maandag 9 april 2007

Maleisië, Op weg naar Pekan

Kuantan 09/04/2007

Als ik op voorhand had geweten wat mij vandaag te gebeuren stond dan was ik waarschijnlijk in mijn bed blijven liggen.
Allereerst had ik mij verslapen. Het “nog vijf minuutjes blijven liggen” was omgezet in een uur vast slapen. Ik zal het wel nodig hebben gehad. Arno klopte op de deur en met dikke ogen stond ik op. Terwijl ik mij douchte ging Arno nog even snel pinnen en wij zouden tegelijk klaar zijn. En zo was het ook. Voor de afwisseling mixten wij nu het ontbijt en de koffie samen bij Starbucks. Een tonijn sandwich, niet echt mijn gebruikelijke en nu bijna vertrouwde ontbijt. Maar ja, ik neem het maar zoals het komt. Na de rekening van het hotel te hebben voldaan en afscheid te hebben genomen van de manager liepen we rustig naar het “Puduraya busstation”. Arno ging op weg naar Penang en ik had een kaartje in mijn zak voor Kuantan. We waren ruim op tijd en er zou ons niets kunnen gebeuren.
Ik sloeg genoeg te drinken, chips en bananen in voor onderweg en ging meteen naar het informatiecentrum voor het perron nummer vanwaar de bus zou vertrekken. “Kom over een half uur nog maar eens terug”, was het antwoord van de niet echt geïnteresseerde baliemedewerker. Ik was na 20 minuten weer daar en hij kon mij nog steeds geen antwoord geven. Hier maakte ik mijn eerste fout! Ik was ondertussen in gesprek geraakt met een jongen die net terug was uit Bangladesh en hij bleek in dezelfde bus te zitten als ik. Fendi, zou het gaan vragen. Ik ga hierbij alles uit handen, ik voer blind op hem. Hij was zeker een keer of vijf weg geweest toen hij terugkwam met wijd opengesperde ogen en een blik van ongeloof op zijn gezicht. De bus was al vertrokken! Zonder ons! Hoe kon dit zijn gebeurd? Eigenlijk was het niet meer belangrijk hoe dit was gebeurd, belangrijker was hoe kom ik zo snel mogelijk in Kuantan en hoe snel vindt ik de aansluiting naar Pekan?
Maar voordat ik dat ging oplossen wilde ik eerst mijn geld terug, ik was de mening toegedaan dat het niet mijn fout was dat ik de bus had gemist. In eerste instantie was het zelfs onmogelijk om maar een gesprek te beginnen. Ik werd nu een beetje kwaad en begon met de politie te dreigen. Het feit dat Fendi en ik allebei hetzelfde verhaal hadden verontrustte wel een oudere medewerker. Maar er gebeurde nog steeds niets. Mijn Maleis “Salamat Datang da Malaysia” en “Visit Malaysia Year 2007” opende de monden toch wel een beetje. De jongste van het stel, een klein mannetje met opvallend roodbruin haar, werd nu een beetje agressief en probeerde indruk op mij te maken. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik pakte mijn notitie boekje en schreef de tijd en de datum op. Ik deelde de kleine branieschopper mee dat ik een aangetekende brief naar het ministerie van Toerisme zou sturen en een afschrift aangetekend naar zijn baas. Hierin zou ik melden dat ik slecht was behandeld en dat ze het mooie Maleisië in een kwaad daglicht hadden gezet. De slechtste persoon van allemaal was een jongen met roodbruin haar die verschrikkelijk onvriendelijk was geweest. Dat was niet moeilijk na te zoeken wie ik had bedoeld. Open monden en opengesperde ogen. Geef maar hier die kaartjes, jullie krijgen je geld terug. Zo, dat was opgelost, wel op een moeilijke manier maar het kon niet anders. Fendi had af en toe een beetje Maleis toegevoegd en had ook zijn best gedaan. Nu eerst een kaartje zien te bemachtigen voor een andere bus.
