SIM-kaart. Dat zijn prijzen waar je in belastingland Hollandistan alleen maar van kan dromen. Belastingen zijn in de Verenigde Nederlandse Emiraten hard nodig om aan de anders denkende een uitkering te verstrekken en de door hun aangerichte schade te vergoeden.
Ik ben op zoek naar een ander hotel voor de komende reizen. Het “Nakorn Siam Boutique Hotel” waar we altijd met plezier hebben verbleven heeft een fout gemaakt of haar business plan aangepast. Tijdens een poging om een kamer te boeken voor volgend jaar blijkt de prijs van 650 baht per nacht naar 2.385 baht te zijn verhoogd. Dat is wel heel erg veel geld voor een twee sterrenhotel met slecht werkende faciliteiten!
Er lijkt een nieuwe slaapplaats te zijn gevonden die ik, ondanks ik de accommodatie al heb geboekt, eerst persoonlijk wil bekijken. Het hotel blijkt moeilijk te vinden maar ik heb wel de banen en het clubhuis van de “Pattaya Petanque” gevonden. Dat zal een verrassing zijn voor onze gasten. Misschien willen ze wel een balletje gooien tijdens hun bezoek aan Pattaya?
Het hotel ligt een soi (zijstraat) verder dan verwacht en is mooier dan ik in mijn stoutste dromen kan verwachten. Een kort gesprek met een Duitse gast in het hotel maakt mij duidelijk dat het voor de toekomst een winnaar kan zijn. Het zwembad is schoon, de kamers zijn ruim met een redelijk balkon en het is er ’s nachts erg stil. Het ligt ook erg centraal en dat is natuurlijk mooi meegenomen.
Na afscheid te hebben genomen van John, met een paar biertjes in de “Café Racer”, zat onze enige dag in Pattaya er alweer op. Het avondeten was Thais in de “Diana Dragon” en dat werd wel hoog tijd. De laatste Thaise maaltijd was voor mij oké maar voor Lyka een tegenvaller.
Vanochtend ben ik wel wakker geworden met een zere keel van de airconditioning. Waarom? De thermostaat blijkt de hele nacht op 24 graden te hebben gestaan. Dat is veel te koud om in te slapen. De hete koffie prikt op mijn amandelen en neemt wat van de pijn en het ongemak weg. Ik realiseer me dat we alweer aan het begin staan van een nieuwe periode, een nieuw avontuur, van ruim twee weken. We gaan voor mij bekende paden bewandelen en ook Danny heeft al geproefd van Bangkok en Ayuthaya.
We hebben tijd genoeg om rustig onze rugzakken in te pakken en onze plannen voor vandaag te smeden. De afgesproken tijd voor de minibus is 10:20 dus hebben we afgesproken om iets voor tienen naar beneden te gaan. We hebben geen toegang tot onze spullen in de koffers gehad dus moeten we nog acht dagen leven op de zeer beperkte spullen uit onze rugzak.
Onze motor wordt verplaatst naar een plaats onder het hotel waar hij niemand in de weg staat en ik betaal de tien baht per dag voor het stallen. Natuurlijk dwalen mijn gedachten weer af naar die nare jaloerse Schotse lilliputter. Ik ben helemaal klaar met die man en mijn plannen voor de toekomst staan als een paal boven water! Gewoon ontwijken en geen contact meer maken.
We nemen afscheid van de receptioniste en laten een (Banana) tas gevuld met onze helmen en jassen achter bij de receptie. Ze weten dat we over acht dagen weer terug zijn. De minibus is wat te vroeg maar dat vinden we helemaal niet erg. We rijden naar het volgende hotel om een passagier op te pikken en daar slaat de schrik op mijn hart. Er wordt een Zweedse vrouw geholpen in te stappen die er zichtbaar lichamelijk slecht aan toe is. Om eerlijk te zijn lijkt haar motorisch gestel ook al niet zoals het behoort te zijn wanneer ze honderd procent fit is. Eenmaal op haar plaats slaakt ze een kreet die door merg en been snijdt en kreunt luid.
