dinsdag 15 januari 2008

Maleisië, naar grotere hoogten

Tanah Rata, 14/01/2008

Nu was ik dus wel vroeg op weg. De wekker scheurde mij met geweld uit mijn droom over helikopters en hoogspanningsmasten. Wat kan een mens toch vreemde dingen in zijn hoofd halen? Binnen 20 minuten was ik gepakt en klaar om te vertrekken. Mr. Aw zat al achter de receptie en keek niet vreemd op om mij vandaag zo fit te zien.
“You came home very early”, lachte hij.
“Zeker, het kan niet altijd feest zijn”, grapte ik terug in het engels.
De openstaande rekening werd voldaan en we wensten elkaar nog een keer gelukkig nieuwjaar en ik was op weg.
Vandaag zou ik een nieuwe manier proberen om op “Melaka Sentral” te komen, namelijk de gewone lokale bus. Ik was het zat om RM 15 te betalen voor een ritje van nog geen tien minuten. Alles liep op rolletjes en binnen onafzienbare tijd zat ik voor RM 0,70 in de bus. Tel uit je winst als je weet dat je net twee avondmaaltijden hebt uitgespaard.
Precies volgens de aanwijzingen van Mr. Aw kocht ik een kaartje bij kaunter 5 voor de bus naar “Tapah”, RM 25. Perron nummer 8 om 09:30. De vriendelijke vrouw met het kleurige hoofddoekje vertelde dat de bus niet vol was en dat ik kon gaan zitten waar ik wilde. Het stoelnummer op het kaartje had alleen decoratieve waarde.
Met nog een uurtje te gaan tot het vertrek kocht ik een krant en zette mij prinsheerlijk met een koffie en een broodje bij de McDonalds op het terras. Een kwartiertje voor vertrek liep ik richting perron acht en moest wel even stilletjes lachen wat ik daar aantrof. Een grote groep baardjes met witte jurken stonden elkaar te omhelzen en af te likken met een kudde in zwarte boerka’s gestoken vrouwen netjes wachtend op het perron. Zelfs de gematigde Maleisische moslims moesten er om lachen. En in Nederland maken wij ons druk over politievrouwen met een hoofddoekje.
De regen begon net neer te dalen toen we Melaka de rug toe keerden en op pad gingen naar “Lumut”, de eindbestemming van deze busreis. Erg voorspoedig verliep de reis niet. Er werd met tij en ontij gestopt in de meest vreemde plaatsen zoals “Sha Alam” en “Klang”. Wat deden we in hemelsnaam hier? Steeds stonden we tientallen minuten stil zonder dat er ook maar een passagier de bus verliet of opstapte. Vier toilet/rookstops en tot overmaat van ramp ook nog een restaurantstop van veertig minuten een kilometer of vijftien van mijn bestemming. Het weerzien van een stel dat gelijk met mij was vertrokken uit Melaka, alleen via Kuala Lumpur neem ik aan, stemde mij weer rustig en ik realiseerde dat ik me niet zo druk moest maken over het lage tempo van reizen in Azië.
De chauffeur liet duidelijk merken dat hij er ondertussen flink de pest in had dat hij van de hoofdweg af moest om mij als enige passagier in “Tapah” af te zetten. Tijdens de restaurantstop was het mij opgevallen dat hij iedere andere buschauffeur had gevraagd of ze misschien langs “Tapah” moesten. Jammer genoeg voor hem was ik de enige toerist die naar “Tapah” moest. Bij een verkeerslicht midden in het stadje moest ik hals over kop de bus verlaten en er werd mij vanuit de wegrijdende bus duidelijk gemaakt waar ik heen moest. Met een uitgestrekte arm als een Duitse soldaat riep hij, “Busstation, busstation, busstation”. En daar moest ik het mee doen.
Gelukkig lag het busstation net om de hoek en in het half uurtje dat ik op de bus moest wachten legde ik aan de geïnteresseerde medewerker van het busbedrijf de werking van mijn GPS uit. Een oude gammele bus kwam rammelend tevoorschijn en binnen vijf minuten waren we weer op weg naar “Tanah Rata”. De dikke chauffeur die een half dozijn tanden miste praatte voluit en stelde meer vragen dan ik kon beantwoorden. Een kleine zestig kilometer slingert de weg door dichte jungle omhoog voordat je in “Tanah Rata” arriveert.
Net voordat je bij het eindpunt arriveert zie je de eerste theeplantages en dat is dan ook in mijn ogen meteen de grootste trekpleister hier. Er zijn aardbeienbedden, vlinderfarms en een bijenhoningfarm als toeristenvallen opgezet maar die kan je overal zien. Nee, die theeplantages hebben de “Cameron Highlands” beroemd gemaakt.
Na een korte wandeling door het dorp ben ik om half tien naar de kamer gegaan. Een andere groep ging nog naar de “Jungle Bar”, ik heb niet zo’n zin meer om te drinken. Morgen lekker vroeg op en een trek maken naar de “Gunung Perdah”. De rest van de dag gaan we de dagjestoerist uithangen.
Copyright/Disclaimer