Dat was niet zo gemakkelijk, uiteindelijk vonden we er een die om 15:00 uur zou vertrekken. Ook Fendi was nu op zijn hoede en eiste dat er een perron op het kaartje stond vermeld vanwaar de bus zou vertrekken. Perron 22. Het was ondertussen 13:00 uur dus we moesten nog twee uur wachten.
Tegenover het “Puduraya busstation” zijn er een paar cafés waar je wat kan eten en drinken terwijl je wacht. Ik had wel trek wel wat dus kozen we voor deze optie. Ondertussen hadden twee jongens uit Bangladesh zich bij ons gevoegd die ook naar Kuantan moesten. Zij hadden een werkvergunning weten te bemachtigen en probeerden nu hun geluk uit in een ander land. Fendi sprak een beetje de taal van die jongens en het ijs was onmiddellijk gebroken. Mijn maaltijd smaakte mij goed en al pratend vloog de tijd om.
We wilden deze bus zeker niet missen en om 14:30 uur stonden wij met zijn allen op perron 22. Om 14:50 was er nog geen spoor van de bus te bekennen en ik begon nu wel ongerust te worden. Werd ik nu twee keer op één dag genaaid? Fendi scheurde nu naar boven en kwam met de mededeling dat de bus zo zou komen terug. Om 15:00 was er nog geen bus. Nu ging ikzelf kokend van woede naar boven. “Komt die nu of niet”? “I don’t know”, antwoordde de man. Wat was dit nu weer? Tien minuten geleden wist hij het wel en nu plotseling wist hij het niet meer! Hij draaide zich om en liep weg, ik waande mij voor een moment weer in Thailand. Toen ik weer beneden kwam en vertelde wat er was gebeurd scheurde Fendi weernaar boven om bij het loket te informeren waar wij de kaartjes hadden gekocht. Gelukkig kwam hij met de geruststellende mededeling dat de loketmedewerker zelf naar beneden zou komen als de bus er was. Er was een beetje vertraging. Om 15:20 liep er een Chinees op ons af die de kaartjes afscheurde en ons vertelde dat we daar maar aan de weg moesten gaan staan. Waar? “Eh, daar”, was het antwoord. Zoveel onverschilligheid had ik zelden meegemaakt. Mijn bloeddruk was inmiddels tot ver boven de 200 opgelopen en ik had die Chinees wel op kunnen vreten. Toen wij om 15:40 uur nog aan de stoeprand stonden nam ik mijzelf voor om nog vijf minuten te wachten. Als de bus er dan nog niet was dan ging ik terug naar het hotel en zou het morgen nog een keer proberen.
Binnen één minuut waren de passagiers uitgestapt en wij aan boord gegaan. Om 15:44 wierp de bus zich in de beginnende avondspits.
De reis zelf was lang en er was weinig te zien. Eindeloze velden met oliepalmen en rubberbomen afgewisseld met maagdelijke oerwouden. Teveel keer werd er gestopt en reizen in het donker is over het algemeen iets waar ik een hekel aan heb. Uiteindelijk reden we rond 21:20 het verlaten Kuantan binnen.
Het was nu te laat om nog naar Pekan te gaan. Ik gooide de plannen om en ging op zoek naar het “Classic Hotel”, en dat was een klassieker. Mooie kamer, schoon en een goede ligging. De receptie had iets vriendelijker gekund maar ik had al genoeg meegemaakt vandaag. Ik schonk er gewoon geen aandacht aan. De prijs van RM 85 viel mee mede omdat er een ontbijt bij zat. De rugzak op de kamer en met een nat overhemd op zoek naar eten en een koude Tiger Beer.
Dat had ik al snel gevonden, ook al waren de aanwijzingen van de vrouw niet al te best geweest. Toe ik eenmaal op mijn bed lag dacht ik na over wat er allemaal was gebeurd vandaag. Ik moest om mijzelf lachen en realiseerde dat ik me niet zo druk moest maken. Morgen gaan we Kuantan ontdekken.
Copyright/Disclaimer