Zodra de minibus in beweging komt begint ze in een haast onverstaanbaar Zwengels (een mix van Zweeds en Engels) te klagen en te brabbelen dat ze al vier dagen heel erg ziek is en dat ze snel naar huis moet om te worden behandeld. Een erg vreemde situatie wanneer ze ook nog over Dengue en Malaria begint en dat haar ziekte niet besmettelijk is. Ik laat ze maar praten en af en toe grom ik goedkeurend terug.
De bijna nieuwe Chinese “Singlong” bus is een hele vooruitgang en de 300 baht, inclusief ophalen bij het hotel met een minibus, is een goed alternatief voor de taxi. 600 baht voor de bus of 1.500 voor een taxi. Het blijft een persoonlijke keuze.
De balie voor de “S1 Airportbus” net buiten uitgang 7 op de 1e verdieping van de enorme luchthaven is snel gevonden. Ik wil het geen tegenslag noemen maar de volgende bus naar het centrum vertrekt pas over 85 minuten. Dat geeft ons voldoende tijd om in het, vroeger goed geheim gehouden, foodcourt van het “Suvarnabhumi International Airport” wat te gaan eten. De papieren vouchers zijn vervangen door een chipkaart en gelukkig hebben we snel een zitplaats in het drukke restaurant gevonden. Lyka garnalen in een saus met rijst en ik vier loempia’s. Zelf heb ik niet zoveel trek, ik ervaar altijd enige spanning wanneer er vrienden op bezoek komen.
Ruim een half uur voor de geplande vertrektijd van 13:30 zitten we op stoelen naast de balie met de vertrektijd te wachten op de bus die ons voor 60 baht bijna voor het hotel afzet. Ik kan me niet voorstellen dat de bus de passagiers aan de stoeprand zal oppikken.
‘Even op onderzoek uit!’, zeg ik tegen Lyka.
Niet veel later heb ik de parkeerhaven gevonden waar de bus geparkeerd zal staan wanneer ze aankomt. We nemen onze rugzakken mee en verkassen naar een bankje bij de parkeerhaven.
De oranje bus van de “Bangkok Mass Transit Authority (BMTA)” is een bekende verschijning. Nieuwe stadsbussen zijn in Bangkok iets van de laatste jaren. In het verleden werden hele vloten afgeschreven stadsbussen in Japan en Zuid-Korea gekocht. Die waren dan weer opgeknapt en konden nog tientallen jaren mee in de drukke straten van Bangkok. De iconische oude diesels worden nu langzaam uitgefaseerd en vervangen door elektrische bussen of bussen op CNG of LPG.
Na ruim een uur stappen bijna voor de deur van het “Siam-Champs Elyseesi Unique Hotel” uit de “Airportbus S1”. Mooier kan het haast niet. Hotels kosten altijd wat meer in Bangkok en deze keer is dat ook goed te zien. De twee eenpersoonsbedden en een heuse leren sofa maken onze huiskamer voor de komende vier nachten compleet. Kosten zijn natuurlijk altijd relatief maar dit is wel de duurste hotelkamer van deze reis tot nu toe, € 38,- voor een nacht kunnen we niet de hele winterreis betalen.
Ondertussen heb ik het bericht gekregen dat onze vrienden veilig geland zijn en dat ze onderweg zijn naar het centrum van Bangkok. De airconditioning is me wat te koel en daarom zoek ik een plekje in de schaduw op het terrasje voor het hotel. Het duurt veel langer dan ik heb verwacht voordat ze arriveren. Veel verkeer op weg naar de stad heeft ze opgehouden. Na een korte rust op de kamer genieten Danny en ik van een koud biertje op het terras. We hebben geen tijd om naar de rivier te gaan. Jammer, de volgende keer maar weer.
Na een korte wandeling door de buurt en over “Khao San Road” gaan we met elkaar Shoarma eten bij het “Shoshana Restaurant”. We gingen hier vijfentwintig jaar geleden al shoarma eten! Voor een moment passeert Kristof mijn gedachten. Helaas veel te jong begonnen aan zijn laatste reis. Onze gasten zijn doodop en zeker na de heerlijke maaltijd vallen hun ogen dicht. Slapen is voor nu het beste en morgen gaat het avontuur voor onze gasten in Bangkok beginnen.
