zaterdag 5 oktober 2024

Thailand: Installeren

Pattaya Beach
Pattaya (Nakorn Siam Boutique Hotel) 603), zaterdag 5 oktober 2024

Het was een heerlijke dag vandaag. Om zes uur liet de iPhone zich horen en fris als een hoentje verliet ik het warme bed naar de koelte van de airconditioning. Eerst naar het toilet, dan de waterkoker aan, de medicijnen innemen en niet veel later het kokende water op de gemalen koffie laten lopen. De geur van verse koffie vult de kamer en Lyka draait zich met zachte kreungeluiden nog een keer om terwijl ik plaats neem op het balkon en kijk naar de lichte bewolking waar de zon nog steeds achter schuil gaat.
Na de gebruikelijke tosti en een hardgekookt ei neem ik een andere route voor de ochtend wandeling van vandaag. Ik loop deze keer een eindje om omdat ik een kijkje wil nemen naar het hotel waar we woensdag over een week naartoe moeten verhuizen. Ik heb onze reisplannen namelijk aangepast en we verblijven nu tien dagen langer in Pattaya om onze tocht op de motor naar het noorden van Thailand beter te kunnen voorbereiden.
De eerste stappen richting het “The Corner Lodge” hotel zijn op onbekend terrein. De verwachte 500 meter blijkt bijna een kilometer te zijn en dat moet ik dan twee keer tellen wanneer we ’s avonds bij de Captain’s Bar gaan eten. Het hotel ziet er prima uit, er zijn wat restaurants en een 7-11 in de omgeving maar het is voor mijn gevoel toch wat te ver weg van de lichtjes van Pattaya. Zeker ’s avonds in het donker.
Terwijl ik langs de South Pattaya Road richting het strand loop denk ik na over mijn opties. Ik heb zoveel boekingen gemaakt voor deze reis dat ik niet meer uit mijn hoofd weet welke voorwaarden er aan de boeking van “The Corner Lodge” hotel verbonden zijn. Straks tijdens mijn eerste drinkpauze aan de boulevard maar eens kijken.
Met het onafscheidelijke flesje sodawater aan mijn zijde open ik mijn iPhone en zoek de boeking op. Deze was nog gemaakt bij booking.com en is vandaag tot middernacht gratis te annuleren. Door de inmenging van de Nederlandse overheid, die steeds meer Stalinistische trekjes begint te vertonen, is booking.com nu vaak (een stuk) duurder dan Agoda,com. Het mag duidelijk zijn dat ik om deze reden ben overgestapt naar de goedkopere van de twee.
Ik stel de zoektermen en de data in en tot mijn verbazing is het “Nakorn Siam Boutique Hotel” nu wel beschikbaar op de gezochte data en zelfs ook nog enkele dubbeltjes per nacht goedkoper dan het “The Corner Lodge” hotel. Ik hoef niet lang na te denken over deze logische beslissing. Eerst boek ik dezelfde kamer waar we nu gebruik van maken, met een beetje geluk hoeven we zelfs niet eens naar een ander kamer te verhuizen. Daarna annuleer is de kamer waar ik geen gebruik meer van wens te maken. En dat allemaal binnen enkele minuten, gewoon op mijn mobiele communicator. Mooi toch?
De wandeling langs Beach Road wordt vervolgd en ik realiseer me hoe bevoorrecht ik ben om hier te mogen wandelen in het flauwe ochtendzonnetje en genietend van het lichte zeebriesje dat een heerlijke verkoeling brengt. Hoewel het pas de tweede ochtend is dat ik hier wandel zie ik al bekende gezichten. Een voorzichtige groet die later deze week waarschijnlijk zal veranderen in een meer uitbundige begroeting.
Pattaya Beach Een tweede flesje water is gekocht bij de 7-11 en aan het einde van Beach Road, voor het “Dusit Thani” Resort neem ik plaats op een betonnen richel. Het duurt niet lang voordat er een leeftijdgenoot bij mij komt zitten en een gesprek aanknoopt. Ik wacht in eerste instantie af welke richting het gesprek opgaat, zoet of zuur.
Deze eerste falang, Thais voor blanke buitenlander, blijkt een echte Henkie. Hij gaat met een gestrekt been voor het zuur en het bitter. Een klaagzang over van alles en nog wat valt me ten deel. Een waterval van woorden en klachten over zijn ervaringen en zijn verblijf in dit mooie land. Hij verteld me niets dat ik nog niet weet of reeds heb gehoord maar wat ik wel anders ervaar nu ik nog maar enkele dagen in Pattaya ben. Zijn geklaag begint bij het ontbijt ’s morgens tot aan het matras waar hij ’s avonds op slaapt. Er wordt werkelijk niets overgeslagen en er is ook helemaal niets positiefs aan Pattaya en Thailand.
Ik knik instemmend op zijn geklaag en zeg zachtjes in mezelf: ‘Waarom ben je dan nog hier?’
Zodra hij klaar is met zijn klaagzang kijkt hij mij indringend aan en verwacht van mij bijval voor zijn negatieve beelden en negatieve gedachten over Pattaya en Thailand. Hij is zichtbaar teleurgesteld dat ik er anders over denk.
‘Hoe lang ben je hier?’, is zijn laatste wapen dat hij in de strijd kan gooien.
‘Twee dagen!’, antwoord ik met een brede glimlach in de wetenschap dat nu de waarschuwing gaat komen.
‘Wacht maar! Over een paar dagen denk je wel anders!’, hij staat geagiteerd op en neemt meteen afscheid zodra hij voelt dat ik het niet met hem eens ben. Ook dat is Pattaya, klagende oude eenzame mannen.
Ik vervolg mijn wandeling naar mijn derde rustpunt en daar staat me een onaangename verrassing te wachten. De stoelen en tafeltjes zijn verdwenen. Het was hier altijd heerlijk uitrusten in de schaduw met een koud flesje sodawater en zicht op de ingang naar “Soi Bhua Khao”.
Navraag in de 7-11 maakt het probleem onmiddellijk zichtbaar. De stoelen werden steeds vaker voor langere periodes ingenomen door Thai, waarschijnlijk zwervers, en toeristen die niets in de winkel kochten en zelfs zo brutaal waren om hun elders gekochte flesje water hier op te drinken. De eigenaar van de 7-11 heeft er dus een einde aangemaakt en zoals altijd moeten de goede onder de kwaden lijden.
De lucht veranderd langzaam van kleur en wordt met de minuut donkerder. Het lijkt er nu echt op dat de regen elk moment kan komen. Het is tijd om snel richting het hotel te gaan. Ik bel met Lyka of ze genoegen neemt met een verse magnetron maaltijd van de 7-11.
‘Anything!’, is haar antwoord.
Met een rijst en een rode kerrie voor Lyka en voor mij een spaghetti pad krapow ben ik net voor de regen binnen. Vanaf het bed zien we de regen op Pattaya neerdalen. Het eten smaakt ons goed en de suikervrije cola smaakt zoet. Dit is ook Thailand op haar best!
In mijn hoofd heb ik een lijst met taken die ik in de eerste week in Thailand moet afhandelen. Niet noodzakelijk maar wel stellig moet afhandelen.
Hoog op die lijst staat: “Ophalen van de rugzakken.”
Hoe zit dat? Eenvoudig, wanneer je net als wij vaak naar dezelfde bestemming vliegt en ook nog eens in dezelfde stad, en deze keer ook hetzelfde hotel, verblijft is het onzinnig, en met het oog op het milieu onverantwoord, om elke keer dezelfde dingen mee heen en weer te nemen. Onze rugzakken staan bij een vriendin in de opslag, tegen een kleine vergoeding natuurlijk, en zijn gevuld met spullen die wij in Nederland absoluut niet nodig hebben maar in Thailand zeker weer gebruiken. Denk aan de motorhelmen en sommige kleding die we alleen op de motor in Thailand dragen. Ook wat elektronica en opladers en dergelijke.
Ik ben al bij de kapster geweest voor de gebruikelijke knipbeurt en ze weet dat ik een dezer dagen de twee rugzakken kom ophalen. De planning is dat we in het begin van deze reis nog een korte motortocht gaan maken door Thailand om vrienden te bezoeken en het èchte Thailand te ervaren. Van het oude Thailand, dat ik ken van vijf en twintig jaar geleden, is niet heel veel meer over maar plaatsen bezoeken die met het openbaar vervoer moeilijk zijn te bereiken geeft nog enige voldoening. Een ontmoeting met gelijk denkende is nooit ver weg. Meestal zijn het fietsers die een lange tocht maken. Totaal anders dan wij op de motor maar vaak ook veel jonger dan ik.
Voor het ophalen van de rugzakken is er maar een hindernis en dat is de jaloerse Schotse vriend van de kapster. Hij kan het maar moeilijk verkroppen dat wij al 23 jaar bevriend zijn en zo gemakkelijk met elkaar omgaan. Elke keer wanneer ik de kapsalon betreed, of het nu is voor een knipbeurt of wat anders, wordt hij korzelig wat mij dan weer een onaangenaam gevoel geeft. Ik vindt het ook een beetje zielig voor de kapster die zich dan weer gaat verontschuldigen voor het gedrag van haar vriendje.
Dus vanmiddag is het zo ver. Op een afstand kan ik al zien dat het Schotse vriendje niet op de bank voor de kapsalon zit te lezen. Eenmaal binnen is het al snel duidelijk dat hij niet thuis is en ik als een wervelwind de trappen op vlieg naar de zolder om de twee rugzakken te halen. Weer terug in de kapsalon is de opluchting ook van het gezicht van de kapster af te lezen. We zijn beide opgelucht dat hij niet thuis is. Een vreemde en ongemakkelijke situatie.
Ze vraagt ook meteen maar wanneer de koffers komen. Tja, een of twee dagen voor ons vertrek komen de vier, twee grote en twee kleine, koffers deze kant op. Die worden weer opgehaald wanneer we ons gaan voorbereiden op onze volgende bestemming buiten Thailand. Dan gaan de koffers weer mee op reis.
We moeten samen om deze hachelijke situatie lachen. Hoe moeilijk kan het zijn om te accepteren dat een oude huisvriend van je vriendin tegen betaling een beetje van zijn bagage bij je op zolder zet? Voor sommigen jaloerse mensen is dat dus heel moeilijk.
De rugzakken gaan op de hotelkamer open, er zitten kleine cijfer-hangsloten op, en ik leg de inhoud op het bed. We zijn allerminst verbaasd over wat er zo allemaal tevoorschijn komt maar we zijn wel verblijd dat we de twee kaasschaven eindelijk in ons bezit hebben. Morgen hebben we Hollandse oude kaas op brood!
Later deze week, of in de komende dagen, ga ik onze rugzakken inpakken met de spullen die ik verwacht de komende 29 dagen nodig te hebben. Na de omzwervingen op de motor, met de bus en trein naar Bangkok en Ayuthaya, schakelen we weer over op de koffers voor de twee volgende bestemmingen buiten Thailand.
Kip met Cashew noten Na deze heerlijke rustige zaterdag gaan we, na een paar biertjes bij Nikom Court, eten bij de Captain’s Bar en het blijft vanavond bij een kleinigheidje. Ik bestel de altijd lekkere kip met cashewnoten en Lyka een gebakken rijst met garnalen. Na het eten geef ik me weer volledig over aan de serie “The Tunnel”. Een van de betere Brits/Franse detectives over de avonturen van twee recherche teams aan beide zijden van het kanaal.
Wat is het reizen toch een heerlijk aangename bezigheid!

