zondag 24 oktober 2010

Thailand: Het wordt langzaam beter

Pattaya (Boxing Roo)

Nu het weer elke dag verbeterd en de hoeveelheid blauwe lucht de hoeveelheid wolken voorbij is wordt het langzamerhand weer tijd om aan tochten met de motor te denken. De bestemmingen zijn oneindig en ook de overstromingen moeten kunnen worden vermeden. Dus toen ik vanochtend om tien uur opstond was het duidelijk wat ik vandaag ging doen. Met de GPS aangesloten aan mijn MacBook zette ik een tocht uit naar Ranong en ik zou binnendoor langs Khao Chi Chan (Buddha Mountain), een bekende attractie net buiten Pattaya, rijden.
Ik begon met een ontbijt bij Crazy Dave’s Diner in Soi Chayapum. De reden hiervoor was simpel! Gisteren ging het gesprek weer over goedkoop en natuurlijk werd het ontbijt in verschillende eetgelegenheden aangehaald. Er was er zelfs één die verklaarde dat je nergens in Thailand een fatsoenlijk ontbijt kan krijgen. Hij weegt meer dan honderddertig kilo en moet wel een specialist zijn als het op eten aankomt. Oordeel zelf als je dit bord krijgt voorgeschoteld? Voor 75 THB (€ 1,75) heb je volgens mij niets te klagen!

Met een goed gevulde maag ging ik de zon tegemoet. De zonnecréme was achtergebleven want ik had wel het idee dat ik die niet nodig had. Het was heerlijk weer en de wind zorgde voor wat verkoeling. Natuurlijk ben ik al bekend met de wegen rond Pattaya en ik kon dus niet zeggen dat het erg avontuurlijk was. Een keertje stoppen om wat te drinken, een zandweg van twee kilometer door de rubberplantages en ananasvelden. Mijn eerste stop was een kleine tempel die voor de bemanning van de vissersboten was gebouwd. De “Phra Chedi Klang Nam” ligt aan de rivier en aan het einde van een doodlopende weg. Langs deze weg lag zover het oog reikte ansjovis te drogen. Met de daarbij behorende indringende geur natuurlijk! Maar wat me het meeste opviel was dat er tientallen honden rondzwierven en dat geen enkele kat te zien was.

De tempel zelf was niet bijzonder indrukwekkend maar het was een goede plaats om even te rusten en weer wat te drinken. Mijn rug begon nu ook op te spelen en de smak die ik had gemaakt zal waarschijnlijk wel wat tijd vergen om weer te genezen.

Naast de tempel was er een klein circuit over een loopbrug uitgezet die door het mangrovebos liep. Erg interessant om te zien maar jammer dat de borden alleen in het Thais waren. Ze zijn hier dus nog niet zo op buitenlandse toeristen ingesteld.

En zo ging ik weer op Pattaya aan, ik was nu ongeveer op de helft en ik zou onderweg nog één keer stoppen. De GPS volgend kwam ik natuurlijk weer op bekende wegen terecht.

Een korte stop en een laatste slok voordat ik weer in Pattaya aankwam.
Vanavond zou ik met Jim op stap gaan naar Walkingstreet maar niet voordat we Japans hadden gegeten. Een maaltijd bij Sukishi is altijd een feest!

En zo gingen we met goedgevulde magen op stap. Natuurlijk hielden we alles goed in de gaten om toch maar eens te zien wat er nu waar is van al die verhalen over hoe rustig het is in Pattaya. Het was ondertussen al meer dan een jaar geleden dat ik voor de laatste keer in Walkingstreet was geweest. En wat viel het meest op?
1. Er lopen hele roedels bezoekers uit India inclusief de doordringende okselgeuren.
Binnen in de Gogo’s zit een verloren ziel te kijken naar vier of vijf meisjes.
De prijs van een biertje is gelijk gebleven
De klassieke gelegenheden van vroeger zijn nu op streven na dood!
We vroegen ons hardop af wat er na de kerstvakantie nog van Walkingstreet over zou zijn? De patiënt is ziek, heel ziek. En als er niet snel wat gebeurd dan komt de patient op intensive care te liggen en daar is niemand bij gebaad. Om kwart over twee zocht ik mijn bed op en kon terugkijken op een mooie dag.

PS. Terwijl ik dit zit te schrijven wordt het buiten pikdonker en ik hoor de donder door donkergrijze wolken rollen. Misschien heb ik toch iets te vroeg gejuicht?
Copyright/Disclaimer