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
maandag 11 november 2024
Thailand: Drie dagen overgeslagen…
Pattaya (Nakorn Siam Boutique Hotel) 211), maandag 11 november 2024
Na de korte rit van gisteren staan er vandaag ook maar een honderd kilometer op de rol. De angst voor de nachtelijke geluidsoverlast van het passerende verkeer is ongegrond gebleken. ’s Nachts is er gewoon te weinig verkeer op de provinciale weg 3245. Ook op deze laatste ochtend van de reis met de motor zit ik iets na zessen naast de deur van onze kamer op een soort terras met een uitzicht op oliepalmen aan de overkant van de weg. De koffie smaakt me goed en ik ben elke ochtend weer blij met de koffie en mijn inklapbare waterkoker van een tientje, gekocht bij AliExpress.
Lyka is deze ochtend ook vroeg wakker en we genieten samen van de koffie en de zon die net boven de oliepalmen is opgekomen. We kunnen hier nog wel een paar uur rondhangen of heel voorzichtig, en niet al te snel, naar het “Nakorn Siam Boutique Hotel” in Pattaya rijden. Met een beetje geluk krijgen we snel een kamer en als we pech hebben moeten we daar wellicht een uur in het restaurant wachten. Lyka en ik zijn het er al snel over eens dat we rond half negen vertrekken zodat we al voor twaalf uur in Pattaya zijn. We nemen de gok op de koop.
Zes kilometer verderop richting Pattaya is er gelukkig een PTT benzine station met de bijbehorende 7-11. Na het tegenvallende avondeten in het “Bo Thong Buri Homestay & Resort” heb ik geen zin om ons geluk in het restaurant te beproeven met het ontbijt. Het is onze laatste etappe van deze mooie rondreis op de motor dus gaan we gewoon weer voor tosti’s en een banaan. Een flesje sodawater erbij en mijn ontbijt is compleet.
Op de 3245 rijden is redelijk ontspannen maar dat betekend niet dat je niet meer hoeft op te letten! We komen dichterbij het economische hart van Bangkok en dat bekend dat veruit de meeste mensen de hele dag bezig zijn met haasten en snel geld verdienen. Dat leid veelal tot vreemde, verraderlijke en gevaarlijke situaties.
Wat denk je van deze twee volgeladen pick-up trucks? Dat scheelt toch mooi een keer extra rijden! Gevaarlijk? Nee joh, dat zie je verkeerd, wij rijden altijd heel voorzichtig. Wat denken jullie dat er gebeurt wanneer de pick-up tijdens het rijden een pak verliest en dat voor de wielen van een motorfiets stuitert? Daarom moet je in Thailand in de buurt van economische centra altijd extra op je hoede zijn.
We stoppen voor onze eerste pauze al na vijfendertig kilometer, dat is uitzonderlijk. In Thailand zijn er heel weinig kruispunten en op- en afritten in de snelwegen gebouwd. Rechts afslaan is daardoor bijna niet mogelijk. Dat hebben ze opgelost door elke twee à drie kilometer een zogenaamde U-Turn aan te leggen. Praktisch gezien rijdt je gewoon een kilometer verder, gebruikt de U-Turn, je rijdt een stuk terug en slaat daarna linksaf om jezelf, en het andere verkeer, niet in gevaar te brengen. Bij deze U-Turn is heel vaak een verbreding aangelegd zodat de vrachtwagens een grotere ruimte op de weg hebben om de volledige draaicirkel optimaal te benutten en tegelijkertijd ook een invoegstrook om met gepaste snelheid te kunnen invoegen. De schaduw van een boom maakt het rusten wat aangenamer want het is ons al vroeg duidelijk dat we weer richting de kust gaan. Het is erg warm en de zon brandt op je huid.