vrijdag 4 oktober 2024

Thailand: Een verschrikkelijke jetlag

Beachroad Pattaya
Pattaya (Nakorn Siam Boutique Hotel) 603), vrijdag 4 oktober 2024

Om 00:47 zit ik rechtop in bed en na vier uur slapen zit er geen vezel meer in mijn lichaam die aan rust toe is. Ik vraag me hardop af of het wel een goed idee is geweest om vroeg naar bed te gaan. Maar wat hadden we anders kunnen doen? Een uur of drie tegen de slaap vechten?
Ik strompel de trap af naar de begane grond en realiseer ik me dat de 7-11 na middernacht geen alcohol meer mag verkopen. De Thai kunnen zich moeilijk inhouden en dronkenschap verstoort de economie. Daarom heeft de regering heel lang geleden ingevoerd dat er alleen op bepaalde tijden alcohol in de winkels mogen worden verkocht. Het is eigenlijk een wassen neus omdat het alleen om officiële winkels gaat die een vergunning hebben. Alle papa en mama winkels in Thailand hebben geen vergunning dus valt er weinig in te trekken wanneer de regels worden overtreden.
Gelukkig hoef ik niet op zoek naar een kleine winkel omdat de nachtwaker nog druk is met het maken van rolletjes met daarin tien munten van een baht. Deze rolletjes worden dan door iedereen gebruikt zoals een muntstuk van tien baht. Hij heeft een sleutel van de koelkast en is altijd bereid om nog wat omzet te genereren. Opgelucht neem ik de lift naar de zesde verdieping met twee ijskoude flessen Beer Leo in de hand.
Pattaya in de nacht De relatieve koelte van de nacht is uitnodigend en niet veel later zit ik op het balkon te genieten van het uitzicht in het donker en een koud biertje. Het voelt alsof ik nooit ben weggeweest! De laptop wordt opgestart en de eerste worden van deze reis worden elektronisch in enen en nullen opgeslagen. Dit is het echte leven en de afgelopen zes maanden lijken niet te hebben plaatsgevonden. Het voelt alsof ik nooit in Nederland ben geweest.
Na de twee biertjes voel ik me toch wel weer loom en probeer ik nog wat slaap te pakken. Morgen vroeg op en mezelf door de dag slepen tot een uur of tien ’s avonds. Dan zou het ritme toch wel weer op zijn plaats moeten zijn.
Zelf koffie zetten Het slaapmutsje heeft zijn werk gedaan en zodra de wekker om zes uur afloopt zet ik hem uit en draai me weer om. Een klein uur later zet ik voor de eerste keer koffie met mijn laatste aanwinst. Een opvouwbare roze waterkoker van 700 ml. Precies genoeg water om een beker met kokend hete overheerlijke Hollandse koffie te vullen. Mijn voordeel?
Financieel is dat twee euro per dag maar het belangrijkste is dat ik ’s morgens niet voor dag en douw op pad hoef naar de 7-11 voor koffie. Alles gaat precies zoals ik heb verwacht en niet veel later zit ik te genieten van mijn eerste beker koffie terwijl Lyka nog geniet van het medium harde matras en haar hoofdkussen.
Ik probeer van alles en nog wat om mijn bioritme gelijk te zetten met Thailand maar mijn hoofd en lichaam willen niet meewerken. Het tijdsverschil speelt mij parten en hoe ouder je bent des te meer je er last van kan hebben. Schrijven lukt niet dus laat ik het maar voor wat het is. Forceren is nooit goed maar zeker niet wanneer je probeert je gevoelens en gedachten over te brengen naar anderen.
Mijn meisje is ook niet helemaal op haar gemak wanneer ze ontwaakt. Ze is met geen riek te voeren! Ze ruikt de koffie en zoekt naar de koffiebeker. Het eerste slokje gaat in ieder geval goed naar binnen. Er verschijnt zelfs een glimlach op haar mond. Na het tweede slokje veranderd die in een brede glimlach en op dat moment weet ik dat we weer met elkaar in verbinding staan. Het is alsof Thailand weer ons thuis is! Laten we hopen dat dit nog lang zo blijft.
Ontbijt Ons eerste ontbijt is een oude bekende die we nog vaak zullen ontmoeten. Twee tosti’s, twee hardgekookte eieren een broodje met een dubbele hamburger en een banaan. Een winnaar voor twee euro persoon! Maar het is ook een duidelijk signaal dat het in Thailand in de afgelopen zes maanden ook een stuk duurder is geworden. De tijd van “Leven als een god in Frankrijk voor een AOW’tje” zijn hier nu ook verleden tijd! Je zal toch wel aanvulling in de vorm van een pensioen of spaargeld moeten hebben. Het is in Thailand niet zo duur als in Nederland maar het is zeker ook niet meer goedkoop!
Op de eerste dag in ‘den verre’ moeten we groot inkopen bij de goedkoopste supermarkt in de stad. Het is hier gelukkig niet zo dat er niets te koop is dus worden zaken als tandpasta en shampoo hier groot ingekocht. De een plus een gratis is een prima begin om een beetje op de kosten te besparen. De kar vult zich langzaam met benodigdheden voor de komen weken en zelfs maanden.
Het fruit is in ieder geval flink in prijs gestegen maar het ziet er nog steeds appetijtelijk uit, en we moeten aan de vitaminen denken. We lopen langs de afdeling met de bereide etenswaren en de gebakken vis, vlees en Thaise gerechten, ze zien er allemaal nog even heerlijk uit.
Het is te vroeg voor de lunch dus ga ik eerst nog maar een wandeling maken. Erg ver kom ik niet want nog voordat ik op de begane grond kom openen de sluizen van de hemel zich. Vette druppels kletteren op het plaatstalen dak van het restaurant naast het hotel.
‘Nog even wachten?’, dat heeft geen nut, dan maar weer naar boven.
Een halfuurtje later is het zo goed als droog. Tijd om te gaan wandelen. Ik kijk er naar uit om over een paar weken samen met Louise mijn ochtendwandeling te gaan doen. Samen is toch weer anders dan alleen. Het valt meteen op dat de ondernemingsdrang en bouwzucht op de vooravond van het “high season” op ongekende hoogte is aangekomen. Pattaya veranderd zo snel dat je soms de volgende dag het restaurant waar je gisteren hebt gegeten niet meer kan vinden.
Beachroad Pattaya Mijn eerste halte is de oude vertrouwde 7-11 aan de “Beach Road” waar ik geniet van mijn koude sodawater en uitkijk over de baai met daarachter de golf van Thailand. De straat is nog nat en het verkeer is opvallend stil. Er liggen voor mijn gevoel opvallend veel werkeloze speedboten die geen toeristen kunnen vinden om ze naar het koraaleiland “Koh Larn” te brengen. Het zal de komende weken en maanden wel weer wat drukker worden.
De klok tikt en het is voor mijn gevoel al te laat om mijn gebruikelijke wandeling af te maken. De gebruikelijke route wordt ingekort en ik kies ervoor om door “Mike Shopping Mall” te lopen om mijn rondje een stevig stuk in te korten. In “Soi Diana” valt het meteen op dat het een eenrichtingsverkeer straat is geworden. Het is een stuk veiliger omdat je als wandelaar niet meer van alle kanten door motorfietsen wordt aangevallen.
Bij “Nikom Court” werp ik een blik naar binnen en zie geen enkele bekende tussen de weinige klanten. Een kort telefoontje met Lyka en de lunch voor vandaag staat ook vast. We halen een stokbrood met tonijnsalade bij de Subway, met sla, rode ui en veel zwarte olijven. We laten het ons goed smaken met een ijskoud flesje Coke Zero erbij. De gevulde magen maken slaperig en onze lichamen geven zich zonder tegenstand over aan de slaap. Een middagdutje in een warm land is een ingebakken gewoonte.
Regen op komst Met het slaapzand nog in de ogen neem ik plaats op het balkon. De regen hangt nog in de lucht. Iedereen praat over het regenseizoen dat dit jaar wel heel erg lang duurt. Onderweg hoor ik de Thai klagen dat er zo weinig toeristen zijn omdat het maar blijft regenen. Geen enkele Thai begrijpt dat je een vakantie weken en maanden vooruit plant. Het is moeilijk om na een paar uur een voorstelling te maken over de hoeveelheid toeristen die in Pattaya zijn. Voor nu heb ik wel andere dingen aan mijn hoofd.
Een van die dingen is een koude fles “Beer Leo” in de kleine koelkast op de kamer. Die koelkast goed gevuld houden is een van de prioriteiten voor de eerste dagen in Thailand. Mijn MacBook komt tevoorschijn en er verschijnen weer woorden op het scherm. Mijn hoofd voelt als een zolder die langzaam wordt leeg geruimd. Als een huis dat wordt ontruimd wanneer de laatste bewoner voorgoed is vertrokken.
Ik denk heel af en toe nog wel eens aan Nederland maar ik ben geestelijk niet meer in Nederland. Zodra ik geen behoefte meer heb aan het schrijven geef ik me over aan de novelle “De Vlinderkus” van Cees van Ede. Een heerlijk boekje over jeugdliefde en de onschuldigheid van een jeugdliefde. Het verhaal brengt me terug naar een van mijn eigen vakantieliefdes op het strand van Noordwijk. Paula Spaargaren was haar naam en ik ben haar nooit vergeten.
Karbonade met patat Na drie grote flessen bij Nikom Court gaan we voor de eerste avondmaaltijd van deze reis naar Piet van de “Hungry Gorilla”. Piet is zoals altijd uitbundig en meer dan vriendelijk. Malee is er ook en het is een gezellig weerzien. De karbonade met patat smaakt ons goed. Wat ook hier opvalt is de leegte in het restaurant. Waar is iedereen? Zijn ze nog onderweg? Vragen die de komende dagen, of beter gezegd weken, zullen worden beantwoord.
TV kijken op de MacBook Met deze reis is er een nieuw tijdperk ingegaan met de elektronica voor onderweg. Op de valreep heb ik nog een tweede Google Chromecast HD kunnen kopen die we komende dagen gaan opstarten om gewoon tv te kunnen kijken in de hotelkamers. We hebben het dan wel regelmatig te druk om alle ervaringen en indrukken te verwerken maar af en toe ontspannen met een film of een tv-serie is ook lekker.
Om half elf kruipen we onder de dekens. De airconditioning op 27 graden en de oogjes dicht. Ik heb het gelukzalige gevoel dat ik morgen om zes uur weer fris opsta.

Aan het einde van dit verhaal zie ik dat ik in 2024 alweer meer dan duizend foto’s heb gepubliceerd in mijn verhalen. Ik moet er zelf om lachen want ik weet dat ik het met veel plezier doe en dat het delen van mijn gevoelens en gedachten met de lezers van mijn weblog op prijs wordt gesteld.

donderdag 3 oktober 2024

Thailand: Welkom in het land van de slippertjes

Eten bij de Captain's Corner
Pattaya (Nakorn Siam Boutique Hotel) 603), donderdag 3 oktober 2024

Slapen in een vliegtuig is een noodzakelijk kwaad. In een geforceerde slaapzaal met 329 bedden kan je bijna nooit een goede nachtrust hebben. Oordoppen in, verstand op nul en een aaneenschakeling van hazenslaapjes moeten je opfrissen voor de volgende dag. De dag van je aankomst op je bestemming.
Met nog een kleine vier uur te gaan tot Bangkok ben ik klaarwakker en buiten is het al licht. De ongeschreven regel van de luchtvaartmaatschappijen is om de luikjes voor het raam zo lang als mogelijk dicht te houden omdat de passagiers dan rustig blijven in het donker. Het is voor mij een ongelukkig moment omdat ik me graag in het daglicht baad en leef met het ritme van de zon.
Nog maar een keer de ogen dicht dan totdat we in de buurt komen van de “Golf van Bengalen”. Iedere passagier die regelmatig Thailand vanuit Europa bezoekt weet dat hier de turbulentie begint. Altijd en zonder enige uitzondering! De warme turbulente lucht van het vasteland van India ontmoet de relatief koude en vochtige zeelucht van de Golf van Bengalen. Het valt deze keer mee hoewel we minstens een keer een meter of twintig naar beneden vallen met een schreeuwconcert van bange en verraste passagiers als gevolg.
Mijn blijdschap verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer de koffie wordt geserveerd. Zonder enige twijfel is het Nescafé in een foute mengverhouding met als gevolg dat de inhoud van mijn koffiebeker enkele minuten later in het toilet wordt geleegd. Sodawater blijkt niet voorhanden dus drink ik plat water bij het ontbijt. Ik heb afgelopen nacht een maaltijd gemist. Mijn bloedsuiker is erg laag en daardoor vergeet ik een foto te schieten van het ontbijt. Niet dat de klodder omelet met een paar stukjes champignon noemenswaardig of overheerlijk is. De maaltijden bij Turkish Airlines hebben tot nu toe allemaal tekort geschoten aan de standaard die je bij deze maatschappij zou verwachten.
Na een wel zeer ruwe landing stappen we uit in de nieuwe terminal van de “Suvarnabhumi International Airport” waarna we met de trein in een korte rit naar de hoofdterminal worden gebracht. De zestig dagen worden snel gestempeld, we hebben nieuwe paspoorten dus valt er weinig te controleren en te vragen.
Op de vraag of we op een plaats verblijven antwoord ik: ‘Nee, we gaan wat rondreizen’.
De immigratiebeambte verteld me dat ik dan de volgende keer een zestig dagen visum bij de ambassade moet aanvragen. Een zestig dagen visum aanvragen terwijl ik er hier een voor niets krijg? Verbaasd loop ik naar de bagageband 14 waar niet al teveel laten onze koffers verschijnen.
Dit is het moment van de aankomst waar ik altijd een beetje mijn billen bij elkaar moet knijpen! De douane, het groene kanaal, de twaalf kilo gemalen koffie en de twee kilo oude kaas verdeeld over onze koffers. Onschuldig kijken en glimlachend langzaam voortschrijden richting de aankomsthal. Gelukkig passeren we zonder problemen, we zijn met onze heerlijkheden in Thailand.
Welkom in Bangkok Omdat we met de trein van de nieuwe terminal zijn aangekomen zijn we ook al dicht bij de uitgang waar onze taxi op ons staat te wachten. Narin van onze taxidienst “Instyle Travel & Service” heeft het weer uitstekend verzorgd. Kan het nog duidelijker?
Wachten op de taxi Terwijl we staan te wachten om naar de taxi te worden gebracht scoor ik snel mijn eerste twee Thaise biertjes, deze keer Beer Chang, van deze reis. De eerste smaakt zoet als honing. Wat ben ik blij om weer in Thailand te zijn. De warmte, de rust en het overheerlijke eten maken Thailand altijd weer tot een fantastische plaats om te verblijven.
Eenmaal op de tolweg genaamd “Motorway” valt het meteen weer op hoeveel er in Thailand veranderd wanneer je een tijdje weg bent geweest. Nieuwe gebouwen en nieuwe fabrieken, ook lijkt het weer drukker op de snelweg. Thailand is hard op weg om een economische motor in Zuid-Oost Azië te worden. Dat heeft ook nadelen want elke paar maanden bedenken ze weer nieuwe belastingen om de vooruitgang te kunnen betalen en de arme plattelandsbevolking bijstand te geven. Zodra de minimum lonen gaan stijgen willen de producenten misschien verhuizen naar een goedkoper land.
Na drie kwartier te hebben zitten knikkebollen in de taxi zijn we eindelijk in Pattaya. Het hotel voelt als thuis komen, echt thuis komen. Wellicht kennen jullie dat gevoel wanneer je weer begroet wordt door mensen in een ver land waarmee je bevriend bent.
Nakorn Siam Boutique Hotel 603 De receptioniste van het Nakorn Siam Boutique Hotel heeft voor ons een kamer bewaard waarvan ze weet dat we die op prijs stellen. Op de zesde verdieping en zo ver als mogelijk van de lift. De zon in de ochtend op het balkon zodat ik lekker om zes uur mijn koffie kan drinken en mijn verhalen schrijven. Na twaalf uur zit ik lekker in de schaduw op het balkon zodat ik aan het einde van de middag van mijn (elektronisch)boek en mijn koude biertje kan genieten. Laat ik het er nog maar een keer inwrijven, deze kamer kost ons € 15,80 per nacht.
Ik kijk op mijn horloge en we zijn zes uur al gepasseerd, tijd voor mijn medicijnen. We blijven dus niet te lang hangen op de kamer. Een eerste schifting door de bagage is voldoende om de belangrijkste zaken klaar te leggen en niet te lang daarna gaan we naar de “The Captains Bar & Guesthouse” in “Soi Honey Inn” voor onze eerste Thaise maaltijd.
Thaise gerechten Pad Krapow Moo, Pad Pak Ruam en Khai Thiou Moo Saab zijn een fantastisch begin van deze reis. Maar er is helaas ook droevig nieuws.
Eten bij de The Captains Bar & GuesthouseDe Captain zelfDaar waar de man in het witte t-shirt zit zat vroeger altijd de Kaptein zelf om de zaak te overzien en alles in goede banen te leiden. Helaas is hij op 28 juli aan zijn laatste reis begonnen. Gelukkig zetten zijn vrouw en de serveerster de zaak (voorlopig) voort zodat we kunnen blijven genieten van het heerlijke eten. De Kapitein zal niet worden vergeten…

Na het eten slaat de vermoeidheid toe en ik vecht opnieuw tegen de slaap. Om half negen gaat het licht uit in onze hotelkamer uit en de oogjes dicht. Het is tijd om te slapen en morgen weer fris op te staan.

Mochten jullie je afvragen hoe ik aan deze titel voor het verhaal ben gekomen? Bijna iedereen loopt hier op plastic slippers! Maar er is hier ook een groep die buitenechtelijke ontmoetingen hebben…

woensdag 2 oktober 2024

Thailand: Eindelijk weer op pad

Turkish Airlines Airbus
In het vliegtuig (18A/26E), woensdag 2 oktober 2024

Op weg naar Schiphol
Met gemengde gevoelens stap ik in Zaltbommel op de trein naar ’s-Hertogenbosch. Ik kijk om heen op het perron en zie duidelijke sporen van het verval waarin zich onze beschaving en met name de Nederlandse samenleving zich in bevind. Het Nederland dat we achter ons laten is smerig, zonder enige moraal, en ernstig vervuild.
In de trein is het niet anders. Brutale jeugd die zich niets aantrekt van de regels en waar fatsoen en opvoeding geheel ontbreekt. Graffiti op de wanden en de ramen, kapotte kussen en aangekoekt vuil en zand in de hoeken. Praat alsjeblieft niet over de toestand van de toiletten in de trein?
Meer dan negentig procent van de jeugd zit geheel hersendood naar hun telefoon te staren en maakt zich zo te zien geen enkele zorgen over de toekomst van de verzorgingsstaat. En of die nog wel bestaat over enkele tientallen jaren. Kan ik nog wel over een beschaving spreken? Of is het een beschaving in verval?
De overstap in Den Bosch verloopt snel en zonder problemen. Zo zitten we al snel in een sneltrein die ons rechtstreeks naar Schiphol zal brengen. Al is dit tegenwoordig in Nederland niet meer vanzelfsprekend omdat er nog wel eens een trein kan uitvallen en Schiphol onbereikbaar wordt. Het voelt alsof ik een grote emotionele last in Zaltbommel heb achter gelaten maar niet alle lasten. Die laatste lasten zullen ongetwijfeld de komende tijd ook wel weer van me afglijden. Stress is nu eenmaal heel slecht voor een mens.
Een half uur eerder dan gepland stappen we de enorme hal van de Amsterdamse luchthaven binnen. Als mieren krioelen mensen van alle kleuren en nationaliteiten zonder problemen door elkaar heen. Een vredig tafereel in een wereld vol met geschillen en oorlog.
Natuurlijk weet ik mijn weg op Schiphol en in vertrekhal 3 is de plaats waar we onze koffers moeten achter laten al snel gevonden. We moeten nog wel anderhalf uur wachten. Het reizen met een vliegtuig is nu eenmaal een keten van wachten, meestal heel erg lang wachten. Het wachten is op zichzelf een verdienmodel.
We nemen plaats op een klein terras waar Lyka zich tegoed doet aan een ouderwets saucijzenbroodje met een medium Cappuccino. € 7,51 met de korting er af omdat ik een set heb besteld. Op zo’n moment vraag ik me altijd af waar dit naartoe gaat leiden. Als een oude rekenaar zet ik tegenwoordig alles wat ik koop af tegen het minimum uurloon dat in Nederland wettelijk verplicht is en de leidraad is voor de maandelijkse uitbetaalde bijstand en toeslagen. Hoeveel van die € 7,51 is belasting om de onstilbare honger van de overheid te verlichten?
Ik zet me er snel overheen want ik ga niet meer tegen windmolens vechten. Een blik naar mijn paspoort stemt me ook weer somber. Overal in de vertrekhallen staan terminals waar je snel en economisch je instapkaarten kan uitprinten. Wij hebben dat ook gedaan met als resultaat dat we drie instapkaarten, een te weinig, uit de terminal hebben gekregen. Verbazing alom. Is er een oplossing voor ons, en misschien voor het probleem van duizenden andere reizigers, zodat we wel de juiste instapkaarten krijgen?
Die oplossing, dat is juist het probleem! Het zakenmodel waar ik naar kijk is het creëren van een probleem waardoor er een organisatie moet worden opgezet om die problemen weer op te lossen. Het eindresultaat is een hele grote groep mensen die dagelijks naar hun werk gaan, niets produceren, maar wel betaald worden voor iets dat niet aantoonbaar helpt maar wel veel geld kost. Een soort van ondergrondse werkverschaffing terwijl de mannetjesputter die elke dag peest voor het minimum uurloon de klos is! Het is me nu wel duidelijk waarom er zoveel vacatures openstaan terwijl het aantal werkelozen ongeveer gelijk is. Haal die terminals gewoon weg? Dan is het probleem opgelost en kunnen er een paar handen extra naar de bagage afhandeling.
We staan om tien voor half drie vooraan in de rij die de “Drop Off” balie moet verwerken. Ook dit is een vreemde ervaring. Bij deze incheck-balie voeren ze precies dezelfde handelingen uit als bij de twee balies voor de economie klasse. De koffers worden gewogen en ze zijn ruim binnen het gewicht van de 30 kilo die is toegestaan voor deze vluchten naar Bangkok. Het is alweer een tijdje geleden maar de cabine bagage moet ook worden gewogen voordat we het label krijgen dat we de kleine koffertjes mee naar het vliegtuig mogen nemen.
Die van mij weegt 9,5 kilo en daarmee anderhalve kilo te zwaar. Ik kijk zo onschuldig mogelijk de vrouw aan die het gewicht van mijn grote koffer nog eens nakijkt en controleert. Samen zitten ze ruim onder de toegestane 38 kilo en alleen een kleine verwijzing is terecht dat ik de volgende keer meer in de grote koffer moet doen. In knik onderdanig en toestemmend. Daarna gaat de kleine koffer van Lyka op de band. Die is in orde dus binnen vijf minuten kunnen we naar de immigratie.
De paspoorten worden tegenwoordig op Schiphol ook door scanners gelezen omdat het moeilijk is om personeel voor de Marechaussee te vinden die deze zware werkzaamheden moeten uitvoeren. Lyka’s nieuwe paspoort wil maar niet worden goedgekeurd en achter mij in de rij hoor ik gemor en geklaag. Iedereen heeft sinds de Covid-19 samenzwering haast en is het middelpunt van het universum.
Ik buig wat naar voren om haar aanwijzingen te geven en binnen een fractie van een seconde staat er een naar armzweet ruikende twee meter lange man naast me die met de precisie van een VAR heeft geconstateerd dat ik wel zeker minimaal twee en een halve centimeter met mijn voet over de zwarte lijn op de vloer sta.
‘Back behind the black line!’, blaft hij als een ouderwetse Poolse kampbewaker. Ik kijk hem minachtend aan en hij verblikt of verbloost niet. De onbeschoftheid van het personeel op Schiphol druipt er vanaf! Ook zo’n onzinnige en zware baan zonder enige voldoening! Ook met prepensioen zeker?
Turkish Airlines Airbus Binnen een half uur hebben we de eerste twee hordes genomen en gaan we op weg naar de gate. Waarom? Een halve liter blik bier voor € 7,- een een pistolet kaas voor € 8,25 is ons te gortig in de belastingvrije zone! Het lijkt er in ieder geval op dat ons vliegtuig naar Istanboel al aan de gate staat dus wordt op tijd vertrekken gelukkig geen probleem. En weer wordt het wachten en deze keer ook een beetje prakkiseren over de problemen die we achter gaan laten.
Zodra de dames van Turkish Airlines verschijnen neem ik mijn kans en vraag over het met voorrang aan boord gaan voor ouderen. Ze knikken instemmend en hiermee is voor mij ook meteen de laatste hindernis genomen.
Het is niet druk in het vliegtuigSamen op reis Turkish Airlines blijkt aan het einde van de middag drie vluchten naar Istanboel te verzorgen binnen twee uur! Het is dus niet verrassend dat ons vliegtuig voor de verandering niet tot aan de rand is gevuld. We hebben voor de eerste drie en een half uur in het vliegtuig voldoende ruimte en daarmee voldoende comfort.
Er komt een jonge blonde vrouw aan de andere kant van het gangpad naast ons zitten die onder begeleiding van het cabine personeel naar de drie vrije stoelen wordt begeleid. Het ziet er allemaal een beetje vreemd uit maar het is tegelijkertijd ook niet meteen zorgwekkend. We kijken elkaar nieuwsgierig aan en knikken begroetend.
Tijdens het wachten tot we worden terug geduwd van de gate tikt je jonge vrouw mij op mijn arm en begint een gesprek.
‘Het spijt me, maar mag ik u wat vragen?’
In knik instemmend als goedkeuring.
‘Mag ik straks bij het opstijgen uw hand vasthouden en misschien wat in uw arm knijpen? Ik ben niet zo sterk hoor dus u houdt er geen blauwe plekken aan over. Ik heb last van een enorme vliegangst en ik ben heel erg bang tijdens het opstijgen en het dalen.’
Ik kijk haar verbaasd aan en ook naar Lyka die het korte gesprek heeft gevolgd.
‘Geen probleem!’, antwoord ik op het moment dat er weer iemand van het cabine personeel komt vragen of alles in orde is met de jonge vrouw.
We beginnen een kort informeel gesprek om het ijs te breken en op het moment dat het vliegtuig met een schokje in beweging komt zie ik de angst in haar ogen verschijnen. Tja vliegangst, een bekend fenomeen waar niemand over durft te praten terwijl je je er echt niet voor hoeft te schamen. In een aluminium pijp samen met drie honderd andere mensen op ruim tien kilometer hoogte de zeespiegel is geen natuurlijke situatie voor eens mens. De ouderen onder ons zijn nog opgegroeid met de lotgevallen van Icarus.
Een eerste voorzichtige kneep wanneer het vliegtuig begint te taxiën naar de toegewezen startbaan. We kijken elkaar aan en glimlachen voorzichtig om elkaar op ons gemak te laten voelen. Vanaf hier praat ik haar door de hele procedure van het starten, opstijgen en vliegen. Bij elk vreemd geluid verkrampt ze en krijg ik kneepjes in mijn hand en mijn arm.
‘Dit geluid is de hydraulische pomp die de flappen bediend’, vertel ik haar.
Ik kan alleen maar hopen dat het haar enigszins op haar gemak stelt. Het lijkt wel te werken. Zodra we de 15.000 voet, ongeveer 5.000 meter, zijn gepasseerd, en in relatieve rustige luchtstromingen terecht zijn gekomen, laat ze me los en knopen een gesprek aan over koetjes en kalfjes. Ze komt uit Enschede en is op weg naar Zuid-Afrika en gaat een enkele maanden vrijwilligerswerk doen. Ze blijkt ook al heel wat reizen naar het verre oosten te hebben gemaakt. Dat op zich heel bijzonder is in de wetenschap dat ze voor elke reis met haar angsten wordt geconfronteerd en de demonen die ze dient te overwinnen voordat ze op de plaats van bestemming is.
Vegetarische pasta Turkish Airlines De maaltijd wordt geserveerd en voor de verandering drink ik voor een keer geen rode wijn maar kies voor Turks Efes biertje. De vegetarische pasta is niet van restaurant kwaliteit maar het smaakt en het vult de maag. Ik kijk vol verwondering naar het Turkse Efes biertje in mijn hand. Het is alweer bijna een jaar geleden dat kwaadaardige Islamitische terroristen onschuldige Joodse mensen vermoordden, verkrachtten en ontvoerden.
En nu drink ik een lokaal bier in een vliegtuig van een Islamitische natie die de aanval niet afkeurde, sterker nog, ze steunen openlijk de terroristen en keuren de verdediging van de aangevallen vrije wereld af. Zo tegenstrijdig kan de Islam zijn! Daarom moeten wij ons niet laten verleiden om alle islamieten over een kam te scheren. Maar we moeten de misdaden uit naam van de Islam niet bagatelliseren.
Istanbul AirportIstanbul Airport De aankomst in Turkije op de nieuwe "Istanbul International Airport” opent onze ogen in deze nieuwe wereld. Het is totaal anders dan de oude luchthaven aan de Bosporus. De enorme afmetingen springen als eerste in het oog al snel gevolgd door de absurd hoge prijzen voor eten en drinken. Hier kost een blik bier van een halve liter € 15,- en een soort KFC-menu met een broodje gefrituurde kip van een lokale fastfood keten € 18,50. Het verbaasd me niets dat er geen hond zit in een van de restaurants die we tijdens onze lange wandeling door de terminal passeren.
Istanbul AirportIstanbul Airport Er is nog geen gate beschikbaar of bekend voor onze volgende vlucht naar Bangkok. We worden door het weinige personeel op dit tijdstip van hot naar her gestuurd en niemand lijkt ook maar een idee te hebben, of geïnteresseerd, wat er aan de hand is. Het is nog vreemder dat onze vlucht helemaal niet wordt vermeld op de borden met de vertrektijden. Ik raak niet snel in paniek maar er bekruipt me wel een onaangenaam gevoel.
Gratis Internet
Met het gratis internet is ook nog eens haast onmogelijk te verbinden totdat ik een rij mensen zie bij een terminal van Türk Telekom. Je haalt je paspoort door een scanner en niet veel later verschijnt er een code op het beeldscherm die je het beste maar snel kan fotograferen omdat de code sneller verdwijnt dan dat ze verschijnt! Het gratis internet helpt de tijd wat sneller te gaan maar inclusief ruim een half uur vertraging was het al met al een stevige tijd wachten op onze tweede vlucht.
2024-10-03_032003-2flickr Ook hier gaan we weer als een van de eerste aan boord om snel onze stoelen in te nemen. Om iets voor half vier locale tijd wordt er nog een maaltijd geserveerd. Ik sla die maaltijd maar over en met de oordoppen in ben ik snel in dromenland. Niets meer drinken gewoon slapen, morgen zijn we in Thailand…

zaterdag 18 mei 2024

Nederland: Mooie herinneringen

Op de foto met vreemden
Zaltbommel (Op de bouwplaats), zaterdag 18 mei 2024

Terwijl ik bezig was met het verhaal “Japan: De ziel van de Matcha thee” moest ik weer regelmatig denken aan mijn reismaat van 25 jaar geleden, Kristof Masschelein. Ik koester warme herinneringen aan onze omzwervingen door Azië. Zijn kameraadschap, zijn humor en zijn liefde voor lekker eten zijn onvergetelijk. Kristof Masschelein heeft ook een grote invloed gehad op mijn leven na onze reis door Azië in 1999.
Ik heb heel lang niets meer van hem gehoord en al mijn pogingen om contact met hem op te nemen waren tevergeefs. Dat was niet vreemd want wij reizigers zijn sociaal op onze eigen solitaire manier. Dus laat ik nog maar een keer op het internet zoeken met behulp van de zoekmachine van Google.
Overlijden Kristof Masschelein
En dan krijg je dit te zien, een brok in mijn keel!



Mijn maat is op 5 maart 2024 aan zijn laatste reis begonnen naar Walhalla.


Hou een plaatsje voor me vrij aan de lange tafels waar rondborstige blonde deernen grote ijskoude pullen bier serveren aan de grote krijgers, reizigers en ontdekkers van nieuwe werelden?

Ik ga je missen, een goede reis vriend!


Meisje uit Eindhoven
EXPO Kung Ming 1999

zaterdag 17 februari 2024

Japan: De ziel van de Matcha thee

Matcha overal
Osaka (Cote House) 406), zaterdag 17 februari 2024

Opgeknapt en opgewekt staan we om zeven uur naast ons bed. Eerst koffie en daarna de ondertussen gewoonlijke witte boterhammen met omelet en twee ronde plakjes varkensham. Vegan ham en kalkoen ham heb ik (nog) niet kunnen ontdekken in de supermarkt. We kleden ons aan en controleren of we alles hebben voor een dag in “Uji”.

Uji (宇治) is een kleine stad gelegen tussen Kyoto en Nara, twee van Japan's beroemdste historische en culturele centra. De nabijheid van deze twee voormalige hoofdsteden resulteerde in de vroege ontwikkeling van Uji als een cultureel centrum op zich.
Op het hoogtepunt van de politieke macht van de Fujiwara-clan in de Heian-periode (794 tot 1192) werden gebouwen zoals de Byodoin-tempel en het Ujigami-heiligdom, het oudste bestaande heiligdom in Japan, in Uji gebouwd.
Uji is ook beroemd om zijn groene thee. Terwijl wordt aangenomen dat de Kozanji-tempel in Kyoto de oorspronkelijke plaats van theeteelt in Japan is, werd Uji's thee in de jaren 1100 beter bekend om zijn superieure kwaliteit.


Op weg naar het treinstation passeren we zoals gewoonlijk de “Central Square Life” supermarkt waar we per persoon twee verse, en vaak nog lauwwarme, broodjes kopen. We hebben ondertussen onze favorieten en de broodjes met een plakje ham en een ei erboven op zien er altijd lekker uit en smaken ook goed. Het tweede broodje verschilt haast altijd zodat we later de broodjes samen delen voor een nog betere smaakervaring.
Het is opvallend druk op deze zaterdag in de ondergrondse “Namba Walk”. Het weer is gelukkig goed en veel Japanners trekken er op uit. Bijna niemand loopt met een mobiele telefoon in zijn hand door de ondergrondse winkelstraat! Zijn de Japanners beter bestand tegen de beeldschermverslaving? Vandaag vertrekken we weer van een ander station van een andere treinmaatschappij vanuit het enorme Namba station/winkel complex.
Boven het perron Het is nog drukker geworden richting het perron gaan waar de ondergrondse on naar het “Yodoyabashi Station” zal brengen vanwaar we overstappen op de trein. Op het perron aangekomen staan we voor de volgende puzzle: de “Limited express” of de “Rapid Limited express”? Ik weet het in ieder geval niet meer en ik heb ook nog steeds niets gezien waar de toeslagen kunnen betalen. We zien wel, tot nu toe hebben we ook nog steeds geen kaartjes controlerende conducteur in de trein gezien.
De treinreis verloopt voorspoedig en is comfortabel. De koffie smaakt me goed en het uitzicht is niet spectaculair maar geeft ons opnieuw een goed beeld van het platteland van Japan voor zover je daar over kunt spreken. Het landschap is schoon, de straten verlaten en er is voldoende groen op de onbebouwde berghellingen. Op het “Chushojima Station” moeten we overstappen en dat gaat met de Japanse perfectie en timing. Onze trein naar “Uji” staat aan de overzijde van het perron en een heel leger passagiers loopt gedisciplineerd naar de gereedstaande trein van de “Keihan Line”.
Aan het einde van de lijn stappen we na ruim een uur uit en staan op een leeg stationsplein waar we meteen van de gereedstaande verkoopautomaten gebruik maken om een flesje warme groene thee te kopen voor 100 yen (€ 0,61). Het is toch frisser dan we hebben verwacht. Ik oriënteer me en neem een grillig besluit. Er is gisterenavond een lijst gemaakt met enkele bezienswaardigheden in Uji die we absoluut niet willen missen met een beklimming van een heuvel met een uitzicht over Uji aan het einde van de dag.
Met die beklimming wil ik nu beginnen om twee redenen. Na het uur zitten in de trein speelt de zenuwpijn in mijn rechterbeen weer op. En de onzichtbare mentale loden last die ik op mijn schouders meezeul wordt zwaarder en zwaarder. De wandeling, de inspanning, de heuvel op zal mij goed doen en mijn gedachten afleiden van de problemen in Nederland. De Boeddha is me weer aan het testen of mijn ziel het allemaal wel waard is?
Hoshoin (Tachibanadera) Tempel De route op mijn iPhone is snel aangepast en nog geen honderd meter van het station verwijderd staan we voor de eerste granieten Torii poort van vandaag. Lyka kijkt me nu al verveeld aan terwijl de dag nog moet beginnen. Alleen het: ‘Alweer een tempel!’ blijft uit. Bovenaan de stenen trap komen we in een Japanse tuin, een oase van rust en harmonie. Precies wat ik nu nodig heb om de wervelstorm in mijn geest te bedwingen.
Hoshoin (Tachibanadera) TempelHoshoin (Tachibanadera) Tempel Er zijn veel Boeddha’s aanwezig op het tempelterrein terwijl dit zou een Shinto tempel moeten zijn. Een beetje verward laat ik het op me inwerken en bekijk ik de Japanse teksten vertaald op mijn iPhone. De schoonheid is overweldigend maar lijkt tegelijkertijd langzaam haar glans te verliezen omdat de alom aanwezige schoonheid een norm begint te worden die steeds moeilijker is te overtreffen.
Hoshoin (Tachibanadera) Tempel De rust die de omgeving uitstraalt is overweldigend en aanstekelijk. Bij elke blik, bij elke impressie, voel ik mijn innerlijke rustiger worden en mijn onzichtbare loden last lichter worden. Het liefst zou ik even gaan zitten en de rust haar werk laten doen. Helaas is dat niet mogelijk omdat we een drukke dag voor de boeg hebben. Later lees ik dat deze tempel rond het jaar 604 is gebouwd! De donkere middeleeuwen in Europa.
PutdekselDaikichiyama Observation Deck
Niet erg veel verder beginnen we aan de beklimming naar het “Daikichiyama Observation Deck”. Ondertussen heeft Lyka ook alweer een lokale putdeksel gevonden. Die gietijzeren putdeksels beginnen ons te boeien, ze zijn overal te vinden en vaak bevatten ze beelden van lokale bezienswaardigheden. Perfectie in detail!
Daikichiyama Observation DeckDaikichiyama Observation Deck Het (voet)pad slingert en kronkelt zich langzaam omhoog. Het is ook hier heerlijk rustig en de temperatuur wordt aangenamer. Af en toe worden we ingehaald door een bejaarde Japanner die bezig is met zijn, of haar, dagelijkse bewegingstherapie. Ze komen met een stevige snelheid voorbij en zijn ook snel weer uit het oog. Fit oud worden is vanzelfsprekend in Japan. Je lichaam is het huis waar je ziel woont en dat huis moet je goed onderhouden!
Het uitkijkpunt op de flanken van de helling is zo bijzonder dat we besluiten om er geen foto van te maken. Het landschap dat we tot aan de horizon zien kan ik nog het beste omschrijven als een industrieterrein in ontwikkeling. Het ontbreken van enige hoogbouw geeft het een vreemde spookachtige sfeer. Het pad loopt verder de heuvel op terwijl “Google Maps” me verteld dat het pad hier eindigt.
Ook op deze hoogte, ver van de echte toeristische attracties, is het openbare toilet schoon en zijn er, de ondertussen door ons zeer gewaardeerde, verwarmde toiletbrillen. Terwijl ik zittend mijn zaken afhandel bekijk ik een andere (wandel)app op mijn iPhone en deze geeft wel het ontbrekende pad aan. En wat nog mooier is dat het pad door het bos en langs de hellingen van de heuvels ons naar de volgende tempel brengt die we vandaag willen bezoeken. Dat scheelt een korte omweg.
Daikichiyama Observation DeckKōshō-ji Temple - BegraafplaatsKōshō-ji Temple We dalen rustig af over een zandpad door de dichte bossen naar de rivier en ontmoeten onderweg geen levende ziel. Dat de “Kōshō-ji Temple” een belangrijk heiligdom is kun je meteen zien aan de enorme dodenakker naast het tempelcomplex. Ook de zijmuur is al indrukwekkend, de muur is bijna zolang als de breedte van een voetbalveld!
Kōshō-ji Temple De voorkant van het tempelcomplex is zo lang als een voetbalveld! Ik kan gerust stellen dat het om een enorm complex, zo groot als een voetbalveld, gaat met heel weinig bezoekers. De parkeerplaats is leeg! Lyka beklimt meteen de treden van de trap naar de “Kōshō-ji Temple” en gaat recht op ons doel af, terwijl ik nog even buiten rond scharrel.
Kōshō-ji TempleKōshō-ji Temple - Nieuwe aanwinst Naast het parkeerterrein is een opslag voor bouwmaterialen voor het onderhoud van de tempel. Er is ook een kleine Japanse tuin maar daar gaat mijn interesse niet naar uit. De nieuwe reliëfs en beelden zijn veel interessanter om te ontdekken!
Kōshō-ji Temple - Nieuwe aanwinst
Vroeger werden dit soort beelden met de hand uit het keiharde graniet gebeiteld. Tegenwoordig worden ze met behulp van computers en 3D modellen uit een brok graniet gezaagd en geslepen. Niet minder mooi maar wel minder romantisch. 25 jaar geleden was ik met Kristof Masschelein in China en hoorden we de hele dag het neerdalen van de hamers op de beitels van de honderden beeldhouwers achter ons hotel.
Kōshō-ji Temple Ik bekijk de tempel nog een keer goed vanaf de parkeerplaats en beklim de treden naar de buitenste muur met een poortgebouw. Die poort is zowel voor de veiligheid van de monniken als symbolisch. De poort naar de hemel.
Kōshō-ji TempleFotograferen In het gebied tussen de buiten- en binnenmuur is Lyka al druk bezig met het fotograferen van de details. Voor een moment denk ik met weemoed terug aan mijn loodzware Nikon D600 die nu ongebruikt in een kast in Nederland ligt. De foto’s die uit de iPhone 13 Max Pro komen zijn bijna net zo goed als die uit de zware Nikon D600! Het gebruiksgemak van de iPhone draagt ook veel bij, net als het lage gewicht, aan mijn voorkeur voor de iPhone. Ik verwacht dat spiegelreflex camera voor mij iets uit het verleden is.
Maar wat ook een enorme verbetering is dat ik nu heel gemakkelijk de foto’s die Lyka maakt kan bewaren en gebruiken voor mijn weblog. Lyka fotografeert prima tegenwoordig en ziet vaak dingen die ik over het hoofd zie. Ze vult mij aan, het zijn gewoon twee paar ogen die de wereld om ons heen vastleggen. Het heen en weer sturen van de foto’s tussen de verschillende Apple telefoons en mijn MacBook Air gaat ook probleemloos.
Kōshō-ji TempleKōshō-ji Temple - Tempel klokKōshō-ji TempleKōshō-ji Temple De rust was èn blijft overweldigend. Ik ben overrompeld door de rust die deze plaats uitstraalt terwijl het nog steeds onduidelijk is waarom het hier zo stil is. Er zijn nergens afzettingen en alle deuren staan open of op een kier. Het voelt alsof we welkom zijn maar het gevoel dat ik inbreek in de rust van deze bijzondere plaats bekruipt me. In de Japanse tuin vallen het klokgebouw en een zeer mooie bronzen Boeddha meteen op. Lyka speurt naar ontluikende bloesem waar Japan in de lente bekend om staat.
Kōshō-ji Temple We beklimmen nog een trap en passeren de poort naar de binnenplaats waaraan de belangrijkste gebouwen staan. Vluchtige schimmen en schaduwen glijden haast onzichtbaar door het landschap. Het is zeker geen menigte die hier rondspookt. Zo voelt het nu: Spookachtig rustig, een “Star Trek” wereld waar geen dappere mens ooit zijn voetstappen heeft achtergelaten.
Kōshō-ji TempleKōshō-ji TempleKōshō-ji Temple - Bloesem Het binnenterrein is doorkruist met (grind)paden en houten vlonders. Het is niet duidelijk waar we wel, en zeker ook, niet mogen lopen. Het voelt ongemakkelijk want je wil deze rustige devote plaats uit respect niet verstoren met het gekletter van de hoeven van onbezonnen toeristen!
Kōshō-ji Temple - Schoenen uit! Naast een vlonder langs de buitenmuur staan rekken met slippers en ik tel vijf paar (westerse) schoenen. Het doel is voor ons meteen duidelijk. Het is in het verre oosten gebruikelijk om je onreine buitenschoenen te wisselen voor maagdelijke binnen slippers, pantoffels of soms zelfs overschoenen van textiel. Terwijl Lyka nog druk is met de bloesem volg ik de houten vlonder naar het grootste paviljoen op het binnenterrein.
Voorbij de eerste houten schuifdeur kijk ik mijn ogen uit! Hier staat in alle glorie een manshoge automaat te glimmen waar je vriendelijk wordt verzocht een toegangsbewijs voor de tempel te kopen. Geen hekken, geen poortjes en moeilijk te passeren obstakels, gewoon een vriendelijk bordje met aanwijzingen om voor 400 yen een toegangsbewijs te kopen!
Geen camera’s, geen controleurs, geen bewakers of andere personen die dwang uitstralen. Gewoon uit beleefdheid, goed fatsoen en een degelijke opvoeding een kaartje kopen! Begrijpen jullie nu waarom in Japan zwartrijders in het openbaar vervoer een haast onbekend fenomeen is.
Helaas moet ik hier omdraaien. We zitten nog steeds te krap bij kas om ons lunchgeld te gebruiken voor de toegang van een lege en onbekende tempel. Er staan nog meer tempels op het programma voor vandaag. De volgende keer dan maar. Mijn slippers gaan terug in het rek en mijn schoenen met de gaten in de zolen gaan weer aan. Nadat ik Lyka heb uitgelegd wat er aan de hand is besluiten we het binnenterrein via een andere uitgang te verlaten.
Kōshō-ji Temple - Bamboe waterleidingKōshō-ji Temple - Daikokuten met drie gezichten Na ruim twee weken in Japan ben je meer vertrouwd en bekend wat je zo allemaal binnen de tempel- en kloostermuren kan verwachtten. Het Boeddhisme en Shintoïsme vermengd tot een aanvaardbare rustgevende filosofie. Het bronwater van de heuvel wordt aangevoerd door een bamboe waterleiding. De “Daikokuten met drie gezichten” is dan weer een beeld dat we voor de eerste keer tijdens deze reis ontmoeten. Vier gezichten hebben we al vaker gezien in tempels verspreid over heel Zuid-Oost Azië.
Kōshō-ji Temple - Kleine hal met stenen brugKōshō-ji Temple2024-02-17_124728flickr Op weg naar de rivier in het dal wissel ik nog wat woorden met een Canadese bezoeker van de tempel die al een half jaar in Tokio studeert en er in de weekenden altijd op uit trekt om zoveel mogelijk van dit fantastische land te zien. We zijn het al snel eens dat we ons in een bijzonder land bevinden. Hij heeft een Japanse vriendin en zal er alles aan doen om in Japan te mogen blijven.
Jammer genoeg bestond het wonen/studeren in een ver land niet toen wij jong waren. Het zwerven, en de drang naar onbekende werelden en avontuur, zat al op jonge leeftijd in mijn bloed. Ik heb altijd naar het punt toegewerkt om zo jong als mogelijk te stoppen met werken en op reis te gaan. Dat reizen maakt mij heel gelukkig en ik heb voldoende voorspoed in mijn werkende leven gehad om mijn droom waar te kunnen maken.
De Uji rivier Aan de oever van de “Uji” rivier zijgen we neer om van de zon, het landschap en een flesje warme groene thee te genieten. Wat vreemd is is dat we tot nu toe nog geen theestruik hebben gezien in een van de belangrijkste theesteden van Japan! Ik probeer op mijn telefoon op te zoeken wat daar de reden van zou kunnen zijn. Tevergeefs, het leven zit vol met raadsels!
Miryu Bridge Na een korte pauze gaan we verder en passeren we de “Miryu Bridge” over de water uitstroom van het “KEPCO Uji Power Station”. Een waterkracht centrale waar, door stromend water uit een stuwmeer door elf kilometer lange watertunnels, elektriciteit wordt opgewekt.
Een iconische rode brug, het wild stromende ruisende water en het “Tachibana eiland” op de achtergrond maken dat we deze foto absoluut niet kunnen overslaan.
Thee struiken Op weg naar de “Eishin-in Tempel” zien we achter de gesloten “Fukujuen Uji”, de “Uji Tea Factory” eindelijk de eerste thee struiken. Ik moet me wel flink strekken en op mijn tenen gaan staan om deze teleurstellende foto te maken. Op reis gaat het nu eenmaal niet altijd zoals je het verwacht. Misschien zien we later nog meer thee struiken maar voor nu gaan we de kleine tempel ontdekken.
Windmolens van blikjesAsahi windmolen Het eerste dat in het oog springt zijn de snel ronddraaiende windmolens gemaakt van aluminium frisdrank- en bierblikjes. Ze zijn op hun manier ontwapenend door hun eenvoud en hun toepassing. Ik ga nog even zitten op het verhoogde paviljoen op de achtergrond. Ook hier zijn heel weinig toeristen en is de rust overweldigend. Zo rustig zou het overal moeten zijn! Maar helaas zijn er vandaag de dag meer toeristen dan ooit onderweg.
Eishin-in TempleEishin-in TempleEishin-in TempleEishin-in TempleDe lente is in aantocht We struinen wat rond rond in de hoop om iets nieuws en onbekends te ontdekken. Helaas! Het is en blijft mooi maar het wordt langzaam gewoon.
De eerste poort van een Shinto-altaarBronwater uit een konijnDe eerste poort van een Shinto-altaar Net voorbij de “Asagiribashi” brug om ons via het “Tachibana” eiland zien we nog een rode Torii poort naar een klein altaar. Alleen het bronzen konijn waar het bronwater uit stroomt blijkt de moeite waard.

Later deel 2 van deze mooie dag….
Copyright/Disclaimer