In “Ban Pluak Daeng” krijgen we een voorbeeld van hoe verschrikkelijk fout het kan gaan in het Thaise verkeer. Een vrachtwagen is een stuk of wat pallets met een plastic tank gevuld met chemicaliën verloren. Het is in ieder geval geen drinkwater! De weg is helemaal doordrenkt met de vloeistof en het drukke verkeer heeft lange natte sporen op het wegdek getrokken van honderden meters lang. We moeten er doorheen, we hebben geen keuze! Omkeren en terugrijden kan niet meer. Ondanks dat we niet weten over welke vloeistof we rijden moeten we er maar het beste van hopen.
De eerste ervaringen zijn in ieder geval positief omdat het niet glad is. Dat is een voordeel op twee wielen. Maar er komen met elke omwentelingen van mijn voorwiel meer vraagtekens in me op.
Is de vloeistof giftig?
Is de vloeistof corrosief?
Ik rijdt veel rustiger dan normaal om zo min mogelijk van de vloeistof op te spatten en zelf niet in de opgespatte nevel van andere voertuigen te rijden. Je weet tenslotte niet wat je inademt! De vloeistof droogt op en het wegdek kleurt wit, dat is een teken dat het om zout gaat. Ik denk aan mijn maat Jack Machielsen, wij waren de top van ons jaar in de scheikunde aan de oude “Buys Ballot” in Zaltbommel. Hij zou nog steeds trots op ons zijn! Het is wel opnieuw een herinnering van het feit dat we in een veel gevaarlijker gebied zijn aangekomen!
Na nog een onbeduidende pauze met een blikje Coke Zero achter een 7-11 arriveren we rond twaalf uur bij het “Nakorn Siam Boutique Hotel”. Er staan twee vertrekkende gasten te wachten voor de balie van de receptie op hun borg en zodra we aan de beurt zijn krijgen we meteen de sleutel voor een "Standaard Tweepersoonskamer”, het is maar voor twee nachten dus zijn we eigenlijk maar een dag op de kamer. Het is een kamer op de tweede verdieping aan de voorkant. Niet ideaal maar het is maar voor twee nachten.
Terwijl Lyka even gaat liggen, ze voelt zich al enkele dagen niet lekker, ga ik op pad naar de Subway voor een footlong Tuna Sandwich. Met extra rode ui en zwarte olijven. En dat is lekker met een ijskoud flesje Coke Zero! Niet voor Lyka. Ik kan merken dat ze niet in haar hum is want normaal gesproken verscheurt ze het broodje tonijnsalade.
Het waren in totaal 2694 schitterende kilometers door het noordoosten van Thailand, de Isaan. We hebben oude vrienden bezocht en nieuwe vrienden gemaakt. Het belangrijkste is echter dat deze rit van negentien dagen opnieuw heeft bevestigd dat we dit allebei heel erg leuk vinden en dat we dit de volgende keer weer gaan doen. Alleen langer en dan (weer) naar het noordwesten richting Chiang Mai. Het is mij zo goed bevallen dat ik zelfs op Marktplaats een twaalf jaar oude gebruikte Garmin Oregon 450t heb gekocht voor de volgende reizen. Heb je het dan naar je zin gehad?
De totale kosten voor de motor tijdens deze reis waren € 162,43, € 8,55 per dag voor benzine, onderhoud, verzekering en wegenbelasting. Het is het geld meer dan waard geweest!
Lyka gaat deze middag snel de was doen zodat we daar niet naar om hoeven te kijken de komende twee weken wanneer we gasten uit Nederland op zoek krijgen en voor de eerste keer gaan rondleiden in Thailand.
Ik zit naakt als een baby omdat ik geen schone kleren meer heb dit verhaal te schrijven. Zodra Lyka terug is van de “Otteri Wash & Dry” kleed ik me weer aan en ga ik naar de kapper want dat is ook alweer bijna zes weken geleden. Zodra ik binnen stap begint de irritante Schotse lilliputter over de koffers die bij de kapster op zolder staan. Hij verdwijnt zonder een antwoord uit de kapsalon want dat ben ik niet van plan hem te geven. Ik vindt het wel erg ongemakkelijk voor de kapster waarmee ik al bijna vierentwintig bevriend ben. Zij stelt duidelijk dat het geen probleem is. Krijg is dan indirect de schuld voor zijn relatieprobleem?
Hij zit buiten demonstratief op het houten bankje voor de kapsalon op me te wachten. Ik blijf extra lang over koetjes en kalfjes met de kapster praten om het vuur in de lilliputter flink op te stoken. We lachen wat af met elkaar! Hij kijkt ongemakkelijk op van zijn boek dat hij zogenaamd leest. Mijn plan is gelukt want zodra de schuifdeur dicht is en ik buiten voor de deur sta begint hij weer opnieuw. Ik richt me op, om nog groter te lijken, en kijk dedain op hem neer.
‘Wanneer haal je je rotzooi op? Ik wil het niet langer in mijn huis hebben!’, ratelt hij met haat in de toon van zijn woorden die zijn vergezeld gaan van het speeksel dat hij uitspuugt.
‘Over een week of drie of zo! Wanneer we terug zijn uit Vietnam en voordat we acht weken naar Japan gaan!’, antwoord ik met een ondertoon van minachting.
Zijn ogen draaien rond als de karretjes van een kermisattractie en zijn jaloerse woede bouwt zich op als de druk van een vulkaan die op uitbarsten staat.
‘Gaan jullie dan alweer weg?’, schreeuwt hij vol ongeloof en jaloezie.
‘Natuurlijk! Wie wil er nu langer dan enkele weken in deze poel van verderf, waar je je nooit welkom voelt, tussen al die platzakke buitenlanders rondhangen?’
Mijn verbale klap komt hard aan wanneer hij zichzelf herkend in mijn antwoord. Hij zakt langzaam onderuit en verdwijnt onder zijn eigen ellendige bestaan. Hij is zelf een van die buitenlanders zonder een cent op zak die het in zijn thuisland financieel niet red maar ook niet voldoende financiële middelen heeft om hier in dit relatief goedkope land een redelijk bestaan te hebben.
Zo, dat is voor de komende week opgelost. Tweeëntwintig november ga ik waarschijnlijk twee koffers ophalen. Misschien wel alle bagage want ik ga onderzoeken wat het kost om de koffers drie weken in het “Nakorn Siam Boutique Hotel” op te slaan. Het is jammer voor de kapster want die loopt inkomen mis. Ik betaal haar voor de opslag van onze bagage maandelijks een redelijk bedrag.
Bij de kapper kreeg ik nog meer slecht nieuws! Ik krijg steeds meer dikke witte plekken op mijn scalp die lijken op een vorm van Psoriasis. Ernstige harde schilferende witte plekken. Het is niet levensbedreigend maar het ziet er voor de mensen waar ik mee omga onsmakelijk uit. Het is niet besmettelijk maar dat is wel waar een leek het eerste gezicht aan denkt. Een kort onderzoek op het internet is niet hoopgevend. Er is weinig tegen te doen en er is een kleine kans dat het weer uit zichzelf verdwijnt. Daar moet Dokter Barek dus nog maar eens goed naar kijken! Misschien kunnen aspirine en vitamine D helpen.
Aan het einde van de middag is het tijd om bier te drinken met een oude vriend. John is ook nog een paar dagen in Pattaya voordat hij naar de Filipijnen vertrekt, en die dagen laten we niet ongebruikt voorbij gaan. Oude tijden herleven en nieuwe verhalen, ideeën en plannen passeren de revue. We zitten helemaal op dezelfde golflengte. Reizen zolang onze benen ons kunnen dragen en wij de gekte van het reizen kunnen verdragen. Nooit meer een huis of appartement huren maar altijd, voor langere of korte tijd, in hotels verblijven. Onderhandelen over een korting wanneer je langer dan drie weken in een hotel verblijft is altijd mogelijk en onvermijdelijk!
Het is heel gezellig maar rond zeven uur moeten we echt naar de “Captain’s Bar” voor ons avondeten. Helaas worden we begroet met slecht nieuws! Morgen is het restaurant gesloten want het is honderd dagen geleden dat de kapitein is gecremeerd. Die honderd dagen is in Thailand na een overlijden een belangrijk termijn.
Thaise boeddhistische begrafenissen
Hoewel er variaties bestaan tussen de culturen van de verschillende regio's van Thailand, bevatten de meeste boeddhistische begrafenissen over het algemeen dezelfde gemeenschappelijke basiskenmerken.
Het eerste ritueel na de dood is de baden ceremonie. Tegenwoordig vindt het vaker plaats als een ceremonieel gieten van water. De gasten van de ceremonie zullen één voor één water met glanzend water over de hand van de overledene gieten. Na de baden ceremonie wordt het haar ritueel gekamd en het lichaam gekleed en in de kist geplaatst; de begrafenisondernemer zal tijdens het proces bepaalde rituelen uitvoeren.
De kist wordt vervolgens tentoongesteld om verdienste te maken, en er worden dagelijkse riten gehouden, waarbij monniken worden uitgenodigd om de Abhidhamma te zingen. Dit werd traditioneel thuis gehouden, maar tegenwoordig vindt het meestal plaats in een boeddhistische tempel (wat), meestal 's avonds. Dergelijke riten worden meestal drie, vijf of zeven opeenvolgende dagen gehouden. Een belangrijk ritueel tijdens dergelijke begrafenisriten is bangsukun (บังสุกุล, van Pali paṃsukūla) - het aanbieden van doek aan monniken namens de doden. Elke zangceremonie kan worden gesponsord door een familielid of vriend die betaalt voor versnaperingen en geschenken (kleding, enz.) aan de monniken.
Het lichaam wordt uiteindelijk weggegooid in een crematieceremonie, die plaatsvindt in het crematorium van een tempel (mannen (เมรุ) genoemd in het Thais voor hun symboliek van de berg Meru). Het lichaam kan drie keer tegen de klok in rond het crematorium van de tempel worden meegenomen, meestal via een kar die wordt getrokken door monniken of familie en vrienden. Het lichaam zal dan naar de mannen worden gebracht, waar de crematie zal plaatsvinden. Soms wordt de crematie gehouden na een bepaalde periode te hebben gewacht (bijv. 100 dagen of een jaar na de dood). Verdienste-makende riten worden ook gehouden op 7, 50 en 100 dagen na de dood.
Dan komt het slechtste bericht! Een jongen die ons altijd begroette en waar ik altijd een kort gesprek mee voerde is op 27 oktober op 42 jarige leeftijd ’s morgens boven het restaurant dood in zijn bed gevonden. Dan moet je toch wel even slikken!
De harde realiteit van het eindige leven wordt er steeds weer opnieuw ingewreven wanneer je ouder word. Het is voor mij de energie, het felle licht, die me langer laat doorgaan met wat ik het liefst met mijn leven doe. Reizen, het ontdekken van nieuwe plaatsen en landen, gerechten en het maken van nieuwe vrienden. Totdat ikzelf een plaats krijg aan die lange tafel in Valhalla waar we eindeloos bier drinken geserveerd door blonde deernen met een weelderige boezem, en herenigd wordt met mijn goede vrienden van weleer.
Onderweg heb ik drie verhalen overgeslagen om verschillende redenen. Teveel foto’s, te weinig tijd over of geen inspiratie. Deze keer ben ik gewoon verder gegaan met de verhalen aan de orde van de dag of de vorige dag. De verloren dagen haal ik later wel in wanneer ik in rustiger vaarwater ben en ’s morgens of ’s middags wat meer tijd heb. Het lijkt in ieder geval dat het niemand is opgevallen dat ik dagen heb overgeslagen. ;) Morgen heb ik een drukke dag als voorbereiding voor de komende weken met onze vrienden uit Nederland. Ik kijk er echt naar uit!
Meer verhalen over:
2024 Thailand,
Thailand
Abonneren op:
Posts (